Hoofdstuk 5 – Beschrijving van de software
Temperatuurbewaking
Aardsluitingsstroom
5-12
De temperatuur van de warmteafvoer van de brug wordt gemeten met
een NTC-sensor. De limiet voor uitschakeling is 95 ° C en de limiet voor
een alarmsignaal is 85 ° C.
10 bit
0...1023
temp [C]
BridgeTemp
A
D
resist.
Temp [C] resist. [ohm] conv.res
22
1921
476
30
2055
493
52
2407
534
58
2505
544
67
2676
561
77
2865
578
88
3072
596
99
3307
614
110
3538
630
Afbeelding 5-14 Temperatuurbewaking
De transformatieverhouding van de transformator is 400/1 A. Het
meetcircuit wordt zo afgesteld dat een stroom van 4 A aan de primaire
zijde van de transformator een spanning genereert van 0,5 V in de
ingang van de analoog-digitaalomzetter.
Als de DSU is aangesloten op een overridesysteem (APC2/AC80),
kunnen de uitschakelingslimiet (EarthFaultLvl) en de vertragingstijd
(EarthFaultDly) worden gewijzigd.
Aanvangswaarden
EarthFault Lvl = 4
EarthFaultDly = 20
Limieten
EarthFault Lvl = 4...30
EarthFaultDly = 10...100 (== 10...100 ms)
Opmerking: deze functie is zeer gevoelig voor de capacitieve stroom
die wordt gegenereerd door omvormers van de ACS 600 MultiDrive!
BridgeTemp
I1
I1 > I2
Filter = 100 ms
I2
MAX_BRIDGE_TEMP
X
0.9
(==4 A)
(== 20 ms)
(== 4...30 A)
Diodevoedingsunits ACA 631/633
FaultWord1
BridgeTmpFact
S
R
&
TcRes
BridgeTemp
AlarmWord1
I1
I1 > I2
I2