Bergen, laden en transport
Bergen
Hoofdstuk Veiligheidsbepalingen (blz. 17) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het bergen (blz. 41) in
STOP
acht nemen.
Het bergen mag alleen over een kleine afstand en
stapvoets (0,5 m/s ~ 1,0 m/s) plaatsvinden.
Bevestig de sleepstang of sleepkabel aan het sleepoog (1) van
de machines en aan het sleepvoertuig.
Als het sleepoog aan de graafmachine niet bereikbaar is, dan kunt u ter bevestiging ook een sleepkabel om
het midden van het dozerblad slaan.
Bij het bergen bevindt zich de gebruiker op de bestuurdersplaats.
Met het trekvoertuig langzaam wegrijden, om een plotselinge belasting te voorkomen.
Machine verplaatsen met een kraan
Onderdeel Veiligheidsbepalingen (blz. 17) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen van
STOP
de machine met een kraan (blz. 41) in acht nemen.
De machine op een vlakke ondergrond in de hefpositie (zie af-
beelding) brengen.
Het dozerblad tot de aanslag van de dozerbladcilinder heffen.
Zie ook paragraaf Graafwerkzaamheden (gebruik van de be-
dieningselementen) (blz. 129).
Boom recht ten opzichte van de lengteas van de bovenwagen
uitrichten.
Boomcilinder, bakcilinder en armcilinder tot de aanslag uit-
schuiven.
Bovenwagen zo draaien, dat het dozerblad aan de achterzijde
is geplaatst.
De deur en de kappen sluiten en vergrendelen.
Om de machine op te tillen mogen alleen de daarvoor bestemde hijspunten worden gebruikt. Optillen
STOP
aan andere punten is verboden en kan tot ernstige beschadigingen leiden.
W9273-8144-1
04/2020
L1
α
(°)
L 1 (mm)
KX060-5
< 52
1330
U56-5
< 54
1330
1 1
KX060-05_012
L2
KX060-05_013
L 2 (mm)
3680
3680
43