5.9.4
Leidingsfilterreiniging
De voorraad- en de remleiding zijn elk voorzien van een leidingsfilter.
Deze moeten elke 3-4 maanden gereinigd worden. Ga als volgt te
werk:
Afsluitdop (a) in de behuizing drukken en de snapring (b) na het
samendrukken uit de behuizing trekken.
Afsluitdop met O-ring, drukveer en filterelement verwijderen.
Filterelement met benzine of thinner reinigen (uitspoelen) en met
perslucht droog blazen.
Beschadigde filterelementen moeten vervangen worden!
O-ring op beschadiging controleren; evt. vervangen.
Bij de montage in omgekeerde volgorde moet u ervoor zorgen dat
de O-ring niet scheef in de geleidegleuf komt te zitten.
5.9.4.1
Dichtheidscontrole
Schroefverbindingen van de persluchtreminrichting moeten na de eerste bedrijfsuren op dichtheid worden
gecontroleerd en evt. aangehaald!
Elke 3-4 maanden moet de complete reminstallatie op dichtheid gecontroleerd worden.
Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindingen op dichtheid.
Verhelp lekken.
Repareer afgeschuurde plaatsen aan buizen en slangen.
Vervang poreuze en defecte slangen.
De tweeleider-bedrijfsreminrichting is dicht, als binnen 10 minuten de drukvermindering niet meer dan 0,15
bar bedraagt.
5.9.5
Druk in de voorraadtank controleren
Elke 3-4 maanden moet de druk in de voorraadtank gecontroleerd worden. Die moet 6,0 tot 8,1+0,2 bar
bedragen.
5.9.6
Remcilinderdruk controleren
Elke 3-4 maanden moet de druk op de remcilinder gecontroleerd worden.
Streefwaarde:
bij onbediende rem
bij bediende rem
Bij ingebouwde ALR-regelaar worden de waarden gecontroleerd aan de hand van de informatie op het ALR-
plaatje.
0,0 bar
in overeenstemming met de instelling van
de remkrachtregelaar
- 125 -
Verzorging en onderhoud
(b)
(a)
Afb.: Leidingsfilter
201803 nl