Verzorging en onderhoud
5.12
Transportbodemketting
De kettingen moeten zo ingesteld worden, dat ze iets doorhangen. Als de doorgang te groot is, kan de ketting
bij het omkeren omslaan. Als de kettingen te strak gespannen worden, verslijten ze sneller.
De schroefverbindingen van de transportbodemlijsten moeten van tijd tot tijd gecontroleerd en
evt. aangehaald worden!
5.12.1
Transportbodemketting spannen
Bij het spannen van de transportbodemkettingen moet als volgt te werk
gaan:
Eerst de contramoeren (Afb. Spaninrichting pos. 1) losdraaien.
Vervolgens de instelschroeven (pos. 2) bijstellen. De instelmaten
moeten bij alle schroeven gelijk zijn.
De contramoeren (pos. 1) weer vast aanhalen.
5.12.2
Transportbodemketting inkorten
Bij opgebruikte spanbaan van de keerrollen van de transportbodem moeten eenmalig 2 schakels per ketting
verwijderd worden. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
Eerst de contramoeren (Afb. Spaninrichting pos. 1) losdraaien.
Vervolgens de instelschroeven (pos. 2) zover losdraaien, dat de keerrollen tot de aanslag naar achteren
geschoven kunnen worden.
Nu de kettingsloten openen.
Kettingen met 2 schakels inkorten. Dit moet bij alle kettingen worden uitgevoerd, om een gelijkmatige lengte
te behouden.
De kettingsloten moeten nu weer gemonteerd worden.
Vervolgens de instelschroeven (pos. 2) in overeenstemming met de vereiste kettingspanning instellen. De
instelmaten moeten bij alle schroeven gelijk zijn.
De contramoeren (pos. 1) weer vast aanhalen.
5.12.3
Transportbodemketting inkorten bij ongelijk uitgerekte kettingstrengen
Als de transportbodemkettingen ongelijk zijn uitgerekt, neem dan contact op met de klantenservice van
BERGMANN om passende informatie te ontvangen over de handelwijze bij het inkorten van de ketting.
Klantenservice:
Tel.:
+49 (0) 44 44 - 20 08 15
Fax:
+49 (0) 44 44 - 20 08 43
kundendienst@l-bergmann.de
201803 nl
Afb.: Spaninrichting
- 136 -
1
2