Motor PTC [237]
Voor frequentieregelaars in de bouwvormen B t/m D
(FDU48/52-003--074), C2 & D2 (FDU48-025--105),
C69 & D69 (FDU69-002--058-54) en C2(69) & D2(69)
(FDU69-002--058-20) is er een optionele mogelijkheid om
de motor-PTC rechtstreeks aan te sluiten (niet te verwarren
met de PTC/PT100-optieprint, zie deel 13.9 PTC/PT100).
In dit menu wordt de optie voor interne PTC-hardware van
de motor geactiveerd. Deze PTC-ingang voldoet aan DIN
44081/44082. Raadpleeg de aparte handleiding voor de
PTC/PT100-optieprint voor de elektrische specificaties;
dezelfde gegevens zijn van toepassing (te vinden op
www.emotron.com/www.cgglobal.com).
Dit menu is alleen zichtbaar als er een PTC (of weerstand <2
kOhm) is aangesloten op klemmen X1: 78–79. Zie deel 4.5,
pagina 58.
OPMERKING: deze functie staat niet in verband met
de PTC/PT100-optieprint.
Zo schakelt u de functie in:
1. sluit de thermistordraden aan op X1: 78-79 of voor
het testen van de ingang, sluit een weerstand aan op
de klemmen. Gebruik een weerstandswaarde tussen
50 en 2000 ohm.
Menu [237] wordt nu weergegeven.
2. Activeer ingang door instelling van menu '[237]
Motor PTC'=Aan.
Indien geactiveerd en <50 ohm zal er een trip optreden
vanwege sensorfout. De foutmelding 'Motor PTC' wordt
weergegeven.
Als de functie is uitgeschakeld en de PTC of weerstand
wordt verwijderd, verdwijnt het menu na de volgende keer
opstarten.
237
Motor PTC
Standaard:
Uit
PTC-beveiliging van de motor is
Uit
0
gedeactiveerd
PTC-beveiliging van de motor is
Aan
1
geactiveerd
I²t Min RPM [238]
Configureert het minimaal toegestane toerental wanneer
[231] is ingesteld op 'Limiet Toeren'. Bv. gebruikt voor
pompen die niet onder een bepaald toerental mogen
werken.
238
I²t Min RPM
Standaard:
0 rpm
Bereik:
0 - Max Toeren
Afhankelijk van: Ref Inst/Kijk [310]
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
11.2.4 Verwerking van
parametersets [240]
Er zijn vier verschillende parametersets beschikbaar in de
frequentieregelaar. Deze parametersets kunnen worden
gebruikt om de frequentieregelaar te configureren voor
verschillende processen of toepassingen, zoals verschillende
gebruikte en aangesloten motoren, geactiveerde PID-
regelaar, verschillende instellingen voor hellingstijd enz.
Een parameterset bestaat uit alle parameters met
uitzondering van de algemene parameters. De algemene
parameters kunnen slechts één waarde hebben voor alle
parametersets.
De volgende parameters zijn algemeen: [211] Taal, [217]
Lokaal/Ext., [218] Code Blokk?, [220] Motor Data, [241]
Kies Set, [260] Seriële comm en [21B] Netspanning.
OPMERKING: Actuele timers worden gedeeld door
alle sets. Als een set wordt gewijzigd, verandert de
werking van de timer op basis van de nieuwe set,
maar blijft de timerwaarde onveranderd.
Kies Set [241]
Hier kiest u de parameterset. Ieder menu opgenomen in de
parametersets heeft de aanduiding A, B C of D, afhankelijk
van de actieve parameterset. Parametersets kunnen vanaf het
toetsenbord, via de programmeerbare digitale ingangen of
via seriële communicatie worden gekozen. Parametersets
kunnen tijdens bedrijf worden gewijzigd. Als de sets andere
motoren gebruiken (M1 tot en met M4), wordt de set pas
veranderd wanneer de motor is gestopt.
241
Kies Set
Standaard:
A
A
0
B
1
Vaste keuze van een van de vier
parametersets A, B, C of D.
C
2
D
3
Parameterset wordt gekozen via een
digitale ingang. Welke digitale ingang dat
DigIn
4
is, geeft u aan in menu '[520], Dig
Ingangen'.
Parameterset wordt gekozen via seriële
Comm
5
communicatie.
De parameterset wordt ingesteld via een
Optie
6
optie. Alleen beschikbaar als de optie de
keuze kan besturen.
De actieve set kan worden gezien met behulp van de functie
[721] frequentieregelaar status.
Functiebeschrijving
115