Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijkste Kenmerken; De Start-, Stop- En Run-Functies Instellen; Start- En Stopbesturing; Interne En Externe Besturingsmodus - Emotron TSA Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

7.

Belangrijkste kenmerken

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van de belangrijkste
functies van de Emotron TSA-softstarter gegeven.
7.1
De Start-, Stop- en Run-
functies instellen

7.1.1 Start- en stopbesturing

De stuursignalen voor starten en stoppen kunnen worden
gegeven vanaf het bedienpaneel met de bedieningstoetsen,
via externe bediening (dus programmeerbare I/O) of via
seriële communicatie. De startcommando's vanaf de
verschillende besturingsbronnen zijn afhankelijk van de
rotatierichting van de motor die voor de motor is
geselecteerd (zie Afb. 26). Volg de procedure in Afb. 27 voor
het instellen van de start- en stopsignalen.
Afb. 26 Rotatierichting
Afb. 27 Beslissingsstructuur Run/Stop
CG Drives & Automation, 01-5980-03r0
Zie voor het configureren van de programmeerbare I/O de
beschrijving voor de betreffende ingang/uitgang. Zie voor
een lijst met de verschillende mogelijkheden paragraaf 7.4,
pagina 54.

Interne en externe besturingsmodus

Er wordt een extra mogelijkheid voor start- en stopbesturing
gegeven met de functie LOKAAL/EXT. van de toggle-toets
(instellen van "LOKAAL/EXT" in het menu "FunctieTts"
[2171]). De gebruiker moet zelf de functies "EXT." en
"LOKAAL" in de menu's voor "Run/Stp Sig" [2151] en
"LokRunCtrl" [2173] instellen. In dat opzicht kan er met de
toets LOKAAL/EXT. niet alleen tussen het bedienpaneel en
de I/O-besturing worden gewisseld, maar kan de toets ook
worden gebruikt om snel te wisselen tussen de locaties voor
de start- en stopbesturing. Zie de beschrijving in paragraaf
6.5.2, pagina 38.

7.1.2 Start- en stopmethodes

De methodes voor het starten en stoppen van de motor
kunnen worden geconfigureerd in de menu's [330]
"StartInstel" en [340] "StopInstel". Zie de beschrijvingen in
paragraaf 8.3.3, pagina 80.
Rechtsom
Het is ook mogelijk om een "Startlimiet" [235] als onderdeel
van de acties voor het beschermen van de softstarter toe te
Linksom
passen. De functies die hierbij kunnen worden gebruikt, zijn
vooral tijdsinstellingen, bijvoorbeeld het beperken van het
aantal starten per uur of een minimale tijdsvertraging tussen
starten instellen. Zie voor richtlijnen voor specifieke
toepassingen "Applicatie Functielijst" op pagina 25.
Als de functie voor de belastingsmonitor [410] is geactiveerd
(pagina 48), kan deze eventueel worden gebruikt om een
vertragingstijd voor starten voor de belastingsmonitor [417]
in te stellen om foutieve alarmen tijdens het starten te
voorkomen als gevolg van de hoge startstroom.
Spinrem
Spinrem kan worden gekozen als een digitale ingang [520],
zie paragraaf 8.5.2, pagina 96. Het remmen wordt dan
gestart vanuit een inactieve of actieve toestand (tijdens het
draaien), door de ingang te activeren. Dit betekent dat de
softstarter een vrijlopende motor kan "vangen" en deze
daarna tot stilstand afremt.
Belangrijkste kenmerken
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave