Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
levensgevaar - door kantelen van de maaier
•
Voer de omschakeling van werk- naar
transportpositie uit op een vlakke, vaste
ondergrond.
GEVAAR
levensgevaar - door roterende of wegslingerende
onderdelen
•
Schakel de aandrijving van de maaibalk uit.
•
Wacht tot de maaibalk stilstaat voordat u de
maaibalk omhoog zwenkt
•
Laat de maaier nooit in geheven toestand
lopen.
•
Machine bij het verlaten van de trekkercabi-
ne helemaal laten zakken of uitschakelen.
GEVAAR
levensgevaar - door bewegende onderdelen
•
Controleer of het zwenkbereik vrij is en of
zich niemand in de gevarenzone bevindt.
Transportpositie (T)
Uitgangspositie
1. Machine aan de trekker aangebouwd
- zie hoofdstuk 'Machine aan de trekker aanbouwen'
2. Machine in arbeids- of wendakkerpositie
3. Steunpoten omhooggeklapt en beveiligd
1900_NL-TRANSPORT_23741
transportpositie
Omzetten in transportpositie
AANWIjzING
Risico op materiële schade bij het omstellen in
transportpositie door geremde cardanassen.
•
Bij tractoren die remmen met een cardanas-
rem, moet deze worden uitgeschakeld voor-
dat in transportpositie wordt geschakeld.
1. Tr anspor tbeveiliging met kabel (S)
omhoogzwenken
- Transportbeveiliging Positie 'B'
2. Maaibalk in transportpositie brengen
- Regelventiel (ST) bedienen
- Kabel (S) tijdens de zwenkprocedure loslaten
- Transportbeveiliging laten vastklikken (T1)
3. Transportbeveiliging vergrendelen
- Regelventiel (ST) kort in positie 'zakken' brengen
(S)
Daardoor klikt de transportbeveiliging vast in de haak
(T1) en fixeert de maaibalk in de transportpositie (T)
- 15 -
NL