RIJDEN MET UW VOERTUIG
TE INSPECTEREN
ITEMS
Zitting(en)
Lading
Service- en bergvakken
Carrosserie en ophanging
Te doen voordat u de motor start (contact op AAN)
TE INSPECTEREN
ITEMS
Multifunctionele meter
Lichten
Te doen nadat de motor is gestart
TE INSPECTEREN
ITEMS
Stuur
Schakelhendel
Keuzeschakelaar
2WD/4WD
_______
46
Controleer of de zitting van de bestuurder op zijn plaats staat en goed
vergrendeld is.
Controleer of de passagierszitting en de opbergkoffer correct zijn
aangebracht en bevestigd (2-UP-modellen).
Controleer de handgrepen en rugleuning van de passagier
(2-UP-modellen)
Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert. Controleer of
de lading goed aan de rekken is bevestigd.
Indien u een aanhanger of andere voertuigen voorttrekt:
– Controleer de conditie van de trekhaak en ontvanger
– Houdt u aan de draagcapaciteit en de trekcapaciteit
– Zorg ervoor dat de aanhanger veilig is aangesloten op de trekhaak.
Controleer of het servicevak vooraan en het bergvak achteraan goed
zijn vergrendeld.
Kijk onder het voertuig of er vuil of stof op de carrosserie of ophanging
ligt en maak ze goed schoon.
Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de multifunctionele
meter (gedurende enkele seconden nadat het contact op AAN staat).
Controleer of er meldingen voorkomen op de multifunctionele meter.
Controleer of de koplampen en het achterlicht branden en schoon zijn.
Controleer de werking van de dim- en grootlichten.
Controleer de werking van de remlichten.
Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan
bewegen.
Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L).
Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
VEILIGHEIDS-INFORMATIE
TE INSPECTEREN
TE INSPECTEREN
TE INSPECTEREN
_______
✔
✔
✔