7. Controleer de naam van de gedeelde printer en geef aan of de
printer als standaardprinter wordt gebruikt. Klik op Next
(Volgende) en volg de instructies op het scherm.
Opmerking:
U kunt de naam van de gedeelde printer wijzigen zodat deze alleen
op de clientcomputer wordt weergegeven.
Windows XP of 2000
Volg de onderstaande instructies om clients met Windows XP of
2000 in te stellen.
U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u
hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als
u geen beheerder bent.
Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows NT 4.0
is, controleert u de volgende items:
Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is Windows NT
4.0x86 de extra driver voor clients met Windows XP of 2000.
Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor
Windows NT 4.0. Wanneer u de printerdriver installeert op
clients met Windows XP of 2000 vanaf de afdrukserver met
Windows NT 4.0, wordt de driver voor Windows NT 4.0
geïnstalleerd.
Voor een afdrukserver met Windows NT 4.0 kunt u de
printerdriver voor Windows XP of 2000 niet installeren als
extra driver. De beheerder installeert de printerdriver op de
clients vanaf de cd-rom die bij de printer is geleverd. Daarna
voert de beheerder de volgende procedure uit om de
printerdriver voor Windows XP of 2000 te installeren op
clients met Windows XP of 2000.
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200)
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
215