D-tijd PID proces [385]
Stelt de differentietijd voor de PID-regelaar in.
385
PID D Tijd
Standaard:
0,00 s
Bereik:
0,00–30 s
PID-slaapfunctie
Deze functie wordt aangestuurd via een wachtvertraging en
een aparte wekmargevoorwaarde. Met deze functie kan de
frequentieregelaar in een 'slaapstand' worden gezet als het
proces het instelpunt bereikt en de motor op minimale
toeren draait gedurende de tijd die is ingesteld bij [386].
Door over te schakelen op de slaapstand wordt de door de
toepassing verbruikte energie tot een minimum beperkt. Als
de feedback-waarde van het proces onder de bij [387]
ingestelde marge voor de procesreferentie komt, zal de
frequentieregelaar automatisch 'wakker worden:' en wordt
de normale PID-werking hervat, zie voorbeelden.
OPMERKING: als de regelaar in de slaapstand staat,
wordt dit aangegeven met 'slp' in de linker
benedenhoek van het display.
PID-slaapstand onder minimaal
toerental [386]
Als de PID-uitgang lager dan of gelijk is aan het
minimumtoerental voor de gegeven vertragingstijd, zal de
frequentieregelaar naar de slaapstand gaan.
386
PID<Min RPM
Standaard:
Uit
Bereik:
Uit, 0,01-3600 s (Uit=0)
OPMERKING: menu [386] heeft een hogere prioriteit
dan menu [342].
PID-activeringsband [387]
De activeringsband (wekmarge) voor de PID is gekoppeld
aan de procesreferentie en bepaalt de grenswaarde waarbij de
frequentieregelaar weer moet ontwaken/starten.
387
PID Act.Band
Standaard:
0
Bereik:
0 -10000 in proceseenheid
OPMERKING: de band is altijd een positieve waarde.
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
Voorbeeld 1: PID-regeling = normaal
(flow- of drukregeling)
[321] = F (AnIn)
[322] = Bar
[310] = 20 Bar
[342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een
hogere prioriteit)
[381]= On
[386] = 10 s
[387] = 1 Bar
De frequentieregelaar gaat naar stop/slaapstand als het
toerental (PID-uitgang) gedurende 10 seconden lager dan of
gelijk is aan Min Toeren. De frequentieregelaar zal
inschakelen/ontwaken als de 'Proceswaarde' onder de PID-
activeringsband komt, die gekoppeld is aan de
procesreferentie, d.w.z. dat deze onder (20-1) bar komt. Zie
afb. 122.
[711] Proceswaarde
[310] Procesref.
[387]
[712] Toerental
[386]
Stoppen/slapen
[341] Min Toeren
Afb. 122 Stop/slaapstand PID bij normale PID
Voorbeeld 2: PID-regeling = omgekeerd
(tankniveauregeling)
[321] = F (AnIn)
[322] = m
[310] = 7 m
[342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een
hogere prioriteit)
[381]= Omkeren
[386] = 30 s
[387] = 1 m
De frequentieregelaar gaat naar stop/slaapstand als het
toerental (PID-uitgang) gedurende 30 seconden lager dan of
gelijk is aan Min Toeren. De frequentieregelaar zal
inschakelen/ontwaken als de 'Proceswaarde' boven de PID-
activeringsband komt, die gekoppeld is aan de
procesreferentie, d.w.z. dat deze boven (7+1) m komt. Zie
afb. 123.
[711] Proceswaarde
[387]
[310] Procesref
[712] Toerental
[386]
Stoppen/slapen
[341] Min Toeren
Afb. 123 Stop/slaapstand PID bij omgekeerde PID
Activeren/wekken
Activeren/wekken
Functiebeschrijving
147