Hoofdstuk 5 – Beschrijving van de software
Foutendiagnose
5-8
Afbeelding 5-9 Logica en status van de bediening
De foutsignalen kunnen worden geïdentificeerd met het 7-segment-
display en met de fout- en alarmmeldingen van de DDCS-koppeling.
Als er geen actieve fout is, heeft de decimale punt op het 7-segment-
display de waarde ON (aan). Bij elke fout die optreedt, gaat het signaal
DO3 aan.
Opmerking: het bord is niet uitgerust met een functie voor fout-
registratie. Als de voeding voor het bord wordt uitgeschakeld, gaat
de foutinformatie verloren.
Diodevoedingsunits ACA 631/633