ONDERHOUDSPROCEDURES
vmo2008-019-035_a
1. Accu
2. Bevestigingsband
3. ZWART (-) kabel
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en polen
met een oplossing van natriumcarbo-
naat en water.
Verwijder roest van de accuklemmen
en -polen met een harde stalen borstel.
De
accubehuizing
schoongemaakt met een zachte bor-
stel en een natriumcarbonaat-oplos-
sing.
Accu installeren
Installeer de accu terug in het voertuig.
LET OP Sluit altijd eerst de
RODE (+) kabel aan en dan pas de
ZWARTE (-) kabel.
Zekeringen
Inspectie van de zekering
LET OP Schakel de contact-
schakelaar altijd op UIT voordat u
een defecte zekering vervangt.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met hetzelfde ver-
mogen.
______________
130
moet
worden
OPMERKING
ring met een hogere capaciteit om
ernstige schade te vermijden.
Controleer of de draad is gesmolten.
A15E0KY
TYPISCH
1. Zekering
2. Nakijken op gesmolten delen
Locatie zekeringen
De zekeringen zitten in het servicevak
vooraan en achteraan naast de accu.
vmo2008-019-011_c
1. Voorste zekeringdoos
F1: ECM (5 A)
F2: Ventilator (20 A)
F3: ECM (7,5 A)
F2: Meter, achterlicht, diagnose (7,5 A)
F5: Brandstofpomp (7,5 A)
F6: Accessoires (20 A)
OPMERKING
pen op in het servicevak vooraan.
Gebruik geen zeke-
Berg nooit voorwer-
1
2