Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron TSA Series Gebruiksaanwijzing pagina 88

Inhoudsopgave

Advertenties

Spanning
U
n_mot
Afb. 47 Stopspanning bij stoppen.
Remmethode [344]
Dit menu is beschikbaar als "Afremmen" is gekozen in [341].
Dynamische vectorrem
Met de dynamische vectorrem neemt het remkoppel voor de
motor toe met afnemende snelheid. De dynamische
vectorrem kan worden gebruikt voor alle belastingen die niet
te dicht bij de synchrone snelheid draaien als de
motorspanning is uitgeschakeld. Dit geldt voor de meeste
toepassingen omdat de belastingssnelheid meestal afneemt
door frictieverlies in de tandwielen van riemaandrijvingen als
de spanning is uitgeschakeld. Deze methode is echter minder
geschikt voor belasting met een zeer hoge vertraging, dan is
de omkeerrem efficiënter.
Als de dynamische vectorrem wordt gebruikt, zijn er geen
extra aansluitingen of contactgevers nodig.
De werkelijke snelheid wordt gedetecteerd en als deze boven
een bepaalde limiet ligt, wordt de dynamische vectorrem
uitgevoerd. Bij lagere snelheden wordt de DC-rem
geactiveerd.
Omkeerrem
Deze remmethode is vooral geschikt voor het snel stoppen
van zware belastingen met een hoge vertraging. Er kan een
zeer hoog remkoppel op de motor worden toegepast, zelfs
dicht bij de synchrone snelheid. Voordat er echter een hoog
remkoppel wordt toegepast, moet u eerst controleren of de
motor, tandwiel of riemaandrijving en de belasting zijn
bestand tegen de hoge mechanische krachten. We raden u
over het algemeen aan om het laagst mogelijke remkoppel te
kiezen waarbij nog altijd aan de vereisten voor een korte
remtijd kan worden voldaan, om schadelijke trillingen te
voorkomen.
Het remmen wordt bereikt door de fasen van de stroom om
te keren. Daarvoor zijn twee
netspanningsmagneetschakelaars nodig die worden geregeld
door de relaisuitgangen van de softstarter. De aansluiting
wordt getoond in Afb. 14, pagina 19.
Tijdens starten en bediening bij maximale spanning wordt de
eerste magneetschakelaar (K1) geactiveerd. Bij het remmen
gaat K1 open en wordt de tweede magneetschakelaar (K2)
geactiveerd om de fasevolgorde te wijzigen. Vanwege de
84
Functionaliteit
Stoptijd
Tijd
veiligheid kan er een vertragingstijd tussen deze twee signalen
in menu [346] worden ingesteld.
De remmethode kan worden geactiveerd als "Omkeerrem" in
menu [344] is geselecteerd. De werkelijke snelheid wordt
gedetecteerd en de omkeerrem is actief totdat de snelheid
onder een ingestelde limiet is gedaald. Bij lagere snelheden
wordt de DC-rem geactiveerd.
DC-rem (bij lage snelheid)
Bij lage snelheid is de modus DC-rem geactiveerd totdat de
stoptijd in [345] is verstreken. In de modus DC-rem zijn
slechts twee fases (L2 en L3) actief.
De DC-rem wordt automatisch gedeactiveerd als de motor is
gestopt of als de stoptijd is verstreken. Optioneel kan er een
extra rotatiesensor worden aangesloten via de digitale ingang
[520], met logische functies waarmee de werking van de DC-
rem wordt beëindigd. Zie paragraaf 8.6, pagina 103.
344 Remmethode
Stp
Standaard: 0
Dyn Vect Rem
Dyn Vect
0
Dynamische vectorrem
Rem
Omkeer
1
Omkeerrem
Rem
LET OP: Als meerdere softstarters door dezelfde voe-
dingskabel worden gevoed en de remfunctie wordt
gebruikt, moeten de softstarters worden aangesloten
met een verschillende fasevolgorde, dus L1-L2-L3 op de
eerste eenheid, L2-L3-L1 op de volgende enzovoort.
Naast de remmethodes die hier worden beschreven, is er ook
een spinrem, een functie die als digitale ingang beschikbaar
is. Zie Spinrem, pagina 41.
Stoptijd [345]
"Stop Tijd" wordt gedefinieerd als de tijd waarin een
stoppoging wordt gedaan. Deze functie is beschikbaar voor
alle stopmethodes, behalve voor "Uitlopen".
LET OP: De stoptijd in menu [345] is NIET de tijd waarin
een volledige stop wordt voltooid. Dit is een time-out
voor een stoppoging.
345 Stop Tijd
Stp
Standaard:
10 s
Instelbereik:
0 – 120 s
CG Drives & Automation, 01-5980-03r0
Dyn Vect Rem
10 s

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave