Inbedrijfstelling en werking
3.13.2
Opklimladder en toegangsdeur
AANWIJZING
Vóór aanvang van het rijden moet
de toegangsdeur gesloten zijn,
de ladder naar boven gezwenkt en met de hendel beveiligd zijn.
Opklimladder naar beneden zwenken en laadruimtedeur openen:
Bij het naar beneden zwenken van de opklimladder (Afb. 25 / pos. 1) en
het openen van de laadruimtedeur (Afb. 25 / pos. 2) moet als volgt te
werk worden gegaan:
Met één hand de opklimladder (Afb. 25 / pos. 1) beveiligen tegen
onbedoeld naar beneden klappen en met de andere hand de
beveiliging (pos. 3) naar achteren drukken en de hendel (Afb. 25 /
pos. 4) door naar beneden trekken ontgrendelen
De opklimladder (Afb. 25 / pos. 1) met beide handen naar beneden
zwenken, tot deze compleet tegen het opstapje (Afb. 25 / pos. 5) zit.
De toegangsdeur (Afb. 25 / pos. 2) volledig openen en met de
hendel (Afb. 25 / pos. 4) de geopende toegangsdeur (pos. 2) tegen
onbedoelde beweging vergrendelen
brengen van de hendel (Afb. 25 / pos. 4).
Bij het betreden en verlaten van de laadruimte de handgreep (Afb.
25 / pos. 6) gebruiken.
Laadruimtedeur sluiten en opklimladder erop zwenken.
Om de toegangsdeur (Afb. 26 / pos. 2) weer te sluiten en de
opklimladder (Afb. 26 / pos. 1) weer terug te brengen in de bovenste
positie, moet als volgt te werk worden gegaan:
Door het naar beneden trekken van de hendel (Afb. 26 / pos. 4) de
toegangsdeur (Afb. 26 / pos. 2) ontgrendelen
De hendel blijft vervolgens in ontgrendelde stand
De opklimladder (Afb. 26 / pos. 1) met beide handen naar boven
zwenken, tot deze compleet tegen de toegangsdeur (Afb. 26 / pos.
2) zit.
Door het naar boven brengen van de hendel (Afb. 26 / pos. 4) de
opklimladder (Afb. 26 / pos. 1) en de toegangsdeur (Afb. 26 / pos. 2)
gelijktijdig vergrendelen
daarbij automatisch vergrendeld en voorkomt onbedoeld openen.
201803 nl
door het naar boven
en volledig sluiten.
. De beveiliging (Afb. 26 / pos. 3) wordt
- 70 -
.
2
5
Afb.
toegangsdeur
.
2
5
Afb.
toegangsdeur
1
6
3
4
25:
Opklimladder
1
3
4
26:
Opklimladder
en
6
en