Algemene richtlijnen bij werkzaamheden
met het werktuig
- De maai-installatie is geschikt voor glooiingen naar boven
van 22° en naar beneden van 30°.
Collisiebeveiliging
lET OP
Risico op materiële schade bij botsing tussen machine
en obstakels.
•
Het doel van de collisiebeveiliging is niet om
bij volle snelheid schade aan de machine
te voorkomen. Als u er niet zeker van bent
of het te maaien perceel werkelijk vrij is
van hindernissen, rijdt dan overeenkomstig
langzaam!
Bij het maaien rond bomen, afrasteringen e.d. kan
het ondanks de nodige voorzichtigheid tijdens de
werkzaamheden toch tot een aanraking met een object
komen. Om daarbij beschadigingen te voorkomen is aan
de maai-eenheid een botsingsbeveiliging gemonteerd.
- De botsingsbeveiliging (34) laat de maaibalk bij een
botsing met een obstakel tegen de rijrichting uitwijken.
- Door met de trekker terug te rijden klikt de
botsingsbeveiliging weer vast.
Afstelling:
Als de botsingsbeveiliging te licht staat afgesteld, kan
het aanspreekgedrag met de zeskantmoer (1) worden
versteld.
1
1900-NL INgebruIkName_3741
basisinstelling X1:
NOVADISC 222 =
NOVADISC 262 =
NOVADISC 302 =
NOVADISC 352 =
Halmverdeler
Onder zware werkomstandigheden is het mogelijk een
halmverdeler (1) te monteren om schuinstaand gras af
te weren.
- 22 -
Maaien
127 mm
120 mm
116 mm
112 mm
1
180-15-01
NL