Veiligheidsinstructies Gefeliciteerd met uw product van CG Drives & 6. De gebruiker moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het apparaat alleen Automation! worden bediend als het in perfecte toestand is. Voordat u de softstarter voor het eerst installeert, in bedrijf stelt of inschakelt, is het zeer belangrijk dat u eerst deze Cos phi compensatiecondensatoren handleiding zorgvuldig hebt gelezen.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies........1 Standaard-toggle-lus..........32 Externe I/O-bediening..........32 Inhoudsopgave..........3 Werking van het bedienpaneel ......33 Bediening via het bedienpaneel ....35 Inleiding............5 Display ..............35 Levering en uitpakken ..........5 LED-indicatoren............36 Gebruik van deze gebruiksaanwijzing ..... 5 Bedieningstoetsen ..........
De garantie is van toepassing als de apparatuur wordt geïnstalleerd, bediend en onderhouden volgens de De Emotron TSA softstarter is bedoeld voor het regelen van instructies in deze handleiding. De duur van de garantie is de start en stop van standaard asynchrone driefasemotoren.
Normen 1.5.1 Productnorm voor EMC De Emotron TSA softstarter voldoet aan de productnorm De softstarters die in deze handleiding worden beschreven EN(IEC) 60947-4-2: 2007. De standaard uitvoering van de voldoen aan de normen in Tabel 2. Met betrekking tot de...
Woordenlijst 1.7.2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities gebruikt: 1.7.1 Afkortingen en symbolen Tabel 4 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende afkortingen gebruikt: Naam Beschrijving Eenheid Tabel 3 Afkortingen Nominale stroom softstarter n_soft Afkorting/ Nominale motorstroom n_mot Beschrijving symbool Nominaal vermogen softstarter [kW] of [pk]...
Pagina 12
Inleiding CG Drives & Automation 01-5980-03r0...
Monteren Installatie in een kast In dit hoofdstuk wordt de montage van de Emotron TSA softstarter beschreven. Wij adviseren u om de installatie vóór Bij installatie van de softstarter: de montage goed te plannen: • Zorg dat de kast na installatie voldoende wordt •...
(zie paragraaf 3.2, pagina 14) waarvoor we het gebruik van flexibele draad met een gevlochten afscherming aanbevelen. . LET OP: Voor de Emotron TSA softstarter is het niet verplicht om afgeschermde kabels te gebruiken om aan de EMC-voorschriften te voldoen (paragraaf 1.4, pagina 5).
Netvoedings- en motoraansluiting Afb. 5 Netvoedings- en motoraansluitingen voor Emotron TSA Bouwvorm 1-2. Emotron TSA bouwvorm 1 - 2 1. 3-fase netvoedingsaansluiting, L1, L2, L3 100 - 240 VAC 2. Aardingsaansluiting (PE) voor netvoeding 3. Netvoedingsaansluiting motor T1, T2, T3 4.
Pagina 17
W3 W2 W1 Afb. 7 Railafstanden voor Emotron TSA Bouwvorm 1 en 2 Tabel 8 Railafstanden. Afst. W1 Afst. W2 Afst. W3 bouwvorm [mm] [mm] [mm] Als de netvoedings- en motorkabels zijn aangesloten, monteer de kabelafdekkingen aan de hand van Afb. 8.
In dit deel staat algemene informatie over het powerboard en • Dubbele isolatie bij gebruik in softstarters tot 525 VAC. de controlprint voor elke bouwvorm van de Emotron TSA. • Basisisolatie bij gebruik in softstarters tot 690 VAC. Zie voor meer informatie over speciale omstandigheden We raden u aan om PTC/PT100-sensoren altijd te scheiden paragraaf 4.4, pagina 28.
Besturingsaansluitingen WAARSCHUWING! Hetzelfde externe voedingsspanningsniveau (max 24 VDC of max 250 VAC) moet worden gebruikt voor alle drie uitgangsrelais (aansluitklemmen 21-33). Meng wisselstroom en gelijkstroom niet. Zorg dat u hetzelfde spanningsniveau binnen dit deel van de aansluitklem gebruikt, anders kan de softstarter beschadigd raken.
Pagina 20
Aardings- klem met sleuven voor tie wraps Afgeschermende stuursignaalkabel Afb. 11 Doorvoer besturingskabel. LET OP: Afgeschermde besturingskabel moet worden gebruikt voor aansluitingen optieprint. Aansluitingen CG Drives & Automation 01-5980-03r0...
Bedradingsvoorbeelden • Sluit de softstarter aan tussen de 3-fase netvoeding (L1, L2 en L3) en de motor (T1, T2 en T3). Zorg altijd dat de installatie voldoet aan de geldende lokale • Sluit de besturingsvoeding (100-240 VAC) aan op voorschriften. aansluitklemmen N en L en de aardingsdraad op Minimale bedrading voor extern bediende start wordt aansluitklem PE.
Pagina 22
Voorbeeld 2: Verlengde bedrading Afb. 13 geeft een bedradingsvoorbeeld met de volgende Menu Beschrijving Instelling functies: Digitale ingang 1 Run Rechts • Analoge start/stop via proceswaarde, zie beschrijving op (aansluitklem 11) (standaard) pagina 93. Digitale ingang 2 • Analoge uitgang, zie paragraaf 8.5.3, pagina 97 Stop (standaard) (aansluitklem 12) •...
Pagina 23
Voorbeeld 3: Bedrading omkeerrem Voor remmen gaat R1 open en wordt de tweede magneetschakelaar (K2) geactiveerd via R2 om de Het voorbeeld in Afb. 14 toont de bedrading voor de functie fasevolgorde te veranderen. omkeerrem. Zie voor meer instellingen de beschrijving voor “Remmethode [344]”op pagina 84.
Pagina 24
Voorbeeld 4: Functie omgekeerde start VOORZICHTIG! De digitale ingang kunnen zo worden geconfigureerd dat Er kunnen zich zeer hoge koppel/kracht een motor in twee richtingen kan worden gestart met behulp voordoen als de motor wordt omgekeerd vanuit maximaal toerental in een richting van de programmeerbare relais R1 en R2.
Pagina 25
Wanneer zowel DigIn 1 “Stop” als DigIn 3 “Run Links” gesloten zijn terwijl DigIn 1 “Run Rechts” open is, wordt de magneetschakelaar voor de netvoeding voor achterwaarts draaien (K2) geactiveerd door relais R2 en start de motor in de omgekeerde richting. DigIn 3 “Run Links” kan zonder gevolg worden geopend tijdens het omgekeerd draaien.
Pagina 26
Aansluitingen CG Drives & Automation 01-5980-03r0...
De lijst met specificaties voor toepassingen Start Bypass Met deze lijst kan het type specificatie voor de Emotron bedrijf TSA-softstarter worden geselecteerd op basis van het type toepassing, zie Tabel 12, pagina 24. Afb. 16 Werkcyclus...
Pagina 28
56 A nodig is voor de walsmolen, wordt Voorbeeld: aangeraden het TSA-model 52-100 te kiezen, waarvoor de Als de Emotron TSA 52-056 uit het vorige voorbeeld wordt gespecificeerde stroom voor zwaar bedrijf 60 A is. gebruikt in bijvoorbeeld een toepassing met een walsmolen,...
“Oplossing Emotron TSA” In deze kolom staat de mogelijke oplossing voor het probleem met een van de functies van de Emotron TSA. “Menu/Hoofdstuk” Deze kolom stuurt u naar het menu, de menugroep of het deel in de handleiding waar u een beschrijving van de instellingen voor de functie vindt.
Pagina 30
Tabel 13 Applicatie Functielijst Toepassing Probleem Oplossing Emotron TSA Menu/Hoofdstuk Kwadratische koppelregeling voor 331=Kwadr Koppel Niet-lineaire aanloop kwadratische ladingen 341=Kwadr Koppel Waterslag Kwadratische koppelregeling Hoge stroom en pieken tijdens starten Kwadratische koppelregeling Pomp loopt in verkeerde richting Alarm fasenomkering POMP...
Pagina 31
Tabel 13 Applicatie Functielijst Toepassing Probleem Oplossing Emotron TSA Menu/Hoofdstuk Lineaire koppelbesturing geeft lineaire Hoge traagheid acceleratie en lage inschakelstroom. Zware belasting bij starten met materiaal Verhoogd aanloopkoppel Laag vermogen als er een dieselgenerator Stroombegrenzing bij start wordt gebruikt. ROTSBREKER...
13. pagina 145. Het is mogelijk, bijvoorbeeld in een pompstation met twee 4.4.8 Isolatietest op motor of meer pompen, om één Emotron Frequentieregelaar op één pomp en softstarters op de andere pompen te gebruiken. Als de motor met hoogspanning wordt getest, bijvoorbeeld...
Als u de Emotron TSA in deze systemen wilt gebruiken, moet u een optioneel IT-net bestellen. Als u een softstarter zonder optioneel IT-net hebt, kan de softstarter worden aangepast.
Pagina 34
Richtlijnen bij toepassing CG Drives & Automation 01-5924-03r0...
• De besturingsvoeding aansluiten (paragraaf 3.1, pagina De aansluiting van de voedingspanningskabels wordt 12). getoond in paragraaf 3.1, pagina 12. De Emotron TSA • Ervoor zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende softstarter heeft standaard een ingebouwd RFI- plaatselijke voorschriften.
Standaard-toggle-lus Er is een standaard-toggle-lus om de eerste gegevens gemakkelijker in te stellen, zie Afb. 18. Deze lus bevat de Start /Stop benodigde menu’s die moeten worden ingesteld voordat de 100-240 V softstarter voor het eerst wordt gestart. Druk op de toets Toggle om bijvoorbeeld menu [740] te openen, gebruik Controlprint daarna de volgende toetsen om naar de submenu's te gaan...
Werking van het U kunt instellingen wijzigen met de toetsen van het bedienpaneel. Zie voor meer informatie over het bedienpaneel bedienpaneel en de menustructuur hoofdstuk 6. pagina 35. Via het bedienpaneel kan er een handmatige testrun wordt Menu [100], “Startvenster” wordt bij het starten uitgevoerd.
Pagina 38
Aan de slag CG Drives & Automation 01-5980-03r0...
Bediening via het bedienpaneel Het bedienpaneel toont de status van de softstarter en wordt Gebied A: Geeft het actuele menunummer aan (3 of 4 gebruikt om alle parameters in te stellen. Het is ook cijfers). mogelijk om de motor direct vanaf het bedienpaneel te Gebied B: Geeft aan dat het menu in de toggle-lus zit besturen.
6.2 LED-indicatoren De drie lampjes onder de display geven de operationele status van de softstarter en de motor/machine aan (zie Afb. 23). Afhankelijk van de bedieningsmodus knipperen de lampjes TRIP en RUN ook om de gebruiker te TRIP VOEDING waarschuwen voor een gebeurtenis of actie. In de Tabel 15 (groen) (rood) (groen)
6.4 Functietoetsen • U kunt een parameterwaarde wijzigen met de toetsen “+” of “-”. De cursor links knippert terwijl de waarde De functietoetsen bedienen de menu’s en worden daarnaast wordt verhoogd of verlaagd. Als u de toetsen "+" of "-" gebruikt voor het programmeren en aflezen van alle menu- ingedrukt houdt, wordt de waarde steeds hoger of lager.
6.5 Toets Toggle en Lokaal/Ext. Standaard-toggle-lus Afb. 24 toont de standaard-toggle-lus. Deze lus bevat de Deze toets heeft twee functies: wisselen benodigde menu’s die moeten worden ingesteld voordat de tussen geselecteerde menu's (toggle) en softstarter voor het eerst wordt gestart. Druk op de Toggle- schakelen tussen lokale en externe bediening.
6.6.1 Het hoofdmenu Externe modus De functie “EXTERN” wordt gedefinieerd in menu [2151] In dit deel vindt u een korte beschrijving van de functies in “Start/Stp”, waar de standaardwaarde “Extern” is. het hoofdmenu. Zie hoofdstuk 8. pagina 57 voor een uitgebreide beschrijving van de inhoud onder elk U kunt de actuele lokale of externe status van de hoofdmenu.
Pagina 44
Bediening via het bedienpaneel CG Drives & Automation, 01-5980-03r0...
Belangrijkste kenmerken In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van de belangrijkste Zie voor het configureren van de programmeerbare I/O de functies van de Emotron TSA-softstarter gegeven. beschrijving voor de betreffende ingang/uitgang. Zie voor een lijst met de verschillende mogelijkheden paragraaf 7.4, pagina 54.
Run Rechts en Run Links Jog Rechts en Jog Links 7.1.5 Motorgegevens instellen Voor optimale prestaties moet de Emotron TSA-softstarter worden geconfigureerd op basis van het typeplaatje van de motor. De menu's hiervoor staan in paragraaf 8.2.3, pagina 63; menugroep [220]. De motorgegevens worden verwerkt als een parameterset (een van vier: M1- M4).
ParSet kz 2 worden genoteerd in de menulijst aan het einde van deze handleiding of worden gedownload via internet op www.cgglobal.com of www.emotron.com. 7.2.1 Besturing van parametersets De parametersets kunnen via het bedienpaneel, via digitale ingangen of via seriële communicatie worden gewijzigd. Dit wordt ingesteld in menu [241] Kies Set.
7.2.2 Parametersets configureren 3. Voer motorgegevens en instellingen voor andere parameters in. Als het kiezen van de parameterset is uitgevoerd in menu [241], kunnen de instellingen voor de specifieke toepassing 4. Kies parameterset B in menu [241]. of besturingsmodus worden uitgevoerd. Parameterset A is 5.
[922]. instellingen vanaf bedienpaneel 1 naar de interne controlprint van TSA-eenheid 2, met menu [245]. Afb. 30 Parameters kopiëren en laden tussen twee Emotron TSA-eenheden via het bedienpaneel. WAARSCHUWING! Schakel alle voedingsaansluitingen uit voordat u de voorste kap opent.
Ext CP TSA-eenheid 1 TSA-eenheid 2 Afb. 31 Parameters kopiëren en laden tussen twee Emotron TSA-eenheden met een extern bedienpaneel (optioneel). LET OP: Een andere oplossing voor het kopiëren van instellingen en gegevens tussen verschillende softstarters is via de computer, met het programma EmoSoftCom (optie).
Limieten, alarmen en 7.3.2 Alarminstellingen autoreset toepassen Gebruik om de motor te beschermen de alarminstellingen en limieten voor de werking in menu [230] De belangrijkste bedrijfsvariabelen worden continu door het "Motorbeveiliging" met submenu's. Zie paragraaf 8.2.4, systeem bewaakt om de softstarter en aangesloten apparaten pagina 65.
7.3.4 Functie belastingsmonitor Tripmelding De tripmelding kan worden bekeken in het menu De instellingen voor de belastingsmonitor in menu [410] “Tripgeheugen” [800], waarin de negen meest recente kunnen worden gebruikt om machines en processen tegen tripmeldingen worden opgeslagen ([810] - [890]). Voor elke mechanische over- en onderbelasting te beschermen, zoals opgeslagen trip worden datum en tijd - van de real-time klok het vastlopen van een transportband of transportschroef, een...
Handmatig ingestelde alarmniveaus Zie Afb. 32. Voor de handmatige instellingen voor de Voorbeeld: belastingsmonitor worden de “Alarmniveaus” [411] - [414] 4112 MaxAlarmNiv direct als percentage van het nominale motorvermogen ingesteld (menu [223]). De actuele waarde voor het signaal (104%) 116% voor het asvermogen wordt samen met de waarde voor alarmniveau ingesteld om het instellen gemakkelijker te maken.
Functie Autoset met alarmmarges Telkens als er een nieuw commando voor “Autoset Alarm” wordt uitgevoerd, wordt de actuele waarde voor het Zie Afb. 33. De snelste manier om de monitor aan te passen asvermogen bijgewerkt als de waarde voor “NormaalLast”, aan verschillende belastingssituaties is de functie "Autoset", waarbij de alarmniveaus volgen.
Belastingsmonitor alarmacties D. Als de ingestelde alarmvertragingstijd (10 seconden) is verstreken, wordt de maximale alarmactie uitgevoerd (in Alle alarmen en vooralarmen kunnen afzonderlijk worden dit geval een zachte trip). geconfigureerd voor de werking door een alarmactie toe te passen, zoals een trip of een waarschuwing. Zie paragraaf 7.3.1, pagina 47.
Voorbeeld 2: Alarmmarges automatisch instellen last U kunt de belastingsmonitor tijdens het opstarten blokkeren door een startvertraging van 30 seconden in menu [416] te kiezen. In dit geval moet een motor die in een transportband wordt Voor-Max gebruikt worden beschermd. Het is alleen interessant om een maximaal alarm en een maximaal vooralarm toe te Normaal passen en daarom worden de alarmacties voor het minimale...
7.3.5 Reset en autoreset softstarterbeveiliging [255] en Autoreset netspanningsfout [256]. Als de softstarter wordt getript vanwege een storing, moet er een resetcommando worden gegeven om de softstarter U kunt de functie Autoreset inschakelen door “Reset” op opnieuw te kunnen starten. Het resetcommando kan komen een van de [520] Digitale ingangen te kiezen.
Programmeerbare I/O Voorbeeld: Autoreset voor onderspanning In een toepassing is het bekend dat de netvoedingsspanning Er is een aantal selecteerbare signalen voor analoge en af en toe heel even wegvalt, een zogenaamde “dip”. Hierdoor digitale ingangen en uitgangen, verzameld onder paragraaf activeert de softstarter een “Onderspanningsalarm”.
Externe Enable De Enable-functie wordt gebruikt als startkoppeling. Dit bedieningsfuncties betekent dat als een ingang wordt ingesteld op "Enable", Bediening van de Run/Stop/Enable/Reset-functies deze ingang moet worden ingesteld als actief (hoog) om een Run-commando mogelijk te maken. Als de ingang laag is, Standaard zijn alle run/stop-commando’s geprogrammeerd loopt de motor uit tot stilstand.
7.6.3 Reset- en Autoreset-bediening met de gekozen stopmodus in menu [341]. Afb. 38 geeft een voorbeeld van een mogelijke volgorde. Als de softstarter zich in de stopmodus bevindt als gevolg van een triptoestand, kan de softstarter op afstand worden gereset door een puls (omschakeling van "laag" naar "hoog") op de Reset-ingang op DigIn 4.
In Bijlage 1 achterin deze handleiding staat een menulijst met standaardwaarden en de belangrijkste communicatie- instellingen. Op www.emotron.com of www.cgglobal.com vindt u in het downloadgedeelte ook een complete communicatie- informatielijst en een menulijst met ruimte voor notities over parametersets.
Beschrijving van menutabelindeling Resolutie van instellingen De resolutie voor alle in dit hoofdstuk beschreven bereikinstellingen is 3 significante cijfers (tenzij anders Aanv Koppel vermeld). In Tabel 22 staan de resoluties voor 3 significante Alleen lezen cijfers. ...
Hoofdinstellingen [200] 8.1.1 1e Regel [ Dit menu stelt de inhoud in van de bovenste regel in het Het menu "HOOFDINST" bevat de belangrijkste menu [100] "Startvenster" Als “ProcesWaard” is instellingen voor de inbedrijfstelling van de softstarter en het geselecteerd, toont het menu de waarde van de geselecteerde afstemmen van de softstarter op de toepassing.
Motor kiezen [212] Jog-signaal [2152] Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw In dit menu wordt de besturingsbron voor de kruipfunctie toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er geselecteerd. Als de toetsen Jog Rechts en Jog Links worden kunnen in de softstarter maximaal vier verschillende motoren gebruikt, moet een van de toetsenbordalternatieven in dit worden gedefinieerd, M1-M4.
Besturing lokaal Run [2173] 216 Reset Sgnl De modus “Lokaal” van de functie “Lokaal/Ext.” wordt in dit Klem+Toets menu gedefinieerd (zie ook pagina 38). Als de softstarter in de bedieningsmodus “Lokaal” staat, wordt op het display Standaard: Klem+Toets “ “ getoond. Klemmen Resetcommando via digitale ingang.
8.2.2 Extern signaal Niveau/Flank 6.4.1, pagina 37). Als het toetsenbord niet is geblokkeerd (standaard), dan wordt de keuze “Code Blokk?” [21A] weergegeven. Als het toetsenbord al is geblokkeerd, wordt de In dit menu kiest u het type bediening voor de keuze “Code Deblok?”...
US-eenheden WAARSCHUWING! De bijbehorende standaardwaarden voor US-eenheden zijn: Voer de juiste motorgegevens in om gevaar- • Vermogen [pk] lijke situaties te voorkomen en de juiste regeling te waarborgen. • Koppel [lb.ft] • Temperatuur [°F] Zie voor meer informatie over motorgegevens en parametersets paragraaf 7.2.3, pagina 44.
Standaard: Tabel 23 Nominale gegevens voor CG-motoren die voldoen en Tabel 23 hierboven) aan de IE2-klasse van IEC 60034-30. 25 - 200% x I [A] afhankelijk van n_soft Instelbereik: model Emotron TSA. Nominaal Nominaal Nominaal Nominaal stan- stan- stan- stan-...
Motorventilatie [228] Mot I t AA [2311] Parameter voor het instellen van het type motorventilatie. Dit heeft gevolgen voor de kenmerken van de I 2311 Mot I2t AA motorbeveiliging door de werkelijke overbelastingsstroom te M1: Zachte trip verlagen. Standaard: Zachte trip 228 Motor Vent Geen actie 0 t-motorbeveiliging is niet actief.
Pagina 70
Verbruik thermische capaciteit [2314) een trip/waarschuwing mogen genereren als de temperatuur de limiet in menu [2322] “Motor Klasse” overschrijdt. In dit menu staat de gebruikte thermische capaciteit van de PT100-ingang 1, 2 en 3 zijn gelijk aan ingang 1, 2 en 3 op de motor, dus de werkelijke waarde I t gedeeld door de eerste PT100-optieprint (B1).
PTC-ingang [2332] direct wordt afgeteld, maar vanaf het moment dat er een nieuwe start wordt uitgevoerd, dus niet achter elkaar. Er kunnen twee extra PTC-optie-ingangen worden gebruikt. De instellingen zijn dan “PB-PTC” voor de interne PTC, “PB-PTC&Opt1” en “PB-PTC&Opt1-2”. 2342 Starts/h 2332 PTC Ingng Standaard: PB-PTC...
8.2.5 Parametersetkeuze [240] Voor andere functies kan de alarmactie voor enkel faseverlies worden ingesteld in menu [236]. Dit gebeurt als het Parametersets worden gebruikt als er voor een toepassing faseverlies langer dan 2 seconden duurt. verschillende instellingen voor verschillende modi nodig zijn. Zie de uitgebreide beschrijving in "Met parametersets LET OP: Enkel faseverlies wordt alleen waargenomen werken", pagina 43.
Bij het laden van de standaardinstellingen (met een optioneel extern bedienpaneel), kan er slechts een worden alle wijzigingen in het de Emotron TSA softstarter per keer worden gebruikt om gegevens te kopiëren of laden. ingesteld op de fabrieksinstellingen. Deze functie bevat ook...
Instellingen vanaf het bedienpaneel wordt “Transfer OK!” weergegeven en kan er een nieuw commando op een van de bedienpanelen worden gegeven. laden [245] De functie kan enkele of meerdere parametersets en 244 Kopie>BP motorgegevens laden van het actuele bedienpaneel naar het Geen Kopie geheugen van de controlprint van de softstarter.
8.2.6 Autoreset [250] Aantal toegestane pogingen voor Autoreset [2511] Met deze menu's kan er een automatische reset worden uitgevoerd. Deze functie zorgt ervoor dat af en toe voorkomende trips die geen gevolgen hebben voor het proces automatisch worden gereset. 2511 Aantl Trips Zie ook paragraaf 7.6.3, pagina 56.
Pagina 76
PT100 autoreset [2522] Autoreset door stroomlimiet [2525] De vertragingsteller begint te tellen als alle PT100-ingangen In dit menu wordt de vertragingstijd voor een Autoreset door lager dan de ingestelde temperatuur in menu [2322] zijn. een alarm met de stroomlimiet ingesteld. Een foutconditie met een stroomlimiet kan niet worden waargenomen in de gestopte status, waardoor de vertragingsteller meteen begint 2522 PT100...
Pagina 77
Autoreset max. vooralarm Autoreset extern Alarm 2 [254A] belastingsmonitor [2542] De vertragingsteller begint met tellen zodra de ingang van het relevante externe alarm inactief is. De vertragingsteller begint meteen met tellen. 254A Ext Alarm 2 2542 MaxVrAlarm Standaard: Standaard: 1–3600 1–3600 1–3.600 s 1–3600 1–3600 1–3.600 s Autoreset Beveiliging Softstarter [255] Autoreset min.
Autoreset fout netspanning [256] Autoreset overspanning [2563] De volgende menu's zijn voor de Autoreset van verschillende In dit menu wordt de vertragingstijd voor een Autoreset bij foutcondities voor netspanning. een alarm voor overspanning [442] ingesteld. De vertragingstijd begint te teller als de storing is verdwenen. Meestal is de netspanning niet beschikbaar voor de softstarter Autoreset door ingang faseverlies in een gestopte toestand als de netvoedingsrelais is...
8.2.7 Seriële communicatie [260] Baudrate [2621] In dit menu configureren we parameters voor de opties voor Stel de baudrate voor de communicatie in. seriële communicatie. De optie RS485 en USB (instellen type communicatie USB/ LET OP: Deze baudrate is alleen geldig voor communica- RS485 in menu [261]) gebruikt het standaard Modbus tie via de opties RS485 en USB.
Adres [2631] Aanvullende proceswaarden [2634] Voer het eenheids-/node-adres van de softstarter in of bekijk Bepaal het aantal aanvullende proceswaarden dat wordt dit. Lees- en schrijftoegang voor Profibus en DeviceNet. verzonden in cyclische berichten. Alleen-lezen voor EtherCAT*. 2634 AddPrValues 2631 Adres Standaard: Instelbereik: Standaard:...
Ethernet [265] Veldbussignalen [266] Instellingen voor Ethernet-module (Modbus/TCP, Profinet Bepaalt modbus-mapping voor aanvullende proceswaarden. IO). Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor de Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor de Veldbus-optie. Veldbus-optie. FB-signaal 1 - 16 [2661]-[266G] LET OP: De Ethernet-module moet opnieuw worden opgestart om de onderstaande instellingen te activeren, Worden gebruikt voor het aanmaken van een parameterblok bijvoorbeeld door parameter [261] te schakelen van...
Proces [300] LET OP: Als F (Bus) is gekozen in menu [321], zie 9.5 Proceswaarde, pagina 128. Deze parameters worden meestal aangepast om een processignaal voor analoog starten/stoppen te creëren. De ingangssignalen worden opnieuw geschaald om te worden Proceseenheid [322] gebruikt voor weergeven of als signaal voor de analoge Selectie van de eenheid voor de proceswaarde.
Voorbeeld: Nr. voor seri- Nr. voor seri- Teken Teken Een gebruikerseenheid aanmaken met de naam "kPa". ele comm. ele comm. 1. Druk in menu [323] op om de cursor weer te geven. ü 2. Druk op om de cursor naar rechts verplaatsen. 3.
8.3.3 Startinstellingen [330] Controleer of de motor kan accelereren met de vereiste belasting (start DOL). Deze functie kan ook worden gebruikt Submenu met alle functies voor starten. bij kortgesloten thyristors. Startmethode [331] 6-7 x I n_soft De beschikbare startmethodes zijn: Lineaire of kwadratische koppelbesturing Een goed geconfigureerde, koppelgestuurde start heeft een lineaire snelheidstoename en een lage inschakelstroom...
Pagina 85
Aanvangsspanning [334] Wordt gebruikt met startmethode spanningsregeling. 334 Aanv Spann Standaard: Instelbereik: 0 - 90% van U [221] n_mot Periode Stroom Begr [335] stroombgrenzing Er kan een stroombegrenzing worden toegevoegd aan alle startmethodes. Dit regelt de stroom tijdens de startaanloop totdat de maximale spanning is bereikt.
neemt de inschakelperiode toe tot maximaal met de helling van de aanloop van 6 seconden. Stroombegrenzing verhoogd aanloopkoppel 335 Stroom Begr Standaard: Instelbereik: Uit, 150 - 500% van I [224] n_mot LET OP: Hoewel de stroombegrenzing kan worden inge- steld op een lage waarde van 150% van de waarde voor de nominale motorstroom [224], kan deze minimale Tijd verhoogd aanloopkoppel waarde niet algemeen worden gebruikt.
8.3.4 Stopinstelling [340] Stoppen wordt altijd geactiveerd door de thyristors om de stroom over te nemen als het bypasscontact is geopend. Als 341 Stop Methode de stroom goed door de thyristors stroomt, wordt de Uitlopen geselecteerde stopmethode uitgevoerd. Standaard: Uitlopen Stopmethode [341] Het motorkoppel wordt geregeld volgens Lin Koppel...
Pagina 88
veiligheid kan er een vertragingstijd tussen deze twee signalen in menu [346] worden ingesteld. Spanning De remmethode kan worden geactiveerd als “Omkeerrem” in menu [344] is geselecteerd. De werkelijke snelheid wordt gedetecteerd en de omkeerrem is actief totdat de snelheid n_mot onder een ingestelde limiet is gedaald.
Vertraging omkeerrem [346] 8.3.5 Jog [350] In dit menu kan een vertragingstijd voor de functie Zie voor het instellen van de functie voor de kruipsnelheid omkeerrem worden ingesteld. Als het relais dat is paragraaf 7.1.3, pagina 42. De jogfunctie kan worden door geconfigureerd voor “RunSignaal R”...
Belastingsmonitor en Niveau maximum alarm [4112] procesbeveiliging [400] In dit menu wordt het ingestelde “Maximaal alarmniveau” getoond (rechts op het display - gebied F). Tegelijkertijd wordt de werkelijke waarde van het asvermogen (%) links op 8.4.1 Belastingsmonitor [410] het display weergegeven (gebied F), de waarde tussen haakjes. Het werkelijke asvermogen is altijd zichtbaar in dit menu Met de functies in dit menu kan de softstarter worden zodat u heel gemakkelijk een geschikt maximaal alarmniveau...
Pagina 91
Maximaal vooralarm [412] Minimaal vooralarm [413] In deze menu's staan de instellingen voor het maximale In deze menu's staan de instellingen voor het minimale vooralarm voor de belastingsmonitor. vooralarm van de belastingsmonitor. Actie maximaal vooralarm [4121] Actie minimaal vooralarm [4131] Hier wordt ingesteld hoe het alarm reageert als er een Instelling van het alarm als er een "Minimaal vooralarm"...
Vertraging minimaal vooralarm [4133] Vertraging minimaal alarm [4143] Als het belastingsniveau daalt tot onder het alarmniveau Als het belastingsniveau onder het alarmniveau daalt langer langer dan de ingestelde tijd voor “Vertraging minimaal dan ingesteld bij de tijd voor “Vetraging min. alarm”, dan vooralarm”, dan wordt de geselecteerde “Actie minimaal wordt de geselecteerde "Actie minimaal alarm"...
Pagina 93
Als u de Autoset hebt uitgevoerd, kunt u de werkelijke niveau voor maximaal vooralarm is gezet, ten opzichte van instellingen voor het alarmniveau bekijken in menu's [4112], het nominale motorvermogen [223]. [4122], [4132] en [4142]. 4172 MaxVrAlrMar LET OP: Als u een alarmniveau handmatig verandert, gaat dit voor de laatst uitgevoerde level will override the last performed Autoset en wordt menu [4176] Normaal- Standaard:...
Alarm Autoset [4175] [223] en de bijbehorende alarmniveaus zijn ingesteld volgens de marges die zijn ingesteld in menu's [4171] - [4174]. Als er een Autoset wordt uitgevoerd, wordt de werkelijke waarde van het asvermogen gebruikt als basis voor het 8.4.2 Procesbeveiliging [420] instellen van de alarmniveaus.
Er kan een commando voor Autoreset worden ingesteld voor een alarm voor Rotor vast. Zie menu [2524]. [430] De Emotron TSA houdt continu de netspanning in de Alarmactie rotor vast [4221] gaten. Dit betekent dat de motor eenvoudig kan worden beschermd tegen over- en onderspanning en tegen spanningsonbalans.
Pagina 96
Vertraging alarm spanningsonbalans Vertraging alarm overspanning [4323] [4313] In dit menu wordt de reactievertraging voor het alarm voor spanningsonbalans, zoals ingesteld in [4321] en [4322], In dit menu wordt de reactievertraging voor het alarm voor geselecteerd. spanningsonbalans, zoals ingesteld in [4311] en [4312], geselecteerd.
I/O [500] Vertraging alarm onderspanning [4333] Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen en -uitgangen van de softstarter. In dit menu wordt de reactievertraging voor het alarm voor spanningsonbalans, zoals ingesteld in [4331] en [4332], 8.5.1 Analoge ingang [510] geselecteerd. Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
Pagina 98
Afb. 49 Selecteer spannings- of stroomingang met jumper S1. Referentie-ingangssignaa LET OP: Het kiezen van spannings- of stroomingang vindt plaats met S1. Als de jumper in de spanningsstand staat, kunnen alleen de menu-items voor spanning wor- Afb. 50 Normale configuratie volledige schaal den gekozen.
Maximumwaarde analoge ingang Minimumwaarde functie analoge [5132] ingang [5135] Parameter voor het instellen van de maximumwaarde van het Met “AnIn WaMin” kunt u een door de gebruiker externe referentiesignaal. Alleen zichtbaar als [512] = “Eigen gedefinieerde waarde voor het signaal definiëren. Alleen mA/V.”...
8.5.2 Digitale ingangen [520] [5135] AnIn WaMin = 0,000 bar [5136] Functie Max AnIn = Eigen definitie Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen. [5137] AnIn WaMax = 3,000 bar LET OP: Extra ingangen worden beschikbaar als de I/O- Filter analoge ingang [5139] optieprints worden aangesloten.
Digitale ingang 2 [522] naar Digitale Activeert andere parameterset. Zie Tabel ParSet kz 2 9 25 voor keuzemogelijkheden. ingang 4 [524] Activeert de Lokale mode zoals ingesteld in Dezelfde functie als DigIn 1 [521]. Standaardinstelling voor Lokaal/Ext. 10 [2173]. DigIn 2 [522] is “Stop”. Voor DigIn 3 [523] is de standaard “Set Ctrl 1”...
Instellingen analoge uitgang [532] Analoge uitgang geavanceerd [533] Vooraf ingestelde schaal en offset van de Met de functies in het menu "AnOut Advanced" kan de uitgangsconfiguratie. uitgang volledig worden afgestemd op de behoeften van de toepassing. De menu’s worden automatisch aangepast naar “mA”...
In Tabel 26, pagina 99 staan overeenkomende waarden van LET OP: Het is mogelijk om AnOut in te stellen als een de keuzes voor Min en Max, afhankelijk van de functie van omgekeerd uitgangssignaal door de instelling van de analoge uitgang [531]. "AnOut Min"...
Pagina 104
Relais 1 [551] Analoge uitgang comparator 2 omgekeerd. Stelt de functie voor relaisuitgang 1 in. CA 3 Analoge uitgang comparator 3. Analoge uitgang comparator 3 551 Relais 1 omgekeerd. Trip CA 4 Analoge uitgang comparator 4. Standaard: Bedrijf Analoge uitgang comparator 4 Uitgang is niet actief en constant laag.
Pagina 105
CTR2 Uitgang 2 teller. Motorspanning !CTR2 Uitgang 2 teller omgekeerd. Uitgang 1 klok. CLK1 (Klok Logic menu [660]) !CLK1 Uitgang 1 klok omgekeerd. Uitgang 2 klok. CLK2 (Klok Logic menu [660]) !CLK2 Uitgang 2 klok omgekeerd. Bedrijf Run-commando is actief. Het signaal kan worden gebruikt om de Run-signaal netspanningsmagneetschakelaar aan...
Printrelais [554] t/m [559] Voorbeeld: Startvertraging De motor start in voorwaartse richting 10 seconden nadat Deze extra relais zijn alleen zichtbaar als er een I/O-optieprint DigIn1 is geactiveerd (hoog). DigIn1 heeft een in positie 1 of 2 is geplaatst. De uitgangen heten “B1 Relais tijdsvertraging van 10 s.
Logische functies en Setup Analoge Comparator 1 [611] timers [600] Analoge comparator 1, parametergroep. In het menu Logic &Timers” menu [600] hebt u toegang tot Analoge comparator 1, Waarde [6111] comparators, logische functies, SR flipflops, timers en tellers, zodat er voorwaardelijke signalen kunnen worden Keuze van de analoge waarde voor "Analoge Comparator 1"...
Pagina 108
Het uitgangssignaal kan worden geprogrammeerd als een virtuele aansluitingsbron en op de relaisuitgangen. Referentiesignaal AnIn 6111 CA1 Waarde Stroom Standaard: Stroom CA1 NivoHi ProcesWaard 0 Koppel CA1 NivoLO Asvermogen El Vermogen Stroom Temperatuur °C PT100_1 °C PT100_2 °C PT100_3 °C Energie Modus Run Tijd...
Pagina 109
Voorbeeld Dit voorbeeld beschrijft het normale gebruik van het Tabel 27 Opmerkingen bijAfb. 58 voor de keuze "Hysterese”. constante niveau NivoHI en NivoLO voor comparators van het type hysterese en window. De functie wordt gebruikt Beschrijving Hysterese voor temperatuursregeling. Volg de stapsgewijze uitleg in Het referentiesignaal passeert de Niveau LO- Tabel 27 en Tabel 28.
Analoge comparator 1 type [6114] Kiest het analoge comparatortype, dus Hysterese of Venster. Tabel 28 Opmerkingen bij Afb. 58 voor de selectie Zie Afb. 55 en Afb. 56, pagina 103. “Window”. Beschrijving Window 6114 CA1 Type Het referentiesignaal passeert de waarde Hysterese voor Niveau HI van boven (signaal binnen grenswaarden window), de uitgang van...
Waarde timer analoge comparator 1 Ingestelde vertraging digitale [6118] comparator 1 [6152] De werkelijke timerwaarde voor analoge comparator 1 wordt Het activeren van het uitgangssignaal voor digitale in dit menu bekeken. comparator 1 wordt vertraagd met de ingestelde waarde in dit menu.
8.6.2 Logica-uitgangen [620] Expressie Logisch 1 [6211] Keuzemogelijkheden voor uitvoeringsvolgorde van de logische expressie voor de functie Logisch 1: Logisch 1 [621] Met behulp van een expressie-editor kunnen de 6211 L1 Expr ingangssignalen op logische wijze worden samengevoegd tot ((1.2).3).4 de Logic Y-functie om een logisch uitgangssignaal te creëren.
Ingang Logisch 1 1 [6212] Voorbeeld: Ingang 1 = CA1, ingesteld in menu [6212] IN dit menu wordt de eerste ingang voor de functie Logisch Ingang 2 = F1, menu [6214] 1 geselecteerd. Dezelfde keuzes gelden voor [6214] L1 Ingang 3 = T1Q, menu [6216] Ingang 2, [6216] L1 Ingang 3 en [6218] L1 Ingang 4.
Logisch 1 Ingang 2 [6214] Logische uitgang 4. Niet gebruikt voor Logisch 4. In dit menu wordt de tweede ingang voor de functie Logisch 1 geselecteerd. Logische uitgang 4 omgekeerd. Niet gebruikt voor Logisch 4. Uitgang logische timer 1 6214 L1 Input 2 !T1Q Uitgang logische timer 1 omgekeerd Uitgang logische timer 2...
Logisch 1 Operator 3 [6217] Reset vertraging Logisch 1 [621A] In dit menu wordt de derde operator voor de functie Logisch Het resetten van het uitgangssignaal voor de functie Logisch 1 geselecteerd. 1 wordt vertraagd met de ingestelde waarde in dit menu. Vergelijk met Afb.
8.6.3 Timers [630] De timerfunctie kan worden gebruikt als vertragingstimer, als intervaltimer met afzonderlijke Aan- en Uit-tijden Timer1 Trig (schakelmodus) of om een signaal te verlengen (modus aan- tijd). Het geselecteerde triggersignaal start de timerfunctie en het signaal wordt omgezet volgens de modusinstellingen, waardoor het uitgangssignaal (T1Q - T4Q) voor de timer Timer T1 wordt gegeven.
Modus Timer 1 [6312] Timer 1 T2 [6315] Selectie van de conversie van het triggersignaal, volgens de In dit menu wordt de “Uit”-tijd in de modus “Schakelen” beschrijvingen in Afb. 61 - Afb. 63. ingesteld. 6312 Timer1 Mode 6315 Timer1 T2 Vertraging 0:00:00.0 Standaard:...
Prioriteit instellen Voorbeelden van de verschillende prioriteitsinstellingen staat in Afb. 64. Voor “Prioriteit instellen” wordt het bepalende ingangssignaal ingesteld (SET) als beide ingangssignalen actief is, wat leidt tot een geactiveerd (=1) uitgangssignaal. Prioriteit resetten Zie Tabel 30. Tabel 30 Waarheidstabel voor Prioriteit instellen RESET SET (instellen) RESET...
Pagina 119
Flipflop 1 [641] Vertraging reset flipflop 1 [6415] Functies voor SR flipflop 1. Het ingangssignaal RESET voor flipflop 1 wordt vertraagd met de ingestelde waarde in dit menu. Modus Flipflop 1 [6411] 6415 F1 Rst Vert Prioriteitsinstelling van ingangssignalen voor flipflop 1. 0:00:00.0 Standaard: 0:00:00.0 (uren:minuten:seconden)
8.6.5 Tellers [650] Reset teller 1 [6512] De tellerfunctie telt pulsen en kan een signaal op een Het geselecteerde signaal wordt gebruikt als resetsignaal voor geselecteerde uitgang geven als de teller een specifiek niveau teller 1. Als het resetsignaal wordt geactiveerd (hoog), wordt bereikt.
8.6.6 Kloklogica [660] Weekdag klok 1 [6615] Weekdagen als de klokfunctie actief is. Als u in de bewerkingsmodus bent, selecteer of deselecteer de gewenste Klok 1 [661] weekdagen met de cursor en de toetsen PREV en NEXT op DE werkelijke waarde van klok 1 kan in dit menu worden het bedienpaneel.
Bedrijf/status [700] Elektrisch vermogen [717] Dit menu geeft het actuele elektrische uitgangsvermogen Menu met parameters voor het weergeven van alle werkelijke weer. bedrijfsgegevens, zoals toerental, koppel en vermogen. 8.7.1 Bedrijfswaarden [710] 717 Elektrisch ver- Alleen lezen mogen Proceswaarde [711] Eenheid: Resolutie: In dit menu wordt de werkelijke waarde van het actieve processignaal weergegeven, dus dezelfde waarde als in menu...
PT100B1 123 [71B] Fasevolgorde [71J] In dit menu wordt de werkelijke PT100-temperatuur voor de In dit menu wordt de fasevolgorde van de netspanning eerste PT100-optieprint (B1) weergegeven, behorende bij weergegeven. ingang 1, 2 en 3. Zie menu PT100-ingangen [2323], pagina 71J FaseVolgord Alleen lezen L123...
Pagina 124
Gebruikte integerwaarden en bits: Tabel 32 Trip- en waarschuwingsmeldingen Integere waarde Trip-/waarschuwingsmelding Vertegenwoordiging integerwaarde communicatie Actieve Parameterset, waarbij: Geen fout 1 - 0 0=A, 1=B, 2=C, 3=D. Motor I²t Bedrijf: 0=Gestopt 4 - 2 1=Motor door thyristor aangedreven Rotor vast 2=Motor door bypass aangedreven Ext alarm 1 Bron van Run/Stop-commando, waarbij:...
Status digitale ingang [723] Status Analoge uitgang [726] Dit menu geeft de status van de digitale ingangen aan. Zie Dit menu geeft de status van de analoge uitgang aan. Afb. 70. voorbeeld in Afb. 67. DigIn 1 726 Analoog Uit Alleen lezen DigIn 2 DigIn 3...
Timer status 1- 4 [72D] 8.7.3 Opgeslagen waarden [730] Dit menu heeft de actieve timers (T1Q - T4Q) aan. De weergegeven waarden zijn de feitelijke waarden die in de loop van de tijd zijn opgebouwd. Waarden worden opgeslagen bij uitschakeling en bij inschakeling weer 72D Timer 1-4 Alleen lezen bijgewerkt.
Tripgeheugen bekijken [800] 733 Energie Alleen lezen Hoofdmenu met parameters voor het bekijken van alle opgeslagen tripgegevens. In totaal slaat de softstarter de laatste 9 trips op in het tripgeheugen. Het tripgeheugen Eenheid: Wh (toont Wh, kWh, MWh of GWh) wordt geactualiseerd op basis van het FIFO-principe (First Instelbereik: 0 Wh–999.999 GWh...
Tripmelding [8111]-[8133] Tabel 33 Opgeslagen parameters tripmeldingen De informatie van de statusmenu’s wordt gekopieerd naar het Gekopieerd Tripmenu Beschrijving tripmeldingslog als er een trip plaatsvindt. 812F Tijd tot volgende start Tabel 33 Opgeslagen parameters tripmeldingen 8.7.3 Opgeslagen waarden [730] Gekopieerd Tripmenu Beschrijving 8131...
Type TSA [921] In dit menu wordt het type Emotron TSA op typecode Build Info [9221] weergegeven. De opties worden aangegeven op het productlabel van de softstarter. Zie paragraaf 1.4, pagina 5.
Pagina 130
Functionaliteit CG Drives & Automation, 01-5980-03r0...
RS232 serial communication galvanisch geïsoleerd. interface on top of the Emotron TSA unit. It is also possible to use the isolated RS485 or USB option boards (if Wij wijzen u erop dat de interne RS232-verbinding veilig installed).
Motorgegevens Proceswaarde Communicatiegegevens voor de verschillende motoren. Het is ook mogelijk om het Proceswaarde-feedback-signaal via een bus te verzenden (bv. vanaf een proces- of temperatuursensor). Modbus/ Profibus EtherCAT DeviceNet Profinet IO Stel het menu "Procesbron [321]" in op F(Bus). Gebruik de Motor Positie/ index...
3 significante cijfers, wordt dit opgeslagen als 1000. De waarde 72,0 kan worden weergegeven als het fixed point- In het floating point-formaat (F=1) van Emotron wordt een getal 72. Het ligt binnen het bereik 0-32767, wat betekent 16-bits woord gebruikt om grote (of hele kleine) getallen dat het 15-bits fixed point-formaat kan worden gebruikt.
Pagina 134
Programmeervoorbeeld: typedef struct int m:11; // mantissa, -1024..1023 int e: 4; // exponent -8..7 unsigned int f: 1; // format, 1->special emoint format eint16; //--------------------------------------------------------------------------- unsigned short int float_to_eint16(float value) eint16 etmp; int dec=0; while (floor(value) != value && dec<16) dec++;...
10. Theorie over softstarters In dit hoofdstuk worden verschillende startmethodes voor inductiemotoren uitgelegd en vergeleken. Ook worden de Stroom functies van softstarters met koppelbesturing en hun voordelen en beperkingen ten opzichte van andere startmethodes uitgelegd. Eerst krijgt u wat achtergrondinformatie over het starten van inductiemotoren in paragraaf 10.1.
Typische toepassingen met een constante belasting zijn liften, kranen en transportbanden. Lineaire T ~ I 1/4 T belastingskenmerken zijn typisch voor kalanderrollen en → = 1/2 I 1/9 T → diverse polijstmachines, terwijl een kwadratische relatie = 1/3 I tussen toerental en koppel typisch is voor pompen en LV = Lage spanning ventilatoren.
Pagina 137
Koppel Koppel Stroom Stroom Afb. 78 Sterdriehoekstart Afb. 79 Soft start - spanningsaanloop Het nadeel van de sterdriehoekstart is dat deze niet kan Uiteraard wordt er een veel soepelere start gerealiseerd worden aangepast aan een speciale toepassing. De spanning vergeleken met een sterdriehoekstart en neemt de in de ster- en driehoekaansluitingen wordt gedefinieerd door startstroom af.
Koppel Koppel Stroom Stroom Afb. 80 Soft start - spanningsaanloop met stroombegrenzing Afb. 81 Soft start – koppelbesturing Ook hier toont de afbeelding aan dat de resulterende Voor optimale startprestaties is het belangrijk dat de prestaties afhankelijk zijn van de combinatie van motor- en parameters van de softstarter, zoals beginkoppel en belastingskenmerken.
Pagina 139
Koppel Koppel <f <f Stroom Stroom <f <f Afb. 82 Starten met rotorweerstand Afb. 83 Spannings-/frequentieregeling Vanwege het lage startkoppel is het vaak niet mogelijk om de Zo'n motor kan dan worden gestart met een vrij eenvoudige rotorwikkelingen te kortsluiten en de starter met frequentieomvormer met spannings-/frequentieregeling.
10.4 Gebruik van softstarters met koppelbesturing We kunnen bepalen of een specifieke toepassing voordeel heeft van het gebruik van een softstarter door de relatie tussen de koppelkenmerken van de motor tijdens het starten en de vereisten voor de belasting te evalueren. Zoals we in de bovenstaande voorbeelden konden zien, profiteert de toepassing alleen van het gebruik van een softstarter als het belastingskoppel tijdens het starten ruim onder de...
Storingen of problemen die optreden na een redelijke periode van storingsvrij functioneren kunnen worden De Emotron TSA-softstarter is zodanig ontworpen dat er veroorzaakt door veranderingen in het systeem of in de slechts minimale service en onderhoud aan hoeft te worden omgeving van het systeem (bijvoorbeeld slijtage).
(en indicator) Bypassrelais is permanent Service nodig. Neem contact op met uw lokale Bypass dicht Harde trip kortgesloten. Emotron TSA-leverancier. Bypassrelais of de besturing Service nodig. Neem contact op met uw lokale Bypass open Harde trip vertoont storingen. Emotron TSA-leverancier.
Pagina 143
KlemOpen Open motorcontact, -kabel of Harde trip Start opnieuw. Als het alarm zich weer voordoet, neem (aansluitklem motorwikkeling. contact op met uw lokale Emotron TSA-leverancier. motor open) Multi 2 of 3 fases verloren in Controleer zekeringen en netspanning. FaseVerlies netspanning.
Pagina 144
Stel parameters in tijdens stilstand. van parameters niet toegestaan. Beschadigde thyristor of Service nodig. Neem contact op met uw lokale Thyristor open Harde trip besturingsbedrading. Emotron TSA-leverancier. Thyristor Service nodig. Neem contact op met uw lokale Harde trip Beschadigde thyristor. kortgesloten Emotron TSA-leverancier.
Pagina 145
Observatie Storingsindicatie Oorzaak Oplossing Het display is niet Geen Geen besturingsvoeding. Schakel de besturingsvoeding in. verlicht. Startcommando komt misschien vanaf verkeerde besturingsbron. Geef startcommando vanaf juiste Softstarter reageert niet op - - - - (Bijvoorbeeld vanaf bedienpaneel besturingsbron zoals ingesteld in startcommando als externe bediening is menu [2151] en [2152].
Pagina 146
Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud CG Drives & Automation 01-5980-03r0...
CG Drives & Automation. gebruiksaanwijzing of installatiehandleiding. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier. 12.3 I/O-print LET OP: Emotron TSA-softstarters zijn standaard voorzien van controlprints met coating en optieprints Bestelnummer Beschrijving met coating. 01-3876-51 I/O-optieprint 2.0...
Pagina 148
Opties CG Drives & Automation 01-5980-03r00...
13.3.1Reductie bij hoge temperatuur Als u een model wilt kiezen dat is aangepast aan de De Emotron TSA-softstarter is bedoeld om te werken bij een omgevingstemperatuur van maximaal 40 °C zonder reductievereisten, kunt u naar het volgende model kijken, de reductie.
Pagina 153
Voorbeeld: Een motor met de volgende gegevens wordt op een hoogte van 2.100 m gebruikt: Spanning: 400 V Stroom: 42 A (normaal bedrijf ) Vermogen: 22 kW Vanwege de grote hoogte is het TSA-model 52-042 niet meer geschikt voor dit doeleinde. De reductie van 1%/100 m wordt berekend voor de hoogte boven de gespecificeerde hoogte: 2.100 - 1.000 = 1.100 meter boven de gespecificeerde...
Bijlage 1: Menulijst Dit is een lijst met menuparameters voor Emotron TSA en U kunt een complete lijst met informatie over hun fabrieksinstellingen, samen met communicatie- communicatiegegevens en parametersets downloaden via instellingen voor de belangrijkste busformaten. www. cgglobal.com of www.emotron.com.
Pagina 158
Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat StartLimit 2341 StartLim AA Geen actie 43751 UInt UInt 2342 Starts/uur 43752 UInt, 1=1 UInt 2343 MinTTusStrt 43753 UInt, 1=1 min UInt 2344 TijdTotStrt 43754 UInt, 1=1 min UInt EnkFaseLosAA Harde Trip 43755 UInt...
Pagina 159
Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Comm Fout pagina 76 2641 CommFout AA Geen actie 43037 UInt UInt 2642 CommFt Tijd 0,5 s 43038 Long, 1=0.1s EInt Ethernet pagina 77 2651 IP Address 0.0.0.0 42701 UInt, 1=1 UInt...
Pagina 160
Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 2699 FB Input 31089 UInt, 1=1 UInt 269A FB Output 31090 UInt, 1=1 UInt 269B Last instno 31091 UInt, 1=1 UInt Proces pagina 78 Long, 1= zie 1=0.001, 1rpm, 1%, 1°C, 0.001 Ref Inst/Kyk 31002 EInt...
Pagina 161
Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Max VoorAlrm pagina 87 4121 MaxPreAlAct Geen actie 43777 UInt UInt 4122 MaxPreAlLev 108% 43778 Lang, 1=1% EInt 4123 MaxVrAlrVrt 0,5 s 43331 Long, 1=0.1s EInt Min Vooralrm 4131 MinVrAlrAct Geen actie 43779...
Pagina 176
CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.emotron.com/www.cgglobal.com...