Opmerking:
De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de
computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de
gedeelde printer.
Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de
clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige
printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd,
selecteert u de betreffende printerdriver. Als de printerdriver
voor Windows XP of 2000 vooraf is geïnstalleerd, kunt u de
printerdriver voor Windows XP of 2000 selecteren als huidige
printerdriver in plaats van de driver op de server met Windows
NT 4.0.
Ga verder met de volgende stap als de extra driver voor
Windows XP of 2000 (NT 4.0) is geïnstalleerd op de
afdrukserver met Windows XP, 2000 of NT 4.0.
Ga naar "Printerdriver installeren vanaf de cd-rom" op
pagina 249 als de extra driver niet is geïnstalleerd op de
afdrukserver met Windows NT 4.0 of het besturingssysteem
van de afdrukserver Windows Me, 98 of 95 is.
6. Selecteer voor Windows 2000 of u de printer als de
standaardprinter wilt gebruiken en klik op Next (Volgende).
7. Controleer de instellingen en klik op Finish (Voltooien).
246
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200L)