Instellingen op het tabblad Job Settings
(Afdruktaakinstellingen)
Quick Print Job (Snelafdruk)
Re-Print Job (Taak opnieuw afdrukken)
Hiermee geeft u op of de printer een afdruktaak opnieuw moet
afdrukken. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Verify Job (Afdruktaak controleren)
Hiermee geeft u op of een afdruktaak moet worden
gecontroleerd. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Stored Job (Opgeslagen afdruktaak)
Hiermee geeft u op of een afdruktaak wordt opgeslagen. De
opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak)
Hiermee geeft u op of de afdruktaak vertrouwelijk is. De opties
zijn On (Aan) en Off (Uit).
Password (Wachtwoord)
Geef een wachtwoord op als het om een vertrouwelijke
afdruktaak gaat. Deze optie is alleen beschikbaar als On (Aan) is
geselecteerd bij Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak).
User Name (Gebruikersnaam)
Geef hier een gebruikersnaam op voor de functie Reserve Job
(Reservetaak).
Job Name (Naam afdruktaak)
Geef hier een afdruktaaknaam op voor de functie Reserve Job
(Reservetaak).
Preview (Voorbeeld)
Hier geeft u op of u de voorbeeldfunctie wilt gebruiken. Deze
instelling is alleen beschikbaar als Quick Print Job (Snelafdruk) is
geselecteerd. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit).
86
Printerdriver gebruiken in Windows