Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor Keiler 2:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.13.1.14

Loofvangers

(1)
Voorste loofvangers
(2)
Achterste loofvangers
Boven de loofketting zijn 6 rijen (optioneel 7 rijden) verstelbare loofvangers met
afzonderlijke loofveren aangebracht, om de aardappelen die nog in het loof zit-
ten tegen te houden. De aardappelen vallen door de loofketting heen direct op
zeefketting 2 of op de daarlangs lopende egelband 1.
De loofvangers zijn in twee onafhankelijk van elkaar verstelbaar segmenten verdeeld,
de 3 rijen voorste loofvangers (1) en de 3 rijen (optioneel 4 rijen) achterste loofvangers
(2). Dit wordt afgesteld op de Tractorterminal of bij vrijgave op de Sorteerstandtermi-
nal.
Wanneer loof jong en groen is waardoor knollen stevig in het loof blijven hangen,
moeten de loofvangers dicht op de loofketting worden afgesteld. Wanneer het loof
droog en verwelkt is en de knollen al los komen van het loof, kunnen de loofvangers
verder van de loofketting af worden afgesteld, waardoor er zo weinig mogelijk loofres-
tanten in de machine achterblijven.
Verhoogde slijtage en beschadigingen van de oogstproducten.
Bij agressief afgestelde loofvangers die in de loofketting grijpen, bestaat kans op ver-
hoogde slijtage van de loofvangers en de loofketting. Ook wordt de kans op beschadi-
gingen van de oogstproducten groter.
– Laat de loofvangers slechts zover in de loofketting grijpen als nodig is en contro-
leer de reinigende werking om zo nodig bij te stellen.
Afstelling loofvangers op de Tractorterminal
De afstelling van de loofvangers kan in het menu Zeefkanaal worden geopend. Daar-
voor selecteert u de softkey Zeefkanaal
softkey
OPGELET
groen.
1
op de Tractorterminal. Na selectie wordt de
Bediening
Reiniging
2
287 / 544

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave