Advertenties
De computers in een netwerk kunnen de printer delen die
rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De
computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de
afdrukserver. De overige computers zijn clientcomputers die
toestemming nodig hebben om de printer te delen met de
afdrukserver. De clientcomputers delen de printer via de
afdrukserver.
Opmerking voor gebruikers van Mac OS X:
Deze functie is alleen beschikbaar bij Mac OS X 10.2 of hoger. Als u de
printer via een netwerk wilt delen, gebruikt u de instelling Printer
Sharing (Printer delen). Dit is een standaardfunctie van Mac OS X 10.2
of hoger.
De printer als een gedeelde printer configureren
Volg de onderstaande procedure om de printer die rechtstreeks
op uw computer is aangesloten, te delen met andere computers
in een AppleTalk-netwerk.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar bij Mac OS X. U kunt de printer echter
wel delen door een interfacekaart met een FireWire-poort te installeren
in de sleuf voor de Type B-interfacekaart.
1. Zet de printer aan.
2. Selecteer Chooser (Kiezer) in het Apple-menu en klik op het
pictogram EPL-6200 Advanced (Geavanceerd). Selecteer
vervolgens USB port (USB-poort) in het vak Select a printer
port (Printerpoort selecteren) rechts. Klik op Setup
(Instellen). Het dialoogvenster Printer Setup
(Printerinstelling) verschijnt.
Opmerking:
Controleer of On (Aan) is geselecteerd bij Background Printing
(Afdrukken in achtergrond).
224
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200)
Advertenties
