Bediening
Bedieningsconcept via ISOBUS
Scharnierende bunkerklep heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker.
Scharnierende bunkerklep heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de scharnierende bunkerklep.
Scharnierende bunkerklep neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de scharnierende bunkerklep.
Kistvuller heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de kistvuller.
Kistvuller neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de kistvuller.
Rolvloer aan/uit.
Wanneer de functie wordt ingedrukt, wordt de rolvloer geactiveerd en gedeactiveerd.
De rolvloer loopt met het ingestelde toerental van de toerentalregelaar op het bedie-
ningselement links.
Rolvloer niveau 1.
Zolang de functie wordt ingedrukt, loopt de rolvloer met de ingestelde rolvloersnelheid
1 AUX in het Hoofdmenu → Basisinstellingen → Bunker.
Rolvloer niveau 2.
Zolang de functie wordt ingedrukt, loopt de rolvloer met het maximale toerental.
Bunkervuldoek terugzetten.
Wanneer u deze functie indrukt, wordt het bunkervuldoek teruggezet.
6.3.1.1.3
Ondersteunde AUX-N-functies van de overlaadbunkermachine
Losband heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de losband.
Losband neerlaten.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de losband.
Losband heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de losband.
108 / 544