Bediening
Bedieningsconcept via ISOBUS
Opname neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname.
Geselecteerde/geactiveerde automatische diepteregeling damdrukregeling of
damdrukontlasting.
Activeert en deactiveert de geselecteerde automatische diepteregeling.
Automatische detectie dammidden.
Activeert en deactiveert de automatische detectie dammidden.
Bunkervulband heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de sorteerband.
Bunkervulband neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de sorteerband. Bij de bunkermachine
gaat eerst de bunker naar beneden wanneer deze niet in de onderste eindstand staat.
Verzamelbak openen.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de verzamelbak geopend. Wanneer de
functies "Verzamelbak openen" en "Verzamelbak sluiten" tegelijkertijd worden inge-
drukt, wordt de uitvoerband van de verzamelbak permanent bewogen.
Verzamelbak sluiten.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de verzamelbak gesloten. Wanneer de
functies "Verzamelbak openen" en "Verzamelbak sluiten" tegelijkertijd worden inge-
drukt, wordt de uitvoerband van de verzamelbak permanent bewogen.
Sorteerband sneller.
Zolang de functie wordt ingedrukt, gaat de sorteerband sneller bewegen.
Sorteerband langzamer.
Zolang de functie wordt ingedrukt, gaat de sorteerband langzamer bewegen.
6.3.1.1.2
Ondersteunde AUX-N-functies van de bunkermachine
Bunker heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Als de bunker in de laagste
positie staat, wordt de sorteerband neergelaten.
Bunker heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker.
Bunker neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Als de bunker in de laagste
positie staat, wordt de sorteerband neergelaten.
107 / 544