Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
levensgevaar - door kantelen van de maaier
•
Voer de omschakeling van werk- naar
transportpositie uit op een vlakke, vaste
ondergrond.
GEVAAR
levensgevaar - door roterende of wegslingerende
onderdelen
•
Schakel de aandrijving van de maaibalk uit.
•
Wacht tot de maaibalk stilstaat voordat u de
maaibalk omhoog zwenkt
•
Laat de maaier nooit in geheven toestand
lopen.
•
De machine helemaal laten zakken of
uitschakelen voordat de trekkercabine wordt
verlaten.
GEVAAR
levensgevaar - door bewegende onderdelen
•
Controleer of het zwenkbereik vrij is en of
zich niemand in de gevarenzone bevindt.
Uitgangssituatie bij het laten zakken van
de maaibalk
1. Machine aan de trekker aangebouwd
- zie hoofdstuk 'Machine aan de trekker aanbouwen'
2. Maaibalk in transportpositie
3. Steunpoot opgeklapt en beveiligd
0401-D ARBEITSSTELLUNG_385
Omzetten in arbeidspositie
1. Transportvergrendeling ontgrendelen
- Hydraulisch regelventiel (ST) vooraf kort in positie
'HEFFEN' brengen, daardoor wordt de vergrendeling
van de transportbeveiliging in de haak losgemaakt.
- Transportbeveiliging met een kabel (S) in positie 'B'
brengen
2. Maaibalk laten zakken
- Hydraulisch regelventiel (ST) op 'ZAKKEN' instellen
en tot de bodem laten zakken
- Kabel (S) tijdens het zwenken loslaten
- Hydraulisch regelventiel (ST) op 'ZWEEFSTAND'
instellen (alleen bij dubbel hydraulisch regelventiel)
3. Voorste bescherming sluiten (5a)
• Gebruik alleen met gesloten bescherming.
- 17 -
werkstand
NL