Controlprint
Afb. 71 Elektromagnetische (EM) afscherming van stuursig-
naalkabels.
4.5.5 Stroomsignalen ((0)4-20 mA)
Een stroomsignaal zoals (0)4-20 mA is minder gevoelig voor
storingen dan een signaal van 0-10 V, omdat het is
aangesloten op een ingang met een lagere impedantie (250
Ω) dan een spanningssignaal (20 kΩ). Wij adviseren daarom
met klem om stroomstuursignalen te gebruiken wanneer de
kabels langer zijn dan een paar meter.
4.5.6 Getwiste kabels
Analoge en digitale signalen zijn minder gevoelig voor
interferentie als de kabels waarover ze lopen "getwist" zijn.
Dit is zeker aan te bevelen als er geen afscherming kan
worden gebruikt. Door het twisten van de draden worden de
blootgestelde oppervlakken geminimaliseerd. Dit betekent
dat er in de stroomkring voor geen enkel hoogfrequent (HF)
interferentieveld een spanning kan worden opgewekt. Voor
een PLC is het daarom belangrijk dat de retourleiding in de
nabijheid van de signaaldraad blijft. Het is belangrijk dat het
dradenpaar volledig over 360° getwist is.
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
Druksen-
sor
(voor-
beeld)
Externe besturing
(bijv. in metalen
behuizing)
Bedieningsconsole
4.6
Aansluiten van opties
De optiekaarten worden verbonden met behulp van de
optionele connectoren X4 of X5 op de controlprint, zie Afb.
62, pagina 53, en gemonteerd boven de controlprint. De
ingangen en uitgangen van de optiekaarten worden op
dezelfde manier aangesloten als andere stuursignalen.
Besturingsaansluitingen
61