RIJDEN MET UW VOERTUIG
Rijden op zandduinen of sneeuw is nog een unieke ervaring, waarvoor u echter en-
kele elementaire voorzorgen moet nemen. In nat, diep of fijn zand/sneeuw treedt
er tractieverlies op en kan het voertuig gaan schuiven, kantelen of vastlopen. Zoek
in dat geval naar een vastere ondergrond. Ook in deze situatie dient u te vertragen
en uit te kijken voor moeilijke rijomstandigheden. Rijdt u met een passagier (2-UP-
modellen), rijd dan traag.
Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten
met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant
van de zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voorzichtig wanneer u voor u
nog een veiligheidsvlag bespeurt. Omdat een hoog uitstekende vlag kan plooien
en terugveren tegen uw lichaam, mag u ze niet gebruiken op plaatsen met lage
takken of hindernissen. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model,
kan dit een weerslag hebben op de besturing van uw voertuig en de stabiliteit.
Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Dit beïnvloedt de be-
sturing van uw voertuig en kan leiden tot slippen, wegslingeren van de passagier
(2-UP-modellen) en kantelen, vooral bij hoge snelheden. Ook de remafstand kan
toenemen. Vergeet niet dat er bij "bruusk gas geven" of doorslippen losse stenen
naar achteren kunnen vliegen en een andere bestuurder kunnen raken. Doe dit
nooit opzettelijk. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model, kan
dit een weerslag hebben op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de
remafstand.
vmo2012-012-525
Als u toch begint te slippen of schuiven, kan het nuttig zijn het stuur te draaien in de
richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle krijgt. U mag nooit
bruusk remmen en de wielen blokkeren.
Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en an-
deren te helpen.
_______
_______
58
VEILIGHEIDS-INFORMATIE