Bedrijf
Rijden met de machine
De algemene veiligheidsbepalingen (blz. 17) en de veiligheidsbepalingen voor het gebruik (blz. 85) moeten
in acht worden genomen.
Werkzaamheden vóór de dagelijkse inbedrijfstelling uitvoeren (blz. 95).
Starten van de motor (blz. 108).
Indicaties en controlelampen controleren (blz. 112).
Waarborgen, dat de boom en het dozerblad zich zoals
op de afbeelding weergegeven, in de rijrichting bevin-
den.
Voor het rijden met de machine moeten de navolgende
veiligheidsaanwijzingen in elk geval worden opge-
STOP
volgd.
Bij werkzaamheden op een helling moet rekening worden gehou-
den met de hellingshoek van de machine.
Max. helling in dwarsrichting
Klimvermogen
Graafbak tijdens het rijden zo laag mogelijk houden.
Ondergrond op draagvermogen, aanwezige kuilen of andere
obstakels controleren.
W9273-8144-1
04/2020
27 % ofwel 15°
36 % resp. 20°
Rijrichting
123