3. Selecteer Shared As (Gedeeld als), typ de naam in het vak
Share Name (Sharenaam) en klik op OK. Voer desgewenst
opmerkingen en een wachtwoord in de betreffende
vakken in.
Opmerking:
Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders
kan er een fout optreden.
Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3
instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op
de afdrukserver. Zie "Functie voor taakbeheer gebruiken" op
pagina 103 voor meer informatie.
U moet de clientcomputers instellen zodat ze de printer in een
netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer
informatie.
"Windows Me, 98 of 95" op pagina 213
"Windows XP of 2000" op pagina 215
"Windows NT 4.0" op pagina 219
204
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200)