Verzorging en onderhoud
5.5
De machine reinigen
Tot de verzorging van de machine hoort naast de smering ook de reiniging. Hierbij moet het volgende in acht
genomen worden:
Alle drijfwerken en energietoevoer uitschakelen!
Aftakas uitschakelen, motor uitschakelen en contactsleutel verwijderen!
Voordat u onder de omhooggebrachte achterklep komt moet u deze met het afsluitventiel aan het strooiwerk
vastzetten!
Bij gebruik van een hogedrukreiniger dient u op het volgende te
letten:
o
op z'n vroegst 8 weken na levering (lakuitharding)
o
Minimale sproeikopafstand 50 cm
o
Hoogste druk 50 bar
o
max. watertemperatuur 50 °C
o
Sproeipijphoek 25°
o
geen reinigingsmiddelen gebruiken
o
uit de buurt van afdichtingen bij lagers, drijfwerken en
hydraulische onderdelen blijven
Na elke reiniging en na elk gebruik alle lagers grondig afsmeren, met name de keerrollen voor en de lagers
van de achterste transportas. Ook de plaatsen die in het smeerplan niet extra zijn genoemd, zoals bijv.
scharnieren aan de achterklep moeten met olie of vet verzorgd worden.
Reiniging na gebruik van de wagen en aansluitende afsmering waarborgen onmiddellijke inzetbaarheid en
verhindert dat het laadgoed uitdroogt en verhardt.
Controleer a.u.b. ook regelmatig de aandrijfkettingen!
Voor afsmering van de wagen zie paragraaf [Verzorging en onderhoud - smeerplannen]!
5.6
Vering
De minste beschadigingen aan het oppervlak van de veren leiden tot permanente breuken. Om een lange
levensduur van de veren te bereiken moet u de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Veermateriaal bij laswerkzaamheden afdekken
De veren nooit met scherpe voorwerpen, hamerslagen enz. bewerken
Bij laswerkzaamheden met elektrische lasapparaten de minpool nooit aan de veer bevestigen.
Beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.
201803 nl
B06-0541
- 118 -