3.
Voedingsbord NDSC-01 (in de DSU-module)
Controleer de stand van de DIP-schakelaar S1.
Standen van de 8-wegs
DIP-schakelaar S1
(1 = AAN, 0 = UIT)
1
2
3
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
1
Controleer de stand van de DIP-schakelaar S2 als gebruik
wordt gemaakt van DDCS-communicatie tussen het NDSC-
01-bord en het overridesysteem.
Standen van de 8-wegs DIP-schakelaar S2
1
2
3
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
0
0
0
Diodevoedingsunits ACA 631/633
Actie
4
5
6
7
8
0
0
1
0
0
1
1
1
0
1
0
1
(1 = AAN, 0 = UIT)
4
5
6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
Hoofdstuk 2 – De voedingsmodule met de DSU in bedrijf stellen
Instelling
Voedingsspanning
400 VAC
450 VAC
500 VAC
600 VAC
690 VAC
Transformator
300 A
600 A
2000 A
3000 A
Oplaadtijd
500 ms
1000 ms
DDCS-koppeling
Geen bewaking
Bewaking
Knooppunt
adres
7
8
0
0
0
0
0
1
0
0
2
0
0
3
0
0
4
0
0
5
0
0
6
0
0
7
0
0
8
tot 255
Informatie
Nr. 1 t/m 3: nominale voedings-
spanning van de diodevoedings-
unit.
Nr. 4 en 5: waarde van de
transformator die de voeding
levert voor het meetcircuit
van het NDSC-bord. Deze
transformator is optioneel.
Zie de schakelschema's of het
typeplaatje van de transformator
voor informatie over de nominale
stroomsterkte.
Nr. 6: oplaadtijd voor de gelijk-
stroomcondensatoren van het
tussencircuit. 500 ms kan voor
de meeste applicaties worden
gebruikt.
Nr. 8: bewaking van de
communicatie via de DDCS-
koppeling tussen het NDSC-
bord en het overridesysteem.
S2 definieert het adres van de
diodevoedingsunit in een
communicatiesysteem.
Zie de schakelschema's die met
het apparaat zijn meegeleverd
voor informatie over het adres.
Als het overridesysteem AC80 is,
ligt het knooppuntadres in het
bereik van 1 tot en met 8.
Als het overridesysteem APC2
is, is het knooppuntadres 1.
2-3