Execution interval
(50 Hz -> 3,3 ms / 60 Hz -> 2,8 ms)
10 bit A/D converter
0...5 V == 0...1023
A
EarthCurr
D
EarthFaultLvl [A]
X
512
EarthFaultDly [ms]
1/6 Cycle time
Synchronisatie
Diodevoedingsunits ACA 631/633
AVG
1/6
I1
Cycle
time
I1 > I2
I2
1/6 Cycle time
20
Afbeelding 5-15 Bewaking van aardsluitingsstroom
De drie lijnspanningswaarden worden gemeten met hoogohmige
weerstanden. De gemeten signalen passeren filters van 60 ° en 120 ° en
het synchronisatiemoment wordt naar de NMI-ingang van de processor
geseind. Met dit principe kan de fasevolgorde van het netwerk worden
geïdentificeerd. De synchronisatie-interrupt wordt geblokkeerd als het
netwerk niet is aangesloten.
De software bewaakt de synchronisatiesignalen en de lengte van de
cyclus.
1. Als een synchronisatiestoring optreedt terwijl de status OFF (uit) is,
worden de ontstekingspulsen geblokkeerd (Bc / Bit14 = 1).
2. Als een synchronisatiestoring optreedt terwijl de status RUNNING
(in bedrijf) is, worden de ontstekingspulsen geblokkeerd na een
vertraging van 100 ms. Daardoor blijft de DSU in bedrijf tijdens korte
netwerkonderbrekingen (Bc / Bit13 en Bit14 = 1).
3. Als vier opeenvolgende metingen van de cycluslengte waarden
opleveren die meer dan 8° van elkaar afwijken, worden de
ontstekingspulsen geblokkeerd.
4. Het foutsignaal voor de synchronisatiefout wordt gegenereerd als
een van bovenstaande toestanden is ingetreden, de primaire
schakelaar is ingeschakeld en er geen sprake is van
Main_Supply_Undervoltage (zie Afbeelding 5-16).
Hoofdstuk 5 – Beschrijving van de software
Counter
Up
Out
I1
Down
I1 > I2
0
I
I2
EarthFaultFact
S
R
&
TcRes
FaultWord1
5-13