Samenvatting van Inhoud voor Johnson Pump SPX Flow CombiNorm
Pagina 1
GEBRUIKERSHANDLEIDING CombiNorm Horizontale centrifugaalpomp volgens EN 733 (DIN 24255) Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing CN/NL (1906) 6.8 Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door en neem kennis van de inhoud voordat men de pomp in gebruik stelt of er onderhoud aan pleegt.
EG-Verklaring van overeenstemming (Richtlijn 2006/42/EG, bijlage II-A) Producent SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A.F. Philipsweg 51 9403 AD Assen Nederland verklaart hierbij dat alle pompen, van de pompfamilies CombiBloc, CombiBlocHorti, geleverd zonder aandrijving, CombiChem, CombiLine, CombiLineBloc, CombiNorm, zowel geleverd met aandrijving, in overeenstemming zijn met de bepalingen van richtlijn 2006/ 42/EG (zoals laatstelijk gewijzigd) en de volgende richtlijnen &...
Inbouwverklaring (Richtlijn 2006/42/EG, bijlage II-B) Producent SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A.F. Philipsweg 51 9403 AD Assen Nederland verklaart hierbij dat de gedeeltelijke voltooide pomp (Back-Pull-Out unit), van de pompfamilies CombiBloc, CombiBlocHorti, CombiChem, CombiLine, CombiLineBloc, in overeenstemming is met de volgende normen: CombiNorm, •...
Pagina 5
Gebruikershandleiding Alle in deze handleiding opgenomen technische- en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen blijven ons eigendom en mogen zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet gebruikt worden (anders dan ten behoeve van de bediening van deze pomp), gecopieerd, vermenigvuldigd, doorgegeven aan- of ter kennis gesteld worden van derden.
CombiNorm Inhoudsopgave Introductie Inleiding Veiligheid Garantie Controle geleverde goederen Instructies voor transport en opslag 1.5.1 Gewicht 1.5.2 Gebruik van pallets 1.5.3 Hijsen 1.5.4 Opslag Bestellen van onderdelen Algemeen Pompbeschrijving Toepassing Typeaanduiding Serienummer Stoelgroepen Constructie 2.6.1 Pomphuis / waaier 2.6.2 Asafdichting 2.6.3 Lagering Ecodesign Minimum Rendementseisen Water Pompen...
Pagina 8
3.4.4 Uitlijntoleranties Leidingwerk Toebehoren Aansluiten elektromotor Verbrandingsmotoren 3.8.1 Veiligheid 3.8.2 Draairichting Inbedrijfstellen Inspectie van de pomp Inspectie van de motor Pompen met oliebadgesmeerde lagering L3 - L4 - L6 Vullen van de quenchvloeistoftank MQ2 - MQ3 - CQ3 Gereedmaken pompunit voor inbedrijfstelling 4.5.1 Overige aansluitingen 4.5.2...
Pagina 9
CombiNorm 7.5.4 Montage van de slijtring Stopbuspakking S1, S2, S3, S4 7.6.1 Instructies voor demontage en montage van stopbuspakking 7.6.2 Vervangen van stopbuspakking S1, S2, S3, S4 7.6.3 Monteren nieuwe stopbuspakking S1, S2, S3, S4 7.6.4 Demontage asbus 7.6.5 Montage asbus Mechanische asafdichtingen M1, M2, M3, MQ2, MQ3, MW2, MW3 7.7.1 Instructies voor montage van een mechanische asafdichting...
CombiNorm 1 Introductie Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor het technisch- en onderhoudspersoneel en voor degenen die belast zijn met de bestelling van reserveonderdelen. Deze handleiding bevat belangrijke en nuttige informatie voor het goed functioneren en onderhouden van deze pomp. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om mogelijke ongevallen en ernstige beschadigingen te voorkomen en een veilig en storingvrij functioneren van deze pomp mogelijk te maken.
SPXFLOW heeft bij het vervaardigen van deze handleiding de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Desondanks kan SPXFLOW niet instaan voor de volledigheid van deze informatie en aanvaardt daarom geen aansprakelijkheid voor mogelijke onvolkomenheden in deze handleiding. De koper/gebruiker is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de informatie en voor het treffen van eventueel aanvullende en/of afwijkende veiligheidsmaatregelen.
CombiNorm 1.5.3 Hijsen Bij het hijsen van een pomp of een complete pompunit moeten de stroppen worden bevestigd zoals is aangegeven in figuur 1 en figuur 2. Gebruik bij het hijsen van een complete pumpunit altijd een geschikte en deugdelijke hijsinrichting, afgestemd op het totale gewicht van de last! Begeef u nooit onder een opgehesen last! Indien de elektromotor voorzien is van een hijsoog, dan is dit hijsoog alleen bedoeld als hulpmiddel bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan...
Bestellen van onderdelen In deze handleiding staan de door SPXFLOW geadviseerde reserve- en vervangingsonderdelen vermeld en de bestelinstructies hiervoor. Een bestel-faxformulier behoort tot deze handleiding. Bij bestellen van onderdelen en bij overige correspondentie met betrekking tot de pomp dient u altijd alle gegevens van het typeplaatje te vermelden. ➢...
CombiNorm 2 Algemeen Pompbeschrijving De CombiNorm is een reeks horizontale niet-zelfaanzuigende centrifugaalpompen volgens EN 733 (DIN 24255). Het hydraulisch inzetgebied is echter groter vanwege een groter aantal beschikbare pomptypen. Flensafmetingen, boutcirkel en aantal gaten zijn conform ISO 7005 PN16. De pomp wordt aangedreven door een standaard IEC voetmotor. Het vermogen wordt via een elastische koppeling overgebracht.
Typeaanduiding De pompen zijn leverbaar in diverse uitvoeringen. De belangrijkste kenmerken van de pomp staan vermeld in de typeaanduiding. Voorbeeld: CN 40C-200 G1 M2 L1 Pompfamilie CombiNorm Pompgrootte 40C-200 diameter persaansluiting [mm] - nominale waaier diameter [mm] Materiaal pomphuis gietijzer brons nodulair gietijzer Materiaal waaier...
CombiNorm Serienummer Het serienummer van de pomp of de pompunit vindt u op de naamplaat van de pomp en op de etiket op de cover van deze handleiding. Voorbeeld: 19-001160 jaar van fabricage 001160 unieke nummer Stoelgroepen De pompenreeks is onderverdeeld in een aantal stoelgroepen. Tabel 1: Stoelgroepindeling.
Constructie De pomp is modulair opgebouwd. De belangrijkste componenten zijn: • Pomphuis/waaier • Asafdichting • Lagering Elke stoelgroep heeft slechts één bijbehorende pompas, geschikt voor alle mogelijke lagerconfiguraties. Pomptypes 25-125, 25-160, 200-160, 300-200, 125-500 en 150-500 hebben een speciale as. Tevens zijn de pompen gestandaardiseerd in groepen met dezelfde aansluiting voor pompdeksel en lagerstoel.
CombiNorm Ecodesign Minimum Rendementseisen Water Pompen • Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en Raad; • Verordening (EU) No 547/2012 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor water pompen. 2.7.1 Introductie SPX Flow Technology Assen B.V.
Pagina 24
‘Verticale meertrapswaterpomp’ (MS-V) : een meertrapsdrooglopercentrifugaalwaterpomp (i > 1) waarin de waaiers gemonteerd zijn op een verticaal roterende as, die ontworpen is voor druk tot 2500 kPa (25 bar), met een nominale snelheid van 2900 min en een maximum debiet van 100 m /h (27,78.10 –3 /s);...
Pagina 25
CombiNorm • ‘House of Efficiency’ De benadering volgens het "House of Efficiëncy" houdt zowel rekening met ontwerpeisen als ook met toepassingseisen en daarbij het minimum rendement in relatie tot de capaciteit van de pomp. Het minimum vereiste rendement is daarom voor elk type pomp weer anders. Of de pomp voldoet hangt af van twee criteria, A en B.
2.7.3 Energie Efficiënte Pomp Selectie Bij het selecteren van de pomp moet er voor worden gezorgd dat het gevraagde werkpunt zo dicht mogelijk bij het beste rendementspunt (BEP) ligt. Een specifieke opvoerhoogte en capaciteit kan worden bereikt door het veranderen van de diameter van de waaier zodat er geen onnodig energieverlies optreedt.
CombiNorm 2.7.4 Toepassingsgebied van Richtlijn 2009/125/EG De volgende SPX Flow Technology pompen vallen in het toepassingsgebied van de richtlijn: • CombiNorm (ESOB) • CombiChem (ESOB) • CombiBloc (ESCC) • CombiBlocHorti (ESCC) • CombiLine (ESCCi) • CombiLineBloc (ESCCi) Pompen met half-open waaier valt buiten het bereik van de richtlijn. Halfopen waaiers zijn ontworpen voor het verpompen van vloeistoffen met vaste deeltjes.
Pagina 28
Figuur 6: Naamplaat SPX Flow Technology Assen B.V. CR Nr. 04029567 Dr. A.F. Philipsweg 51, NL-9403 AD Assen www.johnson-pump.com Type m /h Ø MEI ≥ °C eff. p max. p test item no. Order No. Bearing No. Tabel 3: Naamplaat CN 40C-200 G1 M2 L1 Pompfamilie en type Nominale capaciteit...
Pagina 29
CombiNorm Figuur 7: Naamplaat ATEX gecertificeerd - www.johnson-pump.com SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A.F. Philipsweg 51, NL-9403 AD Assen - CR Nr. 04029567 Type: Ø MEI ≥ Code: eff. No.: Tabel 4: Naamplaat ATEX gecertificeerd CN 40C-200 Pompfamilie en type G1 M2 L1 Pompcode 19-001160...
Pagina 31
CombiNorm 2 De benchmark voor de meest efficiënte waterpompen is MEI ≥ 0,70. 3 Fabricagejaar; de eerste 2 posities (= laatste 2 posities van het jaartal) van het serienummer van de pomp zoals dat staat aangegeven op de naamplaat. Een voorbeeld hiervan met toelichting is weergegeven in paragraaf 2.7.5 "Product informatie"...
Inzetgebied Globaal is het inzetgebied als volgt: Tabel 6: Inzetgebied. Maximumwaarde Capaciteit 1500 m Opvoerhoogte 140 m Systeemdruk 16 bar Temperatuur 200 °C De maximaal toelaatbare drukken en temperaturen zijn echter sterk afhankelijk van de gebruikte materialen en componenten. Er kunnen ook verschillen ontstaan door de bedrijfsomstandigheden.
CombiNorm 3 Installatie Veiligheid • Lees voor het opstellen en in gebruik nemen eerst aandachtig deze handleiding. Niet nakomen van de voorschriften kan ernstige schade aan de pomp tot gevolg hebben, die niet door onze garantievoorwaarden wordt gedekt. Volg de aangegeven aanwijzingen puntsgewijs op.
Opstellen 3.4.1 Plaatsen van een pompunit Bij levering als pompunit zijn pomp- en motoras zuiver in elkaars verlengde afgesteld in de fabriek. 1 Stel bij vaste opstelling de fundatieplaat waterpas op het fundament af met behulp van vulplaatjes. 2 Haal vervolgens de moeren van de fundatiebouten voorzichtig aan. 3 Controleer daarna de uitlijning van pomp- en motoras en lijn deze indien nodig opnieuw uit, zie paragraaf 3.4.3 "Uitlijnen van de koppeling".
CombiNorm 2 Herhaal dezelfde controle aan beide zijden van de koppeling ter hoogte van de pompas. Verplaats de elektromotor zodanig, dat de liniaal over de gehele lengte tegen de beide koppelingshelften aanligt. 3 Controleer de uitlijning nogmaals met behulp van een diktepasser (B) op 2 diametraal tegenover elkaar liggende punten op de zijkanten van de koppelingshelften, zie figuur 4 Monteer de beschermkap.
Leidingwerk • De leidingen moeten zuiver passend aansluiten en ook tijdens het bedrijf spanningsvrij blijven. Voor de maximaal toelaatbare krachten en momenten op de pompflenzen zie paragraaf 10.9 "Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen". • De doorlaat van de zuigleiding moet ruim bemeten zijn. Deze leiding moet zo kort mogelijk zijn en zodanig naar de pomp toelopen dat er geen luchtzakken kunnen ontstaan.
CombiNorm Aansluiten elektromotor De elektromotor moet door een erkend elektro-installateur worden aangesloten op het net, volgens de ter plaatse geldende voorschriften. • Raadpleeg de bij de elektromotor meegeleverde voorschriften. • Monteer, indien mogelijk, een werkschakelaar zo dicht mogelijk bij de pomp. Verbrandingsmotoren 3.8.1 Veiligheid...
CombiNorm 4 Inbedrijfstellen Inspectie van de pomp • Bij uitvoering met stopbuspakking: Verwijder de asafdichingsbeschermkappen (0276). Controleer of de moeren (1810) niet te vast zijn aangedraaid. Draai indien nodig deze moeren los zet deze met de hand weer vast. Monteer de asafdichtingsbeschermkappen.
Gereedmaken pompunit voor inbedrijfstelling Ga als volgt te werk, zowel bij een eerste in bedrijfstelling, als bij het terugplaatsen van de pomp na een reparatie: 4.5.1 Overige aansluitingen • Cartridge seal configuratie CD3 moet aangesloten zijn op een buffervloeistoftoevoer met overdruk. Stel de buffervloeistofdruk 1,5 -2 bar hoger dan de druk ter plaatse van de waaiernaaf, zie paragraaf 10.8 "Druk ter plaatse van de waaiernaaf voor asafdichtingsgroepen S..
CombiNorm Afstellen van de asafdichting 4.8.1 Stopbuspakking Na het opstarten van de pomp zal de pakkingbus een zekere lekkage vertonen. Door het opzwellen van de pakkingvezels zal deze lekkage geleidelijk afnemen. Let erop dat de pakking niet droog komt te lopen. Draai daarom in dit geval de moeren (1810) losser, zodanig dat de pakking druppelsgewijze blijft lekken.
CombiNorm 5 Onderhoud Dagelijks onderhoud Controleer regelmatig de uitlaatdruk. Indien de pompruimte wordt schoon gespoten mag er geen water in het aansluitkastje van de elektromotor komen! Spuit nooit water tegen hete pompdelen! Door de plotselinge afkoeling kunnen deze delen barsten en de hete vloeistof kan dan naar buiten spuiten! Gebrekkig onderhoud leidt tot een kortere levensduur, mogelijk uitval en in ieder geval verlies van de garantie.
• De vetgesmeerde uitvoering met een tweerijig hoekcontactkogellager en een cilinderlager (L2) dient na 1000 bedrijfsuren nagesmeerd te worden. De lagers zijn bij aflevering van vet voorzien. Bij revisie van de pomp dienen de lagers en de lagerruimte gereinigd te worden en van nieuw vet te worden voorzien. Zie paragraaf 10.1 "Smeermiddelen"...
CombiNorm 6 Storingen oplossen Storingen in een pompinstallatie kunnen verschillende oorzaken hebben. De storing hoeft niet in de pomp te zitten, maar kan ook door het leidingsysteem of de bedrijfsomstandigheden veroorzaakt worden. Controleer altijd eerst of de installatie conform de voorschriften in deze handleiding is uitgevoerd en of de bedrijfsomstandigheden nog overeenkomen met de specificaties waarvoor de pomp is aangeschaft.
Pagina 46
Tabel 9: Meest voorkomende storingen. Mogelijke oorzaken Pomp of zuigleiding is niet voldoende gevuld en ontlucht Er komt lucht of gas uit de vloeistof Er is een luchtzak in de zuigleiding Er is een luchtlek in de zuigleiding De pomp zuigt lucht aan via de stopbuspakking De sper- of spoelwateraansluiting op de pakkingbus is niet aangesloten of verstopt De lantaarnring in de pakkingbus is fout gemonteerd De manometrische zuighoogte is te groot...
CombiNorm 7 Demontage en montage Veiligheidsmaatregelen Neem afdoende maatregelen om te voorkomen dat de motor gestart kan worden terwijl u met de pomp aan het werk bent. Dit is vooral van belang bij elektromotoren die op afstand gestart worden: • Zet de werkschakelaar bij de pomp, indien aanwezig, op "UIT". •...
Back-Pull-Out systeem De pompen zijn uitgevoerd met een Back-Pull-Out systeem. Indien de pomp unit is voorzien van een spacerkoppeling, hoeft alleen de spacer verwijderd te worden. Hierna kan de lagerstoel met het hele roterende gedeelte verwijderd worden. Dit betekent dat vrijwel de gehele pomp gedemonteerd kan worden zonder dat de zuig- en persleiding losgenomen hoeft te worden.
CombiNorm 7.4.3 Montage van de Back-Pull-Out unit 1 Plaats een nieuwe pakking (0300) in de rand van het pomphuis en monteer de gehele lagerstoel weer in het pomphuis. Draai de cilinderkopschroeven (0800) kruiselings aan. 2 Monteer de stoelsteun (0140) op de fundatieplaat. 3 Sluit de eventueel losgenomen koel en/of spoelleidingen weer aan.
Pagina 50
3 Sluit de beschermkap en monteer een bout (0960). Zie figuur 15. 0960 0970 0980 0990 Figuur 15: Montage beschermkap. 4 Monteer de beschermkap (0270) aan pompzijde. Plaats deze over de aanwezige beschermkap aan motorzijde. De ringvormige groef moet zich aan pompzijde bevinden.
CombiNorm Vervangen waaier en slijtring De speling tussen de waaier en de slijtring is bij aflevering 0,3 mm op de diameter. Indien de speling door slijtage 0,5-0,7 mm is geworden, moeten waaier en slijtring vervangen worden. 7.5.1 Demontage van de waaier 0110 0120 1320...
7.5.3 Demontage van de slijtring Na demontage van de Back Pull Out unit kan de slijtring gedemonteerd worden. Deze ring zit meestal zo vast dat hij niet onbeschadigd gedemonteerd kan worden. Figuur 19: Verwijderen van de slijtring. 1 Meet de dikte (d) en de breedte (b) van de ring, zie figuur 19 A. 2 Sla op twee tegenover elkaar liggende plaatsen een centergaatje midden in de rand van de ring, zie figuur 19 B.
CombiNorm Stopbuspakking S1, S2, S3, S4 7.6.1 Instructies voor demontage en montage van stopbuspakking ➢ Lees eerst de volgende instructies betreffende stopbuspakking. Houdt u hieraan bij het verwijderen en monteren van stopbuspakking. • Voor het verwijderen van oude pakkingringen kan uw pakkingleverancier een speciale pakkingtrekker leveren.
7.6.2 Vervangen van stopbuspakking S1, S2, S3, S4 Voor het vervangen van de stopbuspakking is het niet nodig om de pomp te demonteren, wel moet de pomp worden afgetapt, zie paragraaf 7.3 "Aftappen". 1120 1800 1110 1810 2220 1100 1140 1130 Figuur 22: Stopbuspakking S1, S2, S3 en S4.
CombiNorm Mechanische asafdichtingen M1, M2, M3, MQ2, MQ3, MW2, MW3 7.7.1 Instructies voor montage van een mechanische asafdichting ➢ Lees eerst de volgende instructies voor montage van een mechanische asafdichting. Houdt u bij montage van een mechanische asafdichting aan deze instructies. •...
7.7.3 Montage van een mechanische asafdichting M1 ➢ Speciaal gereedschap: De montage van de asafdichtingsgroep M1 gaat makkelijker met een speciaal conisch montagebusje. De scherpe randen op de pompas worden daar- mee afgedekt zodat er minder kans is dat de asafdichting bij montage beschadigd wordt.
CombiNorm 7.7.4 Demontage van een mechanische asafdichting M2-M3 1270 1420 1450 1210 1300 1810 1440 1800 1320 1230 1860 1820 1340 1410 1200 1220 1380 1310 Figuur 26: Mechanische asafdichting M2-M3. De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 26. 1 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.5.2 "Montage van de waaier". 2 Verwijder de asafdichingsbeschermkappen (0276).
6 Schuif de asbus (1200) op de pompas. 7 Monteer het pompdeksel in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel. Controleer of het pompdeksel zuiver haaks op de pompas staat. 8 Monteer het deksel van de mechanische asafdichting (1230) tegen het pompdeksel. Let op de juiste stand in verband met de plaats van de aansluitingen.
CombiNorm 7.7.7 Montage van een mechanische asafdichting MQ2-MQ3 1 Controleer of de asbus (1200) en de smoorbus (1210) (indien aanwezig) onbeschadigd zijn. Vervang deze delen indien nodig. Borg hierbij de smoorbus (1210) met Loctite 641. 2 Leg het deksel van de mechanische asafdichting plat neer en druk de tegenring van de asafdichting er recht in.
CombiNorm 7.7.9 Montage van een mechanische asafdichting MW2-MW3 1 Controleer of de asbus (1200) en de smoorbus (1210) onbeschadigd zijn. Vervang deze delen indien nodig. Borg hierbij de smoorbus (1210) met Loctite 641. 2 Plaats de O-ring (1350) in de groef van de koelmantel. Doe wat glycerine of siliconenspray op de O-ring om de montage te vergemakkelijken.
Cartridge seals C2, C3, CQ3, CD3 7.8.1 Instructies voor de montage van een cartridge seal ➢ Lees eerst de volgende instructies voor de montage van een cartridge seal. Houdt u bij montage van een cartridge seal aan deze instructies. • Deze mechanische asafdichting is uitgevoerd als 'full cartridge seal'. Dit betekent dat deze mechanische asafdichting als één enkel onderdeel gemonteerd moet worden en NOOIT in delen uiteen genomen mag worden! •...
CombiNorm 7.8.3 Montage van een cartridge seal 1 Plaats de lagerstoel met de as verticaal (waaierzijde omhoog). 2 Schuif de seal cartridge en (alleen voor stoelgroep 3) de verloopring over de pompas. 3 Plaats een nieuwe pakking (1300) (alleen voor stoelgroep 3). 4 Monteer het pompdeksel (0110) in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel (2100).
Lagering 7.9.1 Instructies voor lagermontage en -demontage ➢ Lees eerst de volgende instructies voor montage en demontage. Houdt u hieraan bij demontage en montage van de lagers. Demontage: • Haal de lagers altijd met een geschikte kogellagertrekker van de pompas! •...
7.10.2 Montage van lagering L1 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Doe de binnenborgring (2300), de afstelring (2340) en de afstandsbus (2350) om de pompas. 3 Verwarm de lagers voor en monteer deze op de pompas. Zorg dat de lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de borst op de pompas en tegen de afstandbus (2350).
7.10.4 Montage van de lagering L3 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Doe de binnenborgring (2300), de afstelring (2340) en de afstandbus (2350) om de pompas. 3 Verwarm de lagers voor en monteer deze op de pompas. Zorg dat de lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de borst op de pompas en tegen de afstandbus (2350).
7.10.6 Montage van de lagering L2 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Doe achtereenvolgens de Nilos ring (2310), de binnenborgring (2300) en de Nilos ring (2320) om de pompas. Let op de juiste plaats en positie van de Nilos ringen! 3 Monteer de afstelring (2340) op de pompas (n.v.t.
CombiNorm 7.10.7 Demontage lagering L4 (verzwaard, oliegesmeerd) 2100 2810 2160 2250 2330 2260 2160 2110 2360 2210 2200 2120 2340 2340 2810 2300 2110 2120 Figuur 33: Lagering L4 (verzwaard, oliegesmeerd). De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 33. 1 Demonteer de waaier en de asafdichting. 2 Demonteer de koppeling met een koppelingtrekker en verwijder de koppelingspie (2210).
7.10.8 Montage van de lagering L4 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Doe de binnenborgring (2300), de afstelring (2330) en de afstelring (2340) (n.v.t. voor stoelgroep 4) om de pompas. 3 Verwarm het tweerijig hoekcontactkogellager (stoelgroep 4: de 2 enkelrijige hoekcontactkogellagers) en de binnenring van het cilinderlager en monteer deze op de pompas.
7.11.2 Montage van lagering L5 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Monteer de binnenborgring (2300) en de afstandbus (2350) op de pompas. 3 Verwarm de kogellagers en monteer deze op de pompas. Let op de montagevolgorde: monteer het kleinste kogellager aan aandrijfzijde! 4 Zorg dat alle lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de asborst en tegen de afstandbus (2350).
CombiNorm 7.11.4 Montage van lagering L6 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Monteer de binnenborgring (2300) en de afstandbus (2350) op de pompas. 3 Verwarm de kogellagers en monteer deze op de pompas. Let op de montagevolgorde: monteer het kleinste kogellager aan aandrijfzijde! 4 Zorg dat alle lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de asborst en tegen de afstandbus (2350).
7.12 Axiale afstelling van lagerconstructie L5 en L6 2816 2200 2840 2815 4740 Figuur 35: Axiale afstelling van lagering L5 en L6. Indien een pomp met lagering L5 of L6 gedemonteerd is geweest moet na de montage de axiale speling tussen waaier en pomphuis afgesteld worden. Deze speling moet aan weerszijden gelijk zijn.
Aansluitingen 8.2.1 Stoelgroepen 0, 1, 2, 3 M2-M3 MQ2-MQ3 MW2-MW3 C2-C3 Figuur 36: Aansluitingen voor stoelgroepen 0, 1, 2, 3. Tabel 10: Aansluitingen naar de pomp. 25-125 25-160 Olieaftap G ½ G ¼ Aftap pomphuis G ½ G ¼ Olievuldop G ½...
CombiNorm 8.2.2 Stoelgroep 4 Figuur 37: Aansluitingen voor stoelgroep 4 Tabel 12: Aansluitingen voor stoelgroep 4. Inlaat koelwater G ¼ Uitlaat koelwater G ¼ Olieaftap G ½ Aftap koelwater G ¼ Olievuldop G ½ Olieniveauregelaar G ¼ Inlaat spoelvloeistof G ¼ Ontluchting G ¼...
Afmetingen pomp - stoelgroepen 0, 1, 2, 3 ajx O al Rp½ O vd O 12 Figuur 38: Pomp - stoelgroepen 0, 1, 2, 3. ISO 7005 PN6 (ND6 volgens EN 1092-2) ai x ak aj x al 64,5 50,8 117,5 4 x 14 4 x 11 ISO 7005 PN16...
Pagina 81
CombiNorm aa ab da db ea eb ec ed mg tb va vb vc vd ve vf vi zd [kg] 25-125 32 25 374 100 45 8 27 24 60 386 100 140 170 12 70 10 225 35 62 324 215 20 25-160 25 25 387 132 45 8 27 24 100 401 100 190 220 14 70 10 239 40 64,5 337 284 34 32-125...
Afmetingen pomp - stoelgroep 4 Figuur 39: Pomp - stoelgroep 4. ISO 7005 PN 16 ai x ak aj x al 8 x 18 8 x 22 12 x 22 12 x 26 12 x 26 ISO 7005 ≅ EN 1092-2 aa ab da db ea eb ec ed mg tb vc vd ve vf zd [kg]...
CombiNorm 9 Onderdelen Bestellen van onderdelen 9.1.1 Bestelformulier Om onderdelen te bestellen, kunt u gebruik maken van het bestelformulier, dat bij deze handleiding is gevoegd. U moet op de bestelling altijd de volgende zaken vermelden: 1 Uw adresgegevens. 2 De aantal, het positienummer en de omschrijving van het onderdeel. 3 Het pompnummer.
9.29.5 Cartridge seal C3 - CARTEX SN met conische deksel en plan 11 1420 1450 1440 1200 1800 1815 1810 1320 1860 1410 1820 1340 1220 1300 1280 Figuur 97: Mechanische asafdichting C3 - CARTEX SN (A = st.gr. 3). 9.29.6 Stuklijst asafdichtingsgroep C3 - CARTEX SN met conische deksel en plan 11 Pos.nr...
CombiNorm 10 Technische gegevens 10.1 Smeermiddelen 10.1.1 Olie Tabel 14: Aanbevolen oliesoorten voor omgevingstemperaturen boven 15 °C volgens classificatie ISO VG 68. Energol HLP-HM 68 CHEVRON Rando HDZ 68 CHEVRON Regal Premium EP 68 EXXONMOBIL Mobil D.T.E. Oil Heavy Medium EXXONMOBIL Teresstic T 68 SHELL...
10.5 Maximum werkdruk Tabel 23: Maximum werkdruk. Beschikbare asafdichtingen en maximum werkdruk [bar] bij 50 °C, Maximum afhankelijk van de materiaalvariant. toerental* MW3 MW2 CD3 MW3 MW2 CD3 MW3 MW2 CD3 MQ3 MQ2 MQ3 MQ2 MQ3 MQ2 25-125 3600 25-160 3600 32-125 3600...
Pagina 171
CombiNorm Tabel 23: Maximum werkdruk. Beschikbare asafdichtingen en maximum werkdruk [bar] bij 50 °C, Maximum afhankelijk van de materiaalvariant. toerental* MW3 MW2 CD3 MW3 MW2 CD3 MW3 MW2 CD3 MQ3 MQ2 MQ3 MQ2 MQ3 MQ2 125-315 2300 2400 125-400 1800 1800 125-500 1500 150-125 1800 2400...
10.7 Druk in de asafdichtingsruimte voor asafdichtingsgroepen M.. en C.. Druk in de asafdichtingsruimte boven de inlaatdruk bij externe circulatie van het medium vanaf perszijde, berekend voor een soortelijke massa van 1000 kg/m Tabel 26: Druk in de asafdichtingsruimte voor asafdichtingsgroepen M2-MQ2-MW2- M3-MQ3-MW3-C2-C3-CQ3.
10.8 Druk ter plaatse van de waaiernaaf voor asafdichtingsgroepen S.. en CD3 Druk ter plaatse van de waaiernaaf boven de inlaatdruk, berekend voor een soortelijke massa van 1000 kg/m Tabel 27: .Druk ter plaatse van de waaiernaaf voor asafdichtingsgroepen S1-S2-S3-S4- CD3.
Pagina 177
CombiNorm Tabel 27: .Druk ter plaatse van de waaiernaaf voor asafdichtingsgroepen S1-S2-S3-S4- CD3. n[min ]/[bar] 900 1200 1500 1800 2100 2400 2700 3000 3300 3600 125-250 125-315 125-400 125-500 150-125 150-160 150-200 150-250 150-315 150-400 150B-400 150-500 200-160 200-200 200-250 200-315 200-400 250-200...
10.9 Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen De krachten en momenten die op de pompflenzen worden uitgeoefend tengevolge van de belasting door de leidingen kunnen leiden tot uitlijnfouten van pomp- en motoras, vervorming en overspanning van het pomphuis, of overspanning op de bevestigingsbouten tussen de pomp en de fundatieplaat.
Pagina 179
CombiNorm Tabel 28: Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen, gebaseerd op EN-ISO 5199 Pompunit met niet-aangegoten fundatieplaat Horizontale pomp, zuigflens, x-as Horizontale pomp, persflens, z-as Kracht [N] Moment [Nm] Kracht [N] Moment [Nm] ΣF ΣM ΣF ΣM 25-125 315 298 368 578 263 298 385 560 245 298 263 455 210 245 315 455 25-160 263 245 298 455 210 245 315 455 245 298 263 455 210 245 315 455 32-125...
10.11 Geluidgegevens 10.11.1 Geluid als funktie van het pompvermogen [dB(A)] P [kW] Figuur 110: Geluid als functie van het pompvermogen bij 1450 min A = geluidsvermogenniveau, B = geluidsdrukniveau. [dB(A)] P [kW] Figuur 111: Geluid als functie van het pompvermogen bij 2900 min A = geluidsvermogenniveau, B = geluidsdrukniveau.
CombiNorm 10.11.2 Geluidsniveau van de totale pompunit L [dB] 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 |L1 - L2| [dB] Figuur 112: Geluidsniveau van de totale pompunit. Om het geluidsniveau van de totale pompunit te bepalen, moet het geluidsniveau van de motor bij dat van de pomp opgeteld worden.
Pagina 186
Technische gegevens CN/NL (1906) 6.8...
Pagina 187
CombiNorm Index Aanbevolen borgingsmiddelen ..166 Constructie ......20 Aanbevolen montagevet ....166 asafdichting .
Pagina 188
Inspectie Oliebadgesmeerde lagers motor ......37 onderhoud ..... . 42 pomp .
Bestelformulier voor reservedelen ADRES U wordt verzocht om het bestelformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. Besteldatum: Uw ordernummer: Pomptype: Uitvoering: Aantal Pos.Nr Onderdeel Pompnummer Afleveradres: Factuuradres: Besteld door: Handtekening: Telefoon: ORDFORM (1512) 3.3 NL...
Pagina 193
CombiPrime H Horizontal self-priming centrifugal pump CombiNorm Horizontale centrifugaalpomp volgens EN 733 (DIN 24255) SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A. F. Philipsweg 51, 9403 AD Assen, NEDERLAND Phone: + 31 (0) 592 37 67 67 Fax: + 31 (0) 592 37 67 60 E-Mail: johnson-pump.nl@spxflow.com www.spxflow.com/johnson-pump www.spxflow.com...