Instellingen op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit)
Papierbron
Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak. De opties zijn
Automatically Select (Automatisch selecteren), MP Tray
(MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2),
Cassette 3 (Papierlade 3) en Manual Feed (Handinvoer). Welke
papierbronnen echter beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
printer en de geïnstalleerde opties.
Media (Afdrukmateriaal)
Hier selecteert u de papiersoort voor het afdrukken. De opties zijn
Normal (Normaal), Thick (Zwaar), Extra Thick (Extra zwaar) en
Transparency (Transparant). Wees zorgvuldig bij het selecteren
van de juiste papiersoort om inktvlekken en het verspillen van
inkt te vermijden.
Color
Hier kunt u opgeven hoe afbeeldingen in kleur worden afgedrukt.
De opties zijn Black & White (Zwartwit) en Color (Kleur).
Instellingen op het tabblad Advanced (Geavanceerd)
Papierformaat
Hier selecteert u het papierformaat. Deze instelling moet
overeenkomen met het formaat van het in de printer geladen
papier. Welke papierformaten beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de printer. De standaardinstelling is A4 of Letter, afhankelijk van
het land van aankoop.
Copy Count (Aantal exemplaren)
Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.
Printerdriver gebruiken in Windows
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
93