Hoofdstuk 5 – Beschrijving van de software
Alarmsignaal
netwerkasymmetrie
Alarmsignaal Uc-
rimpelspanning
Alarmsignaal
stroomasymmetrie
(in versie C of hoger)
5-14
Timeout
watch dog
If there are not any NMI
NoSynchSignal
interrupts during 30 firing
cycles output of the watch
dog block (NoSynchSignal)
is set to ON state.
Net synchronization
software cannot
NoSynchronous
synchronize
Afbeelding 5-16
Synchronisatiebewaking
De gemiddelde netwerkspanning wordt gemeten tussen twee opeen-
volgende ontstekingen. Als het verschil tussen de twee gemeten
waarden groter is dan 10% en dit verschil meer dan vijf maal wordt
gemeten tijdens een cyclus van 200 ms, wordt een alarmsignaal voor
netwerkasymmetrie gegenereerd.
De gemiddelde Uc-spanning wordt gemeten tussen twee opeen-
volgende ontstekingen. Als het verschil tussen de twee gemeten
waarden groter is dan 10% en dit verschil meer dan vijf maal wordt
gemeten tijdens een cyclus van 200 ms, wordt een alarmsignaal voor
Uc-rimpelspanning gegenereerd. Dit alarmsignaal wordt gegenereerd
in de volgende situatie:
1. De DSU is in bedrijf (status RUNNING).
2. De Uc-rimpelspanning is meer dan 10%.
3. Er is geen alarmsignaal voor netwerkasymmetrie.
Een van de mogelijke oorzaken van een alarmsignaal voor
Uc-rimpelspanning is dat een aftakzekering in één tak van de
voedingsbrug is doorgesmolten.
Het doel van deze functie is aan te geven dat een aftakzekering in
een voedingsbrug is doorgesmolten, in een 12-pulsconfiguratie.
De indicatie is gebaseerd op de asymmetrie van de gelijkgerichte
lijnstroom (stroombellen). Wanneer een aftakzekering doorsmelt in één
tak van de brug, is er een "gat" van 120° in de gelijkgerichte totale
lijnstroom (zie Afbeelding 5-17). In de DSU wordt de gelijkstroom
gemeten als een gemiddelde van 1/6 van de netcyclus (ConCurrAct_A)
en de gehele netcyclus (ConCurrActAVG_A).
t
1
Bc / Bit13
MainContOn
MAIN_SUPLY_UV
Bc / Bit14
Bc /Bit14
Diodevoedingsunits ACA 631/633
SyncFaultFact
S
&
FaultWord1
R
&
TcRes