CombiNorm
3.7
3.8
3.8.1
3.8.2
CN/NL (1906) 6.8
Aansluiten elektromotor
De elektromotor moet door een erkend elektro-installateur worden
aangesloten op het net, volgens de ter plaatse geldende voorschriften.
• Raadpleeg de bij de elektromotor meegeleverde voorschriften.
• Monteer, indien mogelijk, een werkschakelaar zo dicht mogelijk bij de pomp.
Verbrandingsmotoren
Veiligheid
Indien de pompunit is uitgevoerd met een verbrandingsmotor behoort de handleiding van
deze motor tot de levering van de groep. Indien deze handleiding niet aanwezig is
verzoeken wij u dringend contact met ons op te nemen.
Ongeacht deze handleiding moet u voor alle verbrandingsmotoren de volgende punten in
acht nemen:
• Neem de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
• De uitlaat van de verbrandingsgassen moet afgeschermd zijn tegen toevallige
aanraking.
• De startinrichting moet automatisch ontkoppeld worden als de motor is gestart.
• Het door ons ingestelde maximum toerental van de motor mag niet worden gewijzigd.
• Controleer voor het starten van de motor het oliepeil.
Draairichting
De draairichting van verbrandingsmotor en pomp is aangegeven door een pijl op
respectievelijk de verbrandingsmotor en het pomphuis. Controleer of de draairichting van
de motor overeenkomt met die van de pomp.
Installatie
35