Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de DSU-hardware
X4.1
X4.2
X4.3
X4.4
X4.5
X4.6
X96.1
X96.2
X2.1
X2.3
X2.5
Meters
4-4
D O 1
Fout
D O 2
In bedrijf
D O 3
Primaire schakelaar aan
Alarm
D O 4
+
+
Ontvangst primaire
D I1
-
schakelaar en ventilator
D I2
AAN/UIT-schakelaar
D I3
Reset
Afbeelding 4-4
Definitie van digitale ingangen (DI) en digitale
uitgangen (DO)
Het bedieningsbord bevat hoogohmige spanningsmeters voor
voedingsspanning en spanning van gelijkstroomverbindingen.
De spanning wordt tot een acceptabel niveau verlaagd door een
weerstandsketen van 7 M W .
Opmerking: de signalen voor de werkelijke spanning van de
hoofdstroomkring (U1, V1, W1, Uc1 en Uc2) zijn niet galvanisch
geïsoleerd.
De temperatuur van de warmteafvoer wordt gemeten met een NTC-
sensor. Meting van de stroom is optioneel, omdat deze informatie niet
vereist is voor de bediening. De transformatieverhouding voor de
software wordt gedefinieerd door de 8-wegs DIP-schakelaar S1.
Meting van aardsluiting is optioneel. Een transformator met een
transformatieverhouding van 400/1 A moet worden aangesloten op de
X1-pennen 1 en 2. Als een andere aardsluitingsindicator wordt gebruikt
(Bender), kan een digitaal signaal van 24VDC worden aangesloten op
de X1-pennen 1 en 3.
3 digitale uitgangen
op NDSC: galvanisch
geïsoleerd met relais,
contactwaarde 250 VAC/8 A
1 digitale uitgang op
voedingsbord SDCS
3 digitale ingangen
Ingangsspanning:
24VDC...230 VAC
Diodevoedingsunits ACA 631/633