7.6.5.3
Loofketting vervangen
Gevaar voor letsel!
Om de loofketting te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit
in uw eentje de loofketting te vervangen. Tijdens het vervangen van de loofketting
bewegen sommige onderdelen van de machine. Om verwondingen te voorkomen,
moet iedere stap vooraf worden afgesproken!
De loofketting moet in de volgende volgorde worden vervangen:
– De machine op een geschikte tractor aansluiten en vastzetten om wegrollen te
voorkomen (tractorrem, parkeerrem van de machine aantrekken en beide wielblok-
ken van de machine gebruiken).
– De loofketting in het menu Bandreiniging van de Tractorterminal met de
"Min"-aansturing zover verplaatsen, dat de overlappingen van de loofketting op een
plaats staan waar de overlappingen goed kunnen worden geopend.
– De tractor uitschakelen en beveiligen tegen opnieuw starten.
– Beide zijden van de loofkettingspanner van de wielen losdraaien.
– Zeefketting over de overlapping heen vastzetten met de spanriem.
– De zes loofsnoeren en de vier kleine riemen openen, pas daarna de drie grote rie-
men openen.
– De spanriemen voorzichtig openen en de loofketting eruit trekken.
– De aandrijfwielen vervangen wanneer deze zijn versleten.
– De loofketting in de juiste richting intrekken, de meenemers bevinden zich aan de
binnenkant en geven de looprichting aan.
– Zeefketting over de overlapping heen vastzetten met de spanriem.
– De uiteinden van de drie grote riemen verbinden, pas daarna de uiteinden van de
vier kleine riemen verbinden en wanneer nodig de loofsnoeren verbinden of de
loofsnoeren eruit trekken.
– Wielen van de loofkettingspanner opspannen.
– Laten proefdraaien, daarbij controleren hoe de loofketting loopt en eventueel afstel-
len zoals beschreven in het hoofdstuk "Loofketting spanning en gelijkloop instel-
len"
(Zie Pagina
GEVAAR
445).
Verzorging en onderhoud
Zeefkanaal en loofscheiding
447 / 544