Verzorging en onderhoud
5.13.3
Sensorinstelling
5.13.3.1
Sensor boven: Controleweergave "Snijwerk uit"
Voor de instelling van de controleweergave "Snijwerk uit" moet als volgt
te werk worden gegaan:
Het snijwerk (Afb.: Sensor boven pos. 1) eerst helemaal inschuiven.
Het ligt tegen de stelschroeven (pos. 2) aan.
Op de sensorhouder de moeren (pos. 4) losdraaien.
De sensor (pos. 3) wordt op een afstand van ca. 4 mm tot het frame
van het snijwerk verschoven (pijl), totdat de LED op de sensor (pos.
3) dooft.
De moeren (pos. 4) op de sensorhouder weer aanhalen.
Als het snijwerk (pos. 1) uitzwenkt en zich zo van de stelschroeven
(pos. 2) verwijdert, wordt de sensor (pos. 3) geschakeld. De LED op de sensor (pos. 3) brandt en het terminal-
display signaleert het uitzwenken van het snijwerk.
5.13.3.2
Sensor onder: Messenstand
Met de onderste sensor (Afb.: Sensor onder pos.2) wordt ingesteld hoe ver de messen uit het transportkanaal
zwenken, als deze functie vanaf de terminal aangestuurd wordt . Dit is nodig om bijv. verstoppingen in het
transportkanaal uit de weg te ruimen.
Voor de instelling moet als volgt te werk worden gegaan:
Het snijwerk (Afb.: Sensor onder pos.1) zover uitzwenken, tot de
messen nog ca. 10 mm in het transportkanaal staan.
Op de sensorhouder de moeren (pos. 3) losdraaien.
De sensor (pos. 2) wordt op een afstand van ca. 4 mm tot het frame
van het snijwerk verschoven (pijl), totdat de LED op de sensor dooft.
De moeren (pos. 3) op de sensor (pos. 2) weer aanhalen.
201803 nl
Afb.: Sensor boven
Afb.: Sensor onder
(e)
- 138 -
2
4
3
1
1
3
2