Ref signaal [214]
De frequentieregelaar heeft een referentiesignaal nodig om
het toerental van de motor te regelen. Dit referentiesignaal
kan worden aangeboden door een externe bron vanuit de
installatie, het toetsenbord van de frequentieregelaar of via
communicatie (RS485, Veldbus of Draadloze interfaces).
Kies in dit menu de gewenste referentiesignaal bron voor de
.
toepassing
214
Ref Signaal
Standaard:
Klemmen
Het referentiesignaal komt vanuit de
Klemmen
0
analoge ingangen van de klemmenstrook
(klemmen 1-22).
Referentie wordt ingesteld met de toetsen
Toetsen
1
+ en - op het bedieningspaneel. Kan
alleen in het menu 'Ref Inst/Kijk [310]'.
De referentie wordt ingesteld via
communicatie (RS485, Veldbus, of
Comm
2
Draadloze interfaces). Zie deel 9.5,
Referentiesignaal voor meer informatie.
De referentie wordt ingesteld via een optie.
Optie
3
Alleen beschikbaar als de optie de
referentiewaarde kan regelen.
OPMERKING: als de referentie wordt omgeschakeld
van Klemmen naar Toetsen, wordt de laatste externe
referentiewaarde de start waarde voor het
bedieningspaneel.
OPMERKING: de aandrijving moet worden gestopt
als de geconfigureerde referentiebron of de run/stop-
besturing verloren gaat, bijvoorbeeld als gevolg van
communicatiefouten. Daarom wordt sterk
aangeraden de beschikbare mechanismen te
gebruiken om de communicatie tussen de
frequentieregelaar en de regelapparatuur te
bewaken.
Zie de volgende menu's voor meer informatie:
Toetsenbord [2645] en [2646]
Communicatie: RS485 [262], Veldbus [263],
Draadloos [270]
104
Functiebeschrijving
Run/Stop Sgnl [215]
Deze functie wordt gebruikt om de bron voor start- en
stopcommando'ste selecteren. Dit wordt beschreven op
pagina 141.
Start/stop via analoge signalen kan worden bereikt met de
functie 'Stp<MinSpd [342]'.
215
Run/Stp Sgnl
Standaard:
Klemmen
Het start/stop-signaal komt uit de digitale
ingangen van de klemmenstrook (klemmen
Klemmen
0
1-22).
Zie voor de instellingen menugroep [330]
en [520].
Starten en stoppen wordt ingesteld op het
Toetsen
1
bedieningspaneel.
Starten/stoppen wordt ingesteld via
communicatie, d.w.z. via RS485, Veldbus,
of draadloze interface. Zie de handleiding
Comm
2
van de Veldbus- of RS-232/485-optie voor
meer informatie en hoofdstuk 9.4 Start- en
stopcommando's.
Starten/stoppen wordt ingesteld via een
Optie
3
optie.
Reset Sgnl [216]
Als de frequentieregelaar wordt stopgezet vanwege een
storing, is een resetcommando vereist om de
frequentieregelaar opnieuw te kunnen starten. Met deze
functie kiest u de bron van het resetsignaal.
216
Reset Sgnl
Standaard:
Klem+Toets
Het commando komt van de ingangen
Klemmen
0
van de klemmenstrook (klemmen 1-22).
Het commando komt van de
Toetsen
1
bedieningstoetsen op het
bedieningspaneel.
Het commando komt van
Comm
2
communicatie(RS485, Veldbus,
draadloos).
Het commando komt uit de ingangen
Klem+
3
van de klemmenstrook (klemmen 1-22)
Toets
of van het toetsenbord.
Het commando komt van de
Comm+
4
communicatie (RS485, Veldbus,
toets
draadloos) of van het toetsenbord.
Het commando komt van de ingangen
Kle+Tst+
van de klemmenstrook (klemmen 1-22),
5
Comm
het toetsenbord of de communicatie
(RS485, Veldbus, draadloos).
Het commando komt uit een optie.
Optie
6
Alleen beschikbaar als de optie het
resetcommando kan besturen.
CG Drives & Automation 01-7491-03r1