Ombouw afleidwals 2 bij loofproblemen
23
(20)
Tussenstuk afleidwals 2
(21)
Positie hefspindelaandrijving met afleidkam
(22)
Positie hefspindelaandrijving zonder afleidkam
(23)
Afleidkam
In bepaalde oogstomstandigheden kan het gebeuren dat in de overgang van egelband
1 naar egelband 2 in de hoek van de afleidkam (23) loof ophoopt.
Om deze ophoping van loof tegen te gaan, kan de afleidkam (23) gedemonteerd en
afleidwals 2 worden verzet.
Afleidkam demonteren:
– De afleidkam (23) demonteren.
– Afleidwals 2 van het tussenstuk afleidwals 2 (20) demonteren.
– Tussenstuk afleidwals 2 (20) demonteren.
– De hefspindelaandrijving van de positie met afleidkam (21) verplaatsen naar de
positie zonder afleidkam (22).
– Afleidwals 2 op de plaats monteren waar voorheen het tussenstuk afleidwals 2 (20)
was gemonteerd.
– De posities boven en onder afleidwals 2 controleren en zo nodig met sensor B556
met Teach-In opnieuw inleren.
Afleidkam monteren:
– Afleidwals 2 demonteren waar het tussenstuk afleidwals 2 (20) gemonteerd moet
worden.
– De hefspindelaandrijving van de positie zonder afleidkam (22) verplaatsen naar de
positie met afleidkam (21).
– Het tussenstuk afleidwals 2 (20) monteren.
– Afleidwals 2 op het tussenstuk afleidwals 2 (20) monteren.
– De afleidkam (23) monteren.
– De posities boven en onder afleidwals 2 controleren en zo nodig met sensor B556
met Teach-In opnieuw inleren.
20
21
22
Bediening
Reiniging
311 / 544