ONDERHOUDSPROCEDURES
2
1
V07H02Y
ACHTERKANT VOERTUIG
1. Manchetten aandrijfas
2. Beschermer aandrijfas
Wielen en banden
Bandenspanning
WAARSCHUWING
De bandenspanning heeft een gro-
te invloed op de besturing en sta-
biliteit van het voertuig. Door een
te lage spanning kan de band leeg-
lopen en loskomen van het wiel.
Bij overdruk kan de band sprin-
gen. Houd u altijd aan de aanbe-
volen bandenspanning. Gebruik
altijd een handpomp, aangezien
het banden van het lagedruktype
betreft.
Controleer de druk wanneer de ban-
den koud zijn voordat u het voertuig
gaat gebruiken. De bandendruk ver-
schilt naargelang de temperatuur en
de hoogte. Controleer de bandenspan-
ning opnieuw wanneer een van deze
factoren verandert.
Voor uw comfort zit er een drukmeter
in de gereedschapstas.
______________
134
2
1
Hoewel de banden speciaal zijn ont-
worpen
kan een lekke band nog steeds voorko-
men. Daarom wordt aangeraden een
bandenpomp en een reparatieset mee
te nemen.
Inspectie banden
Controleer de banden en velgen op
schade.
Controleer de banden ook op slijtage.
Vervang ze indien nodig.
Roteer de banden niet. De banden
vooraan en achteraan hebben een an-
dere maat. De banden zijn directioneel
en moeten in de juiste draairichting ge-
monteerd blijven om goed te werken.
BANDENSPANNING -
1-UP-MODELLEN
Maximale totale
lading
Max.
Tot
227 kg
Min.
BANDENSPANNING -
2-UP-MODELLEN
Maximale totale
lading
Max.
Tot
235 kg
Min.
voor offroadtoepassingen,
ACH-
VOOR-
TER-
AAN
AAN
48 kPa
48 kPa
34,5 kPa
34,5 kPa
ACH-
VOOR-
TER-
AAN
AAN
48 kPa
48 kPa
34,5 kPa
34,5 kPa