5.13
Snijwerk
5.13.1
Mesinstelling
Om een optimale snede van het oogstgoed te bereiken, moet de
afstand van de snijmessen (Afb.: Mesinstelling pos. 1) tot de rotor (pos.
2) ca. 10 - 20 mm bedragen. De messen mogen de rotortrommel niet
aanraken.
Door het bijslijpen van de messen wordt de afstand tot
de rotortrommel niet gewijzigd.
5.13.2
Snijwerkinstelling
Het snijwerk wordt in de fabriek optimaal ingesteld.
Mocht het snijwerk afgesteld moeten worden, moet als volgt te werk
worden gegaan:
De contramoeren (Afb.: Snijwerkinstelling pos. 1) losdraaien.
Schroef (pos. 2) instellen.
De contramoeren (pos. 1) weer vast aanhalen.
Er moet op gelet worden, dat bij de instelling van de stelschroef de
afstand van de messen (Afb.: Mesinstelling pos.1) tot de rotor (Afb.:
Mesinstelling pos.2) links en rechts gelijk is ingesteld.
Afb.: Mesinstelling
Afb.: Snijwerkinstelling
- 137 -
Verzorging en onderhoud
2
1
10-20 mm
1
2
201803 nl