Inbedrijfstelling en werking
3.3
Aanhangen aan de tractor
Bij het aan- en afkoppelen van de wagen aan/van de tractor bestaat gevaar voor letsel! Kom
daarom bij het koppelen nooit tussen tractor en voertuig of achter de wagen, als de wagen niet
met blokken of Handrem tegen wegrollen is beveiligd.
Voertuig aan de voorschreven inrichtingen van de tractor bevestigen. Het voertuig wordt
aangekoppeld met een aan de voorzijde van het frame bevestigd trekoog.
U dient te zorgen dat de aanhangkoppeling aan de tractor is toegelaten voor opname van het op het voertuig
gemonteerde trekoog. De toegestane kogeldruk van de aanhangkoppeling moet tenminste overeenkomen met
de maximale kogeldruk van de aanhanger aan het trekoog.
Voordat u de machine in werking zet moet u zorgen dat het remsysteem en de verlichting aangesloten zijn en
goed werken.
Houd kinderen uit de buurt!
3.3.1
Voorbereiding
Aanhangkoppeling aan de tractor zo instellen dat er genoeg vrije ruimte voor de cardanas aanwezig is (ook
bij het inknikken van de dissel).
Tractor bij de laadwagen brengen.
3.3.2
Het hydraulische systeem aansluiten
Bedieningsapparaat op de tractor drukloos schakelen
Drukleiding en terugloopleiding (grotere doorsnede) aansluiten
LS-leiding aankoppelen (indien aanwezig)
3.3.3
De besturing aansluiten
Terminal op de tractor bevestigen
Besturing via de 3-polige stekker (stroomtoevoer) met de tractor verbinden
201803 nl
- 40 -