6.
Bediening via het bedienpaneel
Het bedienpaneel toont de status van de softstarter en wordt
gebruikt om alle parameters in te stellen. Het is ook
mogelijk om de motor direct vanaf het bedienpaneel te
besturen.
Afb. 21 Bedienpaneel
6.1 Display
De display heeft achtergrondverlichting en bestaat uit 2
regels met ruimte voor 16 tekens per regel. De display is
onderverdeeld in zes gebieden.
De verschillende gebieden in het venster Startvenster
worden hieronder beschreven:
A
B
C
221
Motor Spann
Stp M1:
400 V
D
E
F
Afb. 22 LC-display
CG Drives & Automation, 01-5980-03r0
LCD-display
LED's
Bedienings-
toetsen
Toets Toggle
Functietoetsen
Gebied A: Geeft het actuele menunummer aan (3 of 4
cijfers).
Gebied B: Geeft aan dat het menu in de toggle-lus zit
(pagina 38) aangegeven met
softstarter is ingesteld voor lokale bediening
(pagina 38), aangegeven met
Gebied C: Geeft de afgekorte naam van het actieve menu
aan, bijvoorbeeld parameter of beschrijving van
de inhoud.
Gebied
Geeft de status van de softstarter aan (3 tekens).
D:
De volgende statusindicaties zijn mogelijk:
Acc: motor start
Dec: motor stopt
2
2
I
t: actieve I
t motorbeveiliging
Run: motor draait met maximaal toerental
Jog: motor draait met jog-toerental
Trp: getript
Stp: motor is gestopt
Gebied E: Toont actieve parameterset:
en als het een motorparameter is: M1, M2, M3
of M4.
Toont een knipperende cursor als er een
verandering aan de actuele menuparameter
wordt uitgevoerd.
Geeft ook een "S" aan om een zachte trip aan te
geven en "A" als
het maximale aantal pogingen voor autoreset is
overschreden.
Gebied F: Geeft de instelling of keuze in het actieve menu
weer (leeg op het 1e en 2e menuniveau).
Toont waarschuwingen en alarmmeldingen.
Bediening via het bedienpaneel
en/of dat de
.
,
,
of
;
35