Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatievel
Hierin vindt u informatie over het monteren van de
printeronderdelen en het installeren van de printersoftware.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties,
optionele producten, onderhoud, probleemoplossing
en technische specificaties.
Help
Hierin vindt u gedetailleerde informatie over de printerdriver.
De Help wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de
printerdriver installeert.
Informatiebronnen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson EPL-6100

  • Pagina 1 Informatiebronnen Installatievel Hierin vindt u informatie over het monteren van de printeronderdelen en het installeren van de printersoftware. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Help Hierin vindt u gedetailleerde informatie over de printerdriver. De Help wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de printerdriver installeert.
  • Pagina 3 Evenmin kan SEIKO EPSON CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) als de bedienings- en onderhoudsinstructies...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen ..1 Veiligheidsvoorschriften ........1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften .
  • Pagina 6 Printer controleren (EPSON Status Monitor 3) ....41 EPSON Status Monitor 3 ......41 EPSON Status Monitor 3 installeren.
  • Pagina 7 Printer controleren (EPSON Status Monitor 3) ....87 EPSON Status Monitor 3 .......87 EPSON Status Monitor 3 openen .
  • Pagina 8 Hoofdstuk 7 Remote Control Panel gebruiken DOS-gebruikers ......... 125 Overzicht van het hulpprogramma Remote Control Panel .
  • Pagina 9 Hoofdstuk 10 Probleemoplossing Status- en foutlampjes........185 Statuslampjes.
  • Pagina 10 EPSON Font Manager ........244...
  • Pagina 11 Frankrijk..........270 Spanje .
  • Pagina 13: Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen En Opmerkingen

    Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer. Veiligheidsvoorschriften Om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken, moet u deze voorzorgsmaatregelen in acht nemen:...
  • Pagina 14 ❏ Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. ❏ Raak de onderdelen in het binnenwerk van de printer nooit aan, tenzij dit wordt voorgeschreven in deze handleiding.
  • Pagina 15 ❏ Let erop dat u de ontwikkelingsrol bij het verwijderen niet onder de klep aanraakt. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. ❏ Plaats de ontwikkelingsrol steeds op een schoon en effen oppervlak. ❏ Plaats de ontwikkelingsrol nooit ondersteboven of rechtop. ❏...
  • Pagina 16 ❏ Stel de lichtgevoelige rol zo weinig mogelijk aan licht bloot wanneer u de fotogeleidingseenheid verwijdert of vervangt. De lichtgevoelige rol is de groene cilinder die zichtbaar is door de openingen in de printer. Als u de rol blootstelt aan te veel licht, kunnen er donkere of lichte gebieden op de afdruk verschijnen en is de rol eerder versleten.
  • Pagina 17: Belangrijke Veiligheidsvoorschriften

    Waarschuwing: Verbrand ontwikkelingsrollen of fotogeleidingseenheden niet. Deze onderdelen kunnen exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien van deze onderdelen de geldende milieuvoorschriften in acht. ❏ Bewaar de verbruiksgoederen buiten het bereik van kinderen. ❏ Laat vastgelopen papier niet in de printer zitten. Hierdoor kan de printer oververhit raken.
  • Pagina 18: Energy Star

    ® NERGY ® Als internationaal NERGY -partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het ® internationale NERGY -programma inzake doeltreffend energieverbruik. Het internationale ® NERGY Office Equipment Program is een vrijwillige overeenkomst tussen fabrikanten van computer- en...
  • Pagina 19: Hoofdstuk 1 Productinformatie

    Hoofdstuk 1 Productinformatie Printeronderdelen 1. bedieningspaneel 2. printerklep 3. MP-lade (Multi-Purpose) 4. sleuf voor handmatige invoer 5. aan/uit-schakelaar 6. vergrendeling 7. afdruk-benedenlade Productinformatie...
  • Pagina 20: Bedieningspaneel

    1. Netsnoeraansluiting 2. USB-connector 3. Parallelle connector 4. Interfacesleuf van type B 5. Papierpadkiezer Bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer bevat zes statuslampjes en drie knoppen. De statuslampjes bieden informatie over de algemene printerstatus, fouten en waarschuwingen. Met de knoppen kunt u een aantal basisbewerkingen voor de printer uitvoeren.
  • Pagina 21: Statuslampjes

    Statuslampjes 1 Fout Dit lampje brandt of knippert als er een fout is opgetreden. 2 Klaar Dit lampje brandt wanneer de printer klaar is. Dit betekent dat de printer gegevens kan ontvangen en afdrukken. Als de printer niet klaar is, brandt het lampje niet.
  • Pagina 22: Knoppen

    4 Papier Als dit lampje in combinatie met het lampje Fout brandt of knippert, is er doorgaans een papierprobleem. Een brandend lampje duidt op een papierstoring, terwijl een knipperend lampje doorgaans duidt op een papierprobleem, bijvoorbeeld een lege papierbron. 5 Toner Dit lampje brandt wanneer de toner voor de ontwikkelingsrol op is.
  • Pagina 23: Printer

    Printer Deze printer is het nieuwste product uit de serie geavanceerde laserprinters van EPSON. De printer is gemakkelijk te installeren en te bedienen. Zet de printer neer op de gewenste plaats, sluit deze aan op de computer en installeer de printerdriver zoals wordt beschreven op het Installatievel.
  • Pagina 24: Kenmerken

    RITech (Resolution Improvement Technology) en Enhanced MicroGray-technologie RITech is een originele printertechnologie van EPSON waarmee u de gekartelde randen van diagonale en gebogen lijnen in teksten en afbeeldingen gladstrijkt. Met Enhanced MicroGray verbetert u de halftoonkwaliteit van afbeeldingen.
  • Pagina 25: Optionele Onderdelen En Verbruiksgoederen

    136 MB. Zie “Geheugenmodule” op pagina 102 voor meer informatie. Opmerking: Zorg dat de DIMM die u aanschaft, compatibel is met EPSON-producten. Neem contact op met de leverancier van de printer of een onderhoudsmonteur van EPSON voor meer informatie. ROM-module (C12C832521) ®...
  • Pagina 26: Verbruiksgoederen

    Interfacekaart Optionele interfacekaarten en modules bieden een verscheidenheid aan interfaces, waardoor u de EPL-6100 in een Ethernet-netwerk of op een Macintosh, een IBM-mainframe en andere specifieke interfaces kunt gebruiken. Zie “Interfacekaarten” op pagina 121 voor meer informatie. Verbruiksgoederen Ontwikkelingsrol (S050087) Deze cartridge bevat de toner waarmee de beelden op papier worden gezet.
  • Pagina 27: Hoofdstuk 2 Papierverwerking

    Hoofdstuk 2 Papierverwerking Papierbronnen In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen kunnen worden gebruikt. MP-lade Papiersoort Capaciteit Papierformaat Gewoon papier Maximaal 250 vellen van A4, A5, B5, Letter (LT), 75 g/m² Legal (LGL), F4, Papier met (Gewicht: 60 tot 90 g/m²) Half-Letter (HLT), briefhoofd Executive (EXE),...
  • Pagina 28: Papier In De Mp-Lade Plaatsen

    ❏ De printer is zeer gevoelig voor vocht. Bewaar papier in een droge omgeving. ❏ U kunt gekleurd papier gebruiken, maar geen gecoat papier. ❏ U mag ook papier met een gedrukt briefhoofd gebruiken, vooropgesteld dat het papier en de inkt geschikt zijn voor laserprinters.
  • Pagina 29 2. Waaier een stapel papier los en klop het papier op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen en plaats de stapel in de papierlade met de afdrukzijde naar boven. Pas de papiergeleiders aan het formaat van het papier aan en plaats de klep van de lade.
  • Pagina 30 3. Til de afdruk-benedenlade op om te voorkomen dat er papier afvalt. Als de optionele afdruk-bovenlade is geïnstalleerd en u het papier wilt uitvoeren met de bedrukte zijde naar boven, tilt u in plaats van de afdruk-benedenlade de afdruk-bovenlade op en duwt u de papierpadkiezer naar beneden.
  • Pagina 31: Handmatige Papierinvoer

    Opmerking: ❏ Controleer voordat u afdrukt of de instelling bij Paper Size in de printerdriver overeenkomt met de geplaatste papiersoort. ❏ Zie “Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal” op pagina 20 als u wilt afdrukken op papier van 90 g/m² of zwaarder of op speciaal papier (zoals enveloppen, etiketten, transparanten).
  • Pagina 32: Afdrukken Op Speciaal Afdrukmateriaal

    Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 33: Etiketten

    Etiketten U kunt maximaal tien vellen met etiketten in de MP-lade plaatsen. Bepaalde soorten etiketten moet u echter vel voor vel invoeren. Gebruik altijd etiketten die het achterblad volledig bedekken zonder ruimte tussen de etiketten. Zo voorkomt u dat de lijm van de etiketten in contact komt met de onderdelen van de printer.
  • Pagina 34: Zwaar Papier

    De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. Als de afdruk te licht is, moet u de afdrukdichtheid aanpassen zoals wordt beschreven in “Gebrekkige afdrukkwaliteit”...
  • Pagina 35: Afwijkende Papierformaten Plaatsen

    Afwijkende papierformaten plaatsen U kunt afwijkende of aangepaste papierformaten gebruiken met afmetingen van 76 × 127 mm tot 216 × 356 mm. Als u het papier handmatig invoert, kunt u afwijkende papierformaten gebruiken met afmetingen van 76 × 148 mm tot 216 ×...
  • Pagina 36 Papierverwerking...
  • Pagina 37: Hoofdstuk 3 Printerdriver Gebruiken In Windows

    Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het tabblad Utility . Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren (EPSON Status Monitor 3)” op pagina 41 voor meer informatie.
  • Pagina 38: Printerinstellingen Wijzigen

    Start , gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers . Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-6100 Advanced en kiest u Eigenschappen (in Windows Me, 98 of 95), Voorkeursinstellingen voor afdrukken (in Windows XP of 2000) of Standaardwaarden document (in Windows NT 4.0).
  • Pagina 39 1. Klik op de tab Basic Settings . 2. Selecteer de gewenste afdrukresolutie in de vervolgkeuzelijst Print Quality. 3. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Opmerking: ❏ Raadpleeg de Help voor meer informatie over de functies Enh.MG of RITech. ❏...
  • Pagina 40: Afdrukformaat Aanpassen

    Afdrukformaat aanpassen U kunt documenten automatisch vergroot of verkleind afdrukken. Pagina’s automatisch aanpassen aan het afdrukmateriaal 1. Klik op de tab Layout . 2. Schakel het selectievakje Zoom Options in. 3. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier.
  • Pagina 41: Pagina's Aanpassen Volgens Een Opgegeven Percentage

    Pagina’s aanpassen volgens een opgegeven percentage 1. Klik op de tab Layout . 2. Schakel het selectievakje Zoom Options in. 3. Schakel het selectievakje Zoom To in. 4. Geef het vergrotingspercentage op in het vak en klik op OK . U kunt een percentage opgeven tussen 50 % en 200 % , in stappen van 1 % .
  • Pagina 42: Afdrukindeling Aanpassen

    Afdrukindeling aanpassen Met de afdrukindeling kunt u twee of vier pagina’s op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina’s worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op de tab Layout . 2.
  • Pagina 43 3. Selecteer het aantal pagina’s dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina’s wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina’s dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de afdrukstand ( Portrait of Landscape ) die op het tabblad Basic Settings is geselecteerd.
  • Pagina 44: Watermerken Gebruiken

    Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Watermark kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken. U kunt ook een eigen bitmapbestand (BMP) of tekstbestand (TXT) selecteren als watermerk. In het dialoogvenster Watermark kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
  • Pagina 45 4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark Name. 5. Selecteer in de keuzelijst Location waar op de pagina u het watermerk wilt afdrukken. 6. Pas de horizontale of verticale instelling aan bij Offset. 7. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity.
  • Pagina 46: Nieuwe Watermerken Maken

    Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken: 1. Klik op de tab Special . 2. Schakel het selectievakje Watermark in. 3. Klik op Watermark Settings . Het dialoogvenster Watermark verschijnt. 4. Klik op New/Delete . Het dialoogvenster User Defined Watermarks verschijnt.
  • Pagina 47: Overlays Maken

    Overlays maken U kunt formuliergegevens maken en deze opslaan als een bestand. 1. Open de toepassing waarmee u de overlay wilt maken. 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Klik op het menu Bestand en kies Afdrukken of Printerinstelling . Klik vervolgens op Printer , Instellen , Opties of Eigenschappen of een combinatie van deze knoppen, afhankelijk van de gebruikte toepassing.
  • Pagina 48 5. Selecteer het keuzerondje Create Overlay Data . 6. Klik op Settings . 7. Schakel het selectievakje Use Form Name in. Klik op Add Form Name . Het dialoogvenster Add Form verschijnt. 8. In het dialoogvenster Add Form typt u de formuliernaam in het vak Form Name en de beschrijving in het vak Description.
  • Pagina 49: Afdrukken Met Overlays

    10. Klik op Register in het dialoogvenster Add Form. 11. Klik op OK in het dialoogvenster Form Settings. 12. Klik op OK in het dialoogvenster Overlay Settings. Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken. Opmerking: Het bestand dat u na stap 10 naar de printer verzendt, vanuit een toepassing zoals Windows Kladblok of Word, wordt opgeslagen als een overlay met de formuliernaam die u in stap 8 hebt opgegeven.
  • Pagina 50: Overlays Met Verschillende Printerinstellingen

    Overlays met verschillende printerinstellingen De overlay wordt gemaakt met de huidige printerinstellingen, bijvoorbeeld met een resolutie van 600 dpi. Als u dezelfde overlay met andere printerinstellingen wilt maken, bijvoorbeeld 1200 dpi, moet u de onderstaande instructies volgen. 1. Open de printerdriver nogmaals zoals beschreven in stap 2 in “Overlays maken”...
  • Pagina 51 Tonerteller opnieuw instellen 1. Klik op de tab Optional Settings en klik vervolgens op Printer Settings . Het dialoogvenster Printer Settings verschijnt. 2. Klik op S050087 als u een ontwikkelingsrol met code S050087 hebt geïnstalleerd of klik op S050095 als u een ontwikkelingsrol met code S050095 hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 52 Teller van de fotogeleidingseenheid opnieuw instellen 1. Klik op de tab Optional Settings en vervolgens op Printer Settings . Het dialoogvenster Printer Settings verschijnt. 2. Klik op OPC Level Clear . Het bijbehorende dialoogvenster wordt weergegeven. 3. Klik op OK om de teller van de fotogeleidingseenheid opnieuw in te stellen.
  • Pagina 53: Printer Controleren (Epson Status Monitor 3)

    Monitor 3 openen vanuit de printerdriver. Meer informatie vindt u in het volgende gedeelte. Lees het README-bestand van de printerdriver voordat u EPSON Status Monitor 3 gaat gebruiken. Het bestand bevat de meest recente informatie over de printerdriver en EPSON Status Monitor 3. EPSON Status Monitor 3 installeren Als u EPSON Status Monitor 3 niet hebt geïnstalleerd nadat...
  • Pagina 54 Cd-rom . Kies vervolgens Openen in het menu dat verschijnt. Dubbelklik op Setup.exe . 2. Dubbelklik op Install EPSON Status Monitor 3 in het venster van het installatieprogramma. U kunt ook Install EPSON Status Monitor 3 selecteren en vervolgens op de pijl rechtsboven klikken.
  • Pagina 55: Epson Status Monitor 3 Openen

    Bestand en kiest u Afdrukken of Pagina-instelling . Vervolgens klikt u op Eigenschappen en op de tab Utility . Klik op het pictogram EPSON Status Monitor 3 om EPSON Status Monitor 3 te openen.
  • Pagina 56 ❏ Wilt u EPSON Status Monitor 3 openen vanuit Windows, dan klikt u op Start , gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers . Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-6100 Advanced en kiest u Eigenschappen...
  • Pagina 57: Informatie Over De Printerstatus Weergeven

    Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. 1. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer. 2. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer.
  • Pagina 58 4. Close : Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten. 5. Paper: Hier wordt het papierformaat, de papiersoort en de geschatte hoeveelheid papier in de papierbron weergegeven. Informatie over de optionele papierladen wordt alleen weergegeven als deze zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 59: Controlevoorkeuren Instellen

    Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences op het tabblad Utility in de printerdriver. Het dialoogvenster Monitoring Preferences verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: 1. Select Notification: Met de selectievakjes in dit gebied kunt u de foutsoorten selecteren waarover u wilt worden geïnformeerd.
  • Pagina 60 Monitoring Preferences kiezen om het dialoogvenster Monitoring Preferences te openen. Klik vervolgens op EPSON EPL-6100 Advanced om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. 4. Allow monitoring of Schakel dit selectievakje in als u een shared printers : gedeelde printer wilt controleren.
  • Pagina 61: Venster Met Foutmeldingen

    ❏ Het selectievakje Monitor the Printing Status wordt weergegeven op het tabblad Utility in de printerdriver. ❏ U kunt de huidige printerstatus bekijken door op het pictogram EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Utility in de printerdriver te klikken. Printerdriver gebruiken in Windows...
  • Pagina 62: Gecontroleerde Printers Instellen

    Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen. Gebruik dit hulpprogramma als u de instellingen wilt wijzigen. 1. Klik op Start , ga naar Programma’s en EPSON Printers en klik op Monitored Printers . 2. Schakel de selectievakjes uit voor de printers die u niet wilt controleren.
  • Pagina 63: Afdrukken Annuleren

    Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Druk op Taak annuleren op het bedieningspaneel om het afdrukken te annuleren. De huidige taak wordt geannuleerd. Opmerking: ❏...
  • Pagina 64: Printersoftware Verwijderen

    1. Sluit alle geopende toepassingen. 2. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Configuratiescherm . 3. Dubbelklik op het pictogram Software . 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Toevoegen/Verwijderen . Printerdriver gebruiken in Windows...
  • Pagina 65 Als u Windows XP of 2000 gebruikt, klikt u op Programma’s wijzigen of verwijderen , selecteert u EPSON Printer Software en klikt u op Wijzigen/Verwijderen . 5. Klik op de tab Printer Model en klik op het printerpictogram. 6. Klik op de tab Utility en controleer of het selectievakje EPSON Status Monitor 3 is ingeschakeld.
  • Pagina 66: Alleen Epson Status Monitor 3 Verwijderen

    EPSON Status Monitor 3 verwijderen. Als het hulpprogramma is verwijderd, kunt u de instelling bij Monitored Printers niet wijzigen vanuit EPSON Status Monitor 3 op andere printers. 8. Volg de instructies op het scherm. Alleen EPSON Status Monitor 3 verwijderen 1.
  • Pagina 67 Als u Windows XP of 2000 gebruikt, klikt u op Programma’s wijzigen of verwijderen , selecteert u EPSON Printer Software en klikt u op Wijzigen/Verwijderen . 5. Als u de printerdriver niet wilt verwijderen, klikt u in het witte gebied om geen pictogram op het tabblad Printer Model te selecteren.
  • Pagina 68 6. Klik op de tab Utility , schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op OK . Opmerking: Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 alleen in wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen. 7. Als u het hulpprogramma Monitored Printers wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor 3: Monitored Printers in en klikt u op OK .
  • Pagina 69: Hoofdstuk 4 Printer Instellen In Een Netwerk

    Hoofdstuk 4 Printer instellen in een netwerk Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen de printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
  • Pagina 70: Printer Instellen Als Gedeelde Printer

    Opmerking: ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 47 voor meer informatie. ❏ De afdrukserver en de clientcomputers moeten op hetzelfde netwerk zijn ingesteld en onder hetzelfde netwerkbeheer.
  • Pagina 71 ❏ Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 47 voor meer informatie.
  • Pagina 72: Extra Driver Gebruiken

    Configuratiescherm en klikt u op Printers en faxapparaten . 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-6100 Advanced en klik op Delen in het menu dat verschijnt. Als het volgende menu verschijnt in Windows XP, klikt u op Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder gebruik te maken van de wizard wilt delen.
  • Pagina 73 3. Selecteer Gedeeld in Windows 2000 of Gedeeld als in Windows NT 4.0. Typ vervolgens de naam in het vak Sharenaam. In Windows XP selecteert u Deze printer delen en typt u de naam in het vak Sharenaam. Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden.
  • Pagina 74 4. Selecteer de extra drivers. Opmerking: Wanneer de server- en clientcomputers hetzelfde besturingssysteem gebruiken, hoeft u geen extra drivers te installeren. Na stap 3 klikt u op OK . Afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt.
  • Pagina 75 Afdrukserver met Windows XP of 2000 Klik op Extra stuurprogramma’s . Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt en klik op OK . Selecteer Intel Windows 95 Clients met Windows Me, of 98 (en Me) 98 of 95 Selecteer Intel Clients met Windows NT 4.0 Windows NT 4.0 of 2000...
  • Pagina 76 Opmerking: ❏ U hoeft de extra driver voor Intel Windows 2000 (of XP) niet te installeren, omdat deze vooraf is geïnstalleerd. ❏ Selecteer geen andere extra drivers dan Intel Windows 95 of 98 (en Me) en Intel Windows NT 4.0 of 2000. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar.
  • Pagina 77 NT 4.0 installeert. Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld. ❏ U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 47 voor meer informatie.
  • Pagina 78: Instellen Voor Clients

    U kunt ook toegang krijgen tot de gedeelde printer via Netwerkomgeving of Mijn netwerk op het bureaublad van Windows. ❏ Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken voor clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 vanaf de cd-rom installeren op elke client.
  • Pagina 79: Windows Me, 98 Of 95

    Windows Me, 98 of 95 Volg de onderstaande instructies om clients met Windows Me, 98 of 95 in te stellen: 1. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Printers . 2. Dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende .
  • Pagina 80: Windows Xp Of 2000

    6. Klik op Volgende . Opmerking: ❏ Wanneer de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de betreffende printerdriver. ❏ Ga verder met de volgende stap als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me, 98 of 95 is of de extra driver voor Windows Me, 98 of 95 is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000 of NT 4.0.
  • Pagina 81 ❏ Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is “Windows NT 4.0x86” de extra driver voor clients met Windows XP of 2000. Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor Windows NT 4.0. Wanneer u de printerdriver installeert op clients met Windows XP of 2000 vanaf de afdrukserver met Windows NT 4.0, wordt de driver voor Windows NT 4.0 geïnstalleerd.
  • Pagina 82 4. In Windows 2000 typt u de naam van de gedeelde printer en klikt u op Volgende . Opmerking: ❏ U kunt ook “ \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) ”...
  • Pagina 83 5. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK . Opmerking: ❏ De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 84: Windows Nt 4.0

    6. In Windows 2000 geeft u aan of de printer als standaardprinter wordt gebruikt. Klik vervolgens op OK . 7. Controleer de instellingen en klik op Voltooien . Windows NT 4.0 Volg de onderstaande instructies om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen: U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als...
  • Pagina 85 4. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK . Opmerking: ❏ U kunt ook “ \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) ”...
  • Pagina 86: Printerdriver Installeren Vanaf De Cd-Rom

    ❏ Ga naar “Printerdriver installeren vanaf de cd-rom” op pagina 74 als de extra driver voor Windows NT 4.0 niet is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP of 2000 of het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me, 98 of 95 is. 5.
  • Pagina 87 2. Plaats de cd-rom en geef de naam op van het station en de map waar de printerdriver voor clients zich bevindt en klik op OK . Wanneer de drivers in Windows XP of 2000 worden geïnstalleerd, kan het bericht “Kan digitale handtekening niet vinden”...
  • Pagina 88 Printer instellen in een netwerk...
  • Pagina 89: Printerdriver

    Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het Apple-menu. Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren (EPSON Status Monitor 3)” op pagina 87 voor meer informatie.
  • Pagina 90: Help Openen

    ❏ Kies Pagina-instelling in het menu Bestand van een toepassing om het dialoogvenster Paper Setting te openen. ❏ Kies Afdrukken in het menu Bestand van een toepassing om het dialoogvenster Basic Settings te openen. ❏ Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings om het dialoogvenster Layout te openen.
  • Pagina 91: Afdrukformaat Aanpassen

    1. Open het dialoogvenster Basic Settings. 2. Selecteer het keuzerondje Automatic bij Print Quality en selecteer de gewenste afdrukresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolution. Opmerking: ❏ Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren.
  • Pagina 92 1. Open het dialoogvenster Layout. 2. Schakel het selectievakje Fit to Page in. 3. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 4. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Printerdriver gebruiken in Macintosh...
  • Pagina 93: Afdrukindeling Aanpassen

    Afdrukindeling aanpassen Met de afdrukindeling kunt u twee of vier pagina’s op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina’s worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Open het dialoogvenster Layout. 2.
  • Pagina 94 3. Selecteer het aantal pagina’s dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina’s wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina’s dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de geselecteerde afdrukstand.
  • Pagina 95: Watermerken Gebruiken

    Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Layout kunt u een watermerk selecteren in een lijst met voorgedefinieerde watermerken. U kunt ook een eigen bitmapbestand (PICT) of tekstbestand selecteren als watermerk. In het dialoogvenster Layout kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
  • Pagina 96 6. U kunt een tekstwatermerk draaien door het aantal graden in het tekstvak Angle op te geven. U kunt ook het selectievakje Rotate by mouse inschakelen en het tekstwatermerk draaien met de aanwijzer in het voorbeeldvenster. 7. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Nieuwe watermerken maken Volg de onderstaande instructies om een tekstwatermerk te maken: 1.
  • Pagina 97 4. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Add Text . 5. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text. Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK . 6. Klik op Save . Opmerking: ❏...
  • Pagina 98 Volg de onderstaande instructies om een bitmapwatermerk te maken: Opmerking: Voordat u een aangepast watermerk maakt, moet u een bitmapbestand (PICT) maken. 1. Open het dialoogvenster Layout. 2. Klik op New/Delete . 3. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Add PICT . Printerdriver gebruiken in Macintosh...
  • Pagina 99: Printer Controleren (Epson Status Monitor 3)

    Printer controleren (EPSON Status Monitor 3) EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 is een hulpprogramma dat de printer controleert en u informeert over de huidige status van de printer. Met dit hulpprogramma kunt u bijvoorbeeld de resterende hoeveelheid toner bepalen of de resterende levensduur van de ontwikkelingsrol.
  • Pagina 100: Epson Status Monitor 3 Openen

    EPSON Status Monitor 3 openen U kunt EPSON Status Monitor 3 openen door in het Apple-menu het alias voor EPSON Status Monitor 3 te kiezen. Opmerking: ❏ Het venster EPSON Status Monitor 3 verschijnt automatisch zodra er een fout optreedt.
  • Pagina 101: Informatie Over De Printerstatus Weergeven

    Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. 1. Pictogram/ Het pictogram en het bericht geven de bericht: printerstatus weer. 2. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer.
  • Pagina 102: Controlevoorkeuren Instellen

    Unit life: de fotogeleidingseenheid weergegeven. Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, kiest u Monitor Setup in het menu File van EPSON Status Monitor 3. Het dialoogvenster Monitoring Preferences verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: 1.
  • Pagina 103: Venster Met Foutmeldingen

    Opmerking: U kunt een afdruktaak ook vanaf de computer annuleren. Open EPSON Status Monitor 3 vanuit de toepassing tijdens het afdrukken in de achtergrond. Vervolgens kunt u het afdrukken annuleren in EPSON Status Monitor 3 of het bestand in de standby-modus verwijderen.
  • Pagina 104: Printersoftware Verwijderen

    Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of wilt bijwerken, moet u eerst de huidige printersoftware verwijderen. 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Printer Driver Installer en dubbelklik vervolgens op de map voor de gebruikte printer.
  • Pagina 105: Onderste Papiereenheid Voor 500 Vellen A4

    Hoofdstuk 6 Optionele onderdelen installeren en verwijderen Onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 Met de optionele onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 beschikt u naast de MP-lade over een tweede papierbron. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de papiereenheid kunt installeren en papier kunt plaatsen.
  • Pagina 106 4. Zorg dat de printer in dezelfde richting wijst als de papiereenheid. Til de printer op en houd de gaten aan de onderzijde van de printer boven de pinnen op de eenheid. Laat de printer vervolgens zakken totdat deze stevig op de papiereenheid zit.
  • Pagina 107 5. Plaats de papierlade. 6. Sluit de verwijderde interfacekabels weer aan. 7. Controleer of de printer is uitgeschakeld voordat u het netsnoer aansluit op de printer en het stopcontact. 8. Zet de printer aan. Druk een statusvel af om te controleren of de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 correct is geïnstalleerd.
  • Pagina 108 Opmerking: Als u Windows 98, 95, XP, 2000 of NT 4.0 gebruikt, kunt u ook de informatie op het tabblad Optional Settings van de printerdriver raadplegen om te controleren of de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 correct is geïnstalleerd. Papier plaatsen Volg de onderstaande instructies om papier in de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 te plaatsen:...
  • Pagina 109 2. Til de klep van de lade op en druk op het plaatje totdat deze vastklikt. 3. Waaier een stapel papier los en klop het papier op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen. Zorg dat u het papier onder de driehoekige markeringen in de papierlade plaatst.
  • Pagina 110: Onderste Papiereenheid Voor 500 Vellen A4 Verwijderen

    4. Plaats de klep en schuif de gevulde papierlade in de eenheid. Onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 verwijderen Volg de onderstaande instructies om de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 te verwijderen: 1. Schakel de printer uit. 2. Verwijder het netsnoer van de printer uit het stopcontact en uit de printer.
  • Pagina 111: Afdruk-Bovenlade

    4. Til de printer voorzichtig van de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 en zet de printer op een vlakke en stabiele ondergrond. 5. Sluit de interfacekabels opnieuw aan. 6. Plaats het netsnoer van de printer in het stopcontact. 7. Zet de printer aan. Afdruk-bovenlade Het papier wordt gewoonlijk met de bedrukte zijde naar beneden uitgevoerd.
  • Pagina 112: Afdruk-Bovenlade Installeren

    Afdruk-bovenlade installeren Volg de onderstaande instructies om de afdruk-bovenlade te installeren: 1. Schakel de printer uit. 2. Bevestig de afdruk-bovenlade door de pinnen een voor een in de gaten van de printer te duwen. Duw beide pinnen niet tegelijkertijd in de printer. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 113: Afdruk-Bovenlade Gebruiken

    Afdruk-bovenlade gebruiken In de printer is uitvoer met de bedrukte zijde naar beneden standaard ingesteld. Als u de afdruk-bovenlade hebt geïnstalleerd, kunt u met de papierpadkiezer het papierpad instellen voor uitvoer met de bedrukte zijde naar boven of naar beneden. De papierpadkiezer bevindt zich rechtsachter op de printer.
  • Pagina 114: Geheugenmodule

    Geheugenmodule Als u een DIMM-module (Dual In-line Memory Module) installeert, kunt u het printergeheugen uitbreiden tot 136 MB (het standaardgeheugen van 8 MB plus het optionele geheugen van 16, 32, 64 of 128 MB). U wilt wellicht extra geheugen toevoegen als er problemen optreden bij het afdrukken van complexe afbeeldingen.
  • Pagina 115 1. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 2. Duw op de vergrendeling aan de linkerzijde van de printer en til de printerklep op. 3. Ga aan de rechterzijde van de printer staan en verwijder de twee schroeven uit het zijpaneel met een kruiskopschroevendraaier. Trek het zijpaneel naar u toe om het te verwijderen.
  • Pagina 116 Opmerking: Zorg dat u de schroeven niet in de printer laat vallen. U kunt het beste een magnetische schroevendraaier gebruiken. Let op: ❏ Zet de printer uit. ❏ Draai alleen de twee schroeven van het rechterpaneel los. Waarschuwing: ❏ Als u andere schroeven of panelen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot.
  • Pagina 117 Let op: Voordat u de module installeert, moet u statische elektriciteit ontladen door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. 5. Duw de DIMM stevig in de grijze RAM-sleuf, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 118 6. Bevestig het zijpaneel. 7. Bevestig het zijpaneel met de twee schroeven. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 119 Opmerking: Nadat de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 zijn geïnstalleerd, kunnen Windows-gebruikers in de printerdriver controleren of de geheugenmodule correct is geïnstalleerd. De status van de geheugenmodule wordt weergegeven op het tabblad Optional Settings.
  • Pagina 120: Geheugenmodule Verwijderen

    Geheugenmodule verwijderen Volg de onderstaande instructies om de DIMM-module te verwijderen: 1. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 2. Duw op de vergrendeling aan de linkerzijde van de printer en til de printerklep op. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 121 3. Ga aan de rechterzijde van de printer staan en verwijder de twee schroeven uit het zijpaneel met een kruiskopschroevendraaier. Trek het zijpaneel naar u toe om het te verwijderen. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 122 4. Duw de klemmetjes aan de zijkanten van de grijze RAM-sleuf naar buiten om de geheugenmodule te ontgrendelen. Pak beide uiteinden van de DIMM stevig vast en trek de DIMM uit de sleuf. 5. Bevestig het zijpaneel. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 123 6. Bevestig het zijpaneel met de twee schroeven. 7. Sluit de printerklep voorzichtig. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 124: Rom-Module

    ROM-module Als u de optionele ROM-module voor Adobe PostScript 3 Kit (C12C832521) om de ROM-sleuf van de printer plaatst, kunt u complexe documenten optimaal afdrukken met behulp van de PostScript-printertaal. ROM-module installeren Volg de onderstaande instructies om de ROM-module te installeren: Waarschuwing: Schakel de printer uit tijdens de installatie van de ROM-module...
  • Pagina 125 3. Ga aan de rechterzijde van de printer staan en verwijder de twee schroeven uit het zijpaneel met een kruiskopschroevendraaier. Trek het zijpaneel naar u toe om het te verwijderen. Opmerking: Zorg dat u de schroeven niet in de printer laat vallen. U kunt het beste een magnetische schroevendraaier gebruiken.
  • Pagina 126 4. Zoek de sleuf waarin de ROM-module moet worden geïnstalleerd. De ROM-module wordt geïnstalleerd in de zwarte sleuf A. Waarschuwing: Raak de blootgelegde elektrische onderdelen niet aan nadat het zijpaneel is verwijderd. De onderdelen kunnen erg heet worden als de printer in gebruik is. Let op: Voordat u de module installeert, moet u statische elektriciteit ontladen door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 127 5. Duw de ROM-module stevig in de zwarte sleuf A, zoals hieronder wordt weergegeven. Houd beide zijden van de ROM-module vast om de module in de loodrechte stand vast te draaien. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 128 6. Bevestig het zijpaneel. 7. Bevestig het zijpaneel met de twee schroeven. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 129 8. Druk op de printerklep tot deze vastklikt. 9. Plaats de stekker van de printer in het stopcontact en zet de printer aan. Druk een statusvel af om te controleren of de ROM-module correct is geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 196 voor het afdrukken van een statusvel.
  • Pagina 130: Rom-Module Verwijderen

    ROM-module verwijderen Volg de onderstaande instructies om de ROM-module te verwijderen: 1. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 2. Duw op de vergrendeling aan de linkerzijde van de printer en til de printerklep op. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 131 3. Ga aan de rechterzijde van de printer staan en verwijder de twee schroeven uit het zijpaneel met een kruiskopschroevendraaier. Trek het zijpaneel naar u toe om het te verwijderen. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 132 4. Duw de klemmetjes aan de zijkanten van de zwarte sleuf A naar buiten om de ROM-module te ontgrendelen. Pak beide uiteinden van de ROM-module stevig vast en trek de ROM-module uit de sleuf. 5. Bevestig het zijpaneel. Optionele onderdelen installeren en verwijderen...
  • Pagina 133: Interfacekaarten

    6. Bevestig het zijpaneel met de twee schroeven. 7. Sluit de printerklep voorzichtig. Interfacekaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een optionele interfacekaart in de interfacesleuf voor type B kunt installeren. Interfacekaart installeren Volg de onderstaande instructies om een optionele interfacekaart te installeren: Let op: Voordat u een interfacekaart installeert, moet u statische...
  • Pagina 134 1. Schakel de printer uit. 2. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 3. Haal de interfacekaart uit de verpakking. 4. Ga achter de printer staan met uw gezicht naar de printer. 5. Verwijder de twee schroeven waarmee het afdekklepje van de interfacesleuf is bevestigd.
  • Pagina 135 6. Schuif de interfacekaart in de groeven van de sleuf, zoals hieronder wordt weergegeven. Druk de kaart stevig aan. Bevestig de kaart met de twee schroeven. 7. Plaats de stekker van de printer in het stopcontact. 8. Zet de printer aan. Druk een statusvel af om te controleren of de kaart correct is geïnstalleerd.
  • Pagina 136: Interfacekaart Verwijderen

    Interfacekaart verwijderen Volg de onderstaande instructies om een optionele interfacekaart te verwijderen: 1. Schakel de printer uit. 2. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 3. Ga achter de printer staan met uw gezicht naar de printer. 4. Verwijder de twee schroeven waarmee de interfacekaart is bevestigd en trek de interfacekaart uit de sleuf.
  • Pagina 137: Hoofdstuk 7 Remote Control Panel Gebruiken

    Hoofdstuk 7 Remote Control Panel gebruiken DOS-gebruikers Overzicht van het hulpprogramma Remote Control Panel Remote Control Panel is een hulpprogramma waarmee u printerinstellingen, zoals de afdrukkwaliteit, het papierformaat en de RITech-instelling, kunt wijzigen wanneer u deze niet kunt opgeven in de toepassing of de printerdriver. Remote Control Panel gebruiken Opmerking: Voordat u dit hulpprogramma gaat gebruiken, moet u het...
  • Pagina 138: Besturingssysteem

    U hoeft Remote Control Panel echter niet te gebruiken om de algemene printerinstellingen te wijzigen. In de meeste toepassingen kunt u algemene instellingen wijzigen die van invloed zijn op de uiteindelijke afdrukken. De instellingen die u opgeeft in de software, krijgen de voorkeur boven de instellingen die in het hulpprogramma Remote Control Panel worden opgegeven.
  • Pagina 139 Remote Control Panel openen Voordat u Remote Control Panel kunt starten, moet u onthouden dat u de volgende toetsen op het toetsenbord kunt gebruiken om te navigeren in het hulpprogramma: Tab: Hiermee gaat u verder naar het volgende menu Shift+Tab: Hiermee keert u terug naar het vorige menu Pijltoetsen: Hiermee bladert u door opties in de menu’s...
  • Pagina 140 De volgende knoppen worden weergegeven in het dialoogvenster Error: Yes : Klik op deze knop om door te gaan met behulp van unidirectionele communicatie. No : Klik op deze knop om bidirectionele communicatie nogmaals te proberen. Cancel : Klik op deze knop om het hulpprogramma te sluiten.
  • Pagina 141 Dialoogvenster Mode-Select In het dialoogvenster worden de volgende instelling en knoppen weergegeven: Select Mode: In deze keuzelijst met invoervak kunt u de gewenste printeremulatiemodus selecteren. OK : Klik op deze knop om naar het hoofdvenster van Remote Control Panel te gaan. Exit : Klik op deze knop om het hulpprogramma te sluiten.
  • Pagina 142: Algemene Printerinstellingen Opgeven

    Selecteer de emulatiemodus die u wilt configureren en klik op OK . Het hoofdvenster van Remote Control Panel varieert, afhankelijk van de geselecteerde emulatiemodus. Het onderstaande voorbeeld wordt weergegeven in de emulatiemodus LaserJet4. Algemene printerinstellingen opgeven De instellingen die in dit gedeelte worden behandeld, zijn ook beschikbaar in de printerdriver.
  • Pagina 143 Opmerking: Instellingen die in Remote Control Panel worden opgegeven, worden pas geactiveerd wanneer u op Send klikt om de gegevens naar de printer te verzenden. Als u de printer deelt, geven de instellingen in het hulpprogramma Remote Control Panel wellicht niet de werkelijke instellingen in de printer weer omdat deze kunnen zijn gewijzigd door andere gebruikers.
  • Pagina 144 Als het gewenste papierformaat niet wordt weergegeven, kunt u een nieuw formaat opgeven met de instelling Custom. Een aangepast papierformaat moet de volgende afmetingen hebben: 76 tot 216 mm × 127 tot 356 mm. De opties bij Page Size zijn: A4 (standaard) LT (Letter) HLT (Half letter)
  • Pagina 145 CR Function (alleen LaserJet4) Hier bepaalt u of een bewerking voor een regelterugloop (CR) of voor een regelterugloop en een regelinvoer (LF) moet worden uitgevoerd. Als u CR (standaard) selecteert, voegt de printer geen regelinvoer toe aan elke regelterugloop. Bij CR+LF voegt de printer een regelinvoer toe aan elke opdracht voor een regelterugloop.
  • Pagina 146 Wide A4 (alleen LaserJet4) Hiermee kunt u breed A4-papier gebruiken in de MP-lade. MP Mode Hier bepaalt u de prioriteitsvolgorde voor de gebruikte papierbronnen wanneer Auto is geselecteerd bij Paper Source of de papierbron niet is opgegeven. De beschikbare opties zijn Normal (standaard) en Last .
  • Pagina 147: Printer Setup

    Printer Setup Klik op de knop Printer Setup in het venster Remote Control Panel om het volgende dialoogvenster weer te geven: Opmerking: Gebruik Next en Prev om alle beschikbare opties te openen. Page Protect Dit is een functie waarmee u extra printergeheugen kunt toewijzen voor het afdrukken van gegevens.
  • Pagina 148 Resolution Hier kunt u de gewenste resolutie voor afdrukken selecteren. De beschikbare instellingen zijn 1200 dpi , 600 dpi (standaard) en 300 dpi . RITech Hiermee kunt u de instelling voor RITech (Resolution Improvement Technologie) in- of uitschakelen. De standaardinstelling is On . Zie “Afdrukkwaliteit opgeven” op pagina 26 (Windows) of “Afdrukkwaliteit opgeven”...
  • Pagina 149 Toner Out Hier kunt u instellen of de printer moet doorgaan of stoppen met afdrukken wanneer een fout met een lege tonercartridge optreedt. Als u Continue (standaard) instelt, gaat de printer door met afdrukken, ongeacht de fout. Deze instelling wordt aangeraden als u niet in de buurt bent van de printer.
  • Pagina 150 Dot Correction Deze instelling is alleen van belang wanneer u afdrukt met 1200 dpi. Wanneer deze optie is ingesteld op On , wordt het afdrukpatroon van regels van 1 punt automatisch gecorrigeerd om het uiterlijk te verbeteren. More Klik op de knop More in het venster Remote Control Panel om het volgende dialoogvenster weer te geven: Top Offset Hiermee kunt u de verticale afdrukpositie op de pagina...
  • Pagina 151 Standby U kunt de opties Enable (standaard) en Disable inschakelen bij Standby. Als Standby is ingeschakeld, wordt de slaapstandmodus ingeschakeld als de printer 15 minuten niet wordt gebruikt. De printer wordt opgewarmd wanneer u de afdruktaak verzendt. Het duurt ongeveer 11 seconden voordat de printer kan afdrukken.
  • Pagina 152 Code Page (alleen I239X) Hier kunt u de karaktertabel selecteren. Karaktertabellen bevatten de karakters en tekens die in verschillende talen worden gebruikt. De printer drukt de tekst af op basis van de geselecteerde karaktertabel. Port Selection Klik op de knop Port Selection in het venster Remote Control Panel om het volgende dialoogvenster weer te geven: Opmerking: Gebruik Next en Prev om alle beschikbare opties te openen.
  • Pagina 153 Parallel Bi-D Hiermee kunt u de modus voor bidirectionele communicatie instellen: ECP (standaard), Nibble of Off . Parallel Buffer Size Hier kunt u opgeven hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens via de parallelle interface. Als deze optie is ingesteld op Maximum , wordt meer geheugen toegewezen voor het ontvangen van gegevens.
  • Pagina 154: Printeremulatie Selecteren

    Printeremulatie selecteren U moet de printeremulatiemodus wijzigen in het hulpprogramma Remote Control Panel omdat u in de printerdriver geen toegang krijgt tot deze instelling. De ondersteunde standaardemulatiemodi zijn: LJ4 (PCL5e), PCL6, GL2, FX, ESCP2 en I239X. PS3 is ook beschikbaar als u de optionele ROM-module voor Adobe PostScript 3 Kit installeert.
  • Pagina 155 Emulation Klik op de knop Emulation in het venster Remote Control Panel om het volgende dialoogvenster weer te geven: Parallel Hier kunt u de emulatie voor de parallelle interface opgeven. Hier kunt u de emulatie voor de USB-interface opgeven. Hier kunt u de emulatie voor de AUX-interface opgeven. Deze optie is alleen beschikbaar als u een optionele interfacekaart van type B hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 156: Overige Speciale Instellingen

    Overige speciale instellingen De instellingen in dit gedeelte zijn de minder algemene instellingen die u wilt opgeven wanneer u deze printer gebruikt. Als u echter de onderstaande wijzigingen wilt aanbrengen, moet u deze opgeven in Remote Control Panel omdat u in de printerdriver geen toegang krijgt tot deze instellingen.
  • Pagina 157 Typeface Hier kunt u het letterbeeld opgeven op basis van het lettertype. Pitch Hier kunt u de tekenbreedte opgeven voor lettertypen met een vaste tekenbreedte. Het bereik voor tekenbreedte is 0,44 tot 99,99. Symbol Set Hier kunt u bepalen welke tekenset u wilt gebruiken. Als het geselecteerde letterbeeld niet beschikbaar is voor de geselecteerde tekenset, wordt het letterbeeld vervangen door de momenteel geselecteerde tekenset.
  • Pagina 158 Others Klik op de knop Others om het dialoogvenster Others weer te geven. Het werkelijke dialoogvenster dat wordt weergegeven, is afhankelijk van de emulatiemodus. Opmerking: Deze knop is niet beschikbaar in de modus LaserJet4. Modus GL2 Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven wanneer de emulatiemodus GL2 is geselecteerd: Opmerking: Gebruik Next en Prev om alle beschikbare opties te openen.
  • Pagina 159 Scale Hier kunt u schakelen tussen afdrukken met de oorspronkelijke grootte en verkleind afdrukken. Bij deze instelling bepaalt u ook de factor voor verkleind afdrukken. U kunt gegevens die oorspronkelijk zijn gemaakt voor het papierformaat dat bij de instelling Scale is geselecteerd, afdrukken op papier met het formaat dat is geselecteerd bij de instelling Page Size.
  • Pagina 160 Join Hier kunt u opgeven hoe u de einden van regels wilt samenvoegen. De standaardinstelling is Mitered . Zie de onderstaande afbeeldingen. NONE MITERED TRIANGULAR MITEREDBEVELED ROUND BEVELED Pen0, Pen1, Pen2, Pen3, Pen4, Pen5, Pen6 Hiermee kunt u de lijnbreedte opgeven. U kunt een waarde van 0,05 mm tot 5,00 mm in stappen van 0,05 mm selecteren.
  • Pagina 161 Modi ESCP2, FX en I239X Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven wanneer de emulatiemodus ESCP2, FX of I239X is geselecteerd: Opmerking: Gebruik Next en Prev om alle beschikbare opties te openen. Condensed (alleen ESCP2, FX) Hier kunt u de ruimte tussen tekens wijzigen. Versmald afdrukken is handig voor spreadsheets en andere toepassing waarbij een groot aantal gegevens moet worden afgedrukt op elke regel.
  • Pagina 162 Opmerking: Als u de instelling bij Orientation, Page Size of T.Margin wijzigt, wordt de instelling voor paginalengte automatisch teruggezet naar de standaardwaarde voor elk papierformaat. Auto CR Met deze optie kunt u een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoeren wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 163 ZeroChar Met deze optie kunt u aangeven of de printer een nul met of zonder deelteken (Ø of 0) moet afdrukken. Met deze functie wordt het onderscheid tussen een hoofdletter O en een nul duidelijk wanneer u documenten als lijsten afdrukt. Font Hier kunt u een lettertype selecteren op basis van het letterbeeld.
  • Pagina 164: Voorbeelden Van Lettertypen Afdrukken

    Voorbeelden van lettertypen afdrukken Als u een voorbeeld wilt afdrukken van de lettertypen die beschikbaar zijn in bepaalde printeremulatiemodi, selecteert u het lettertypevoorbeeld dat u wilt afdrukken in het menu File. Het menu File in het onderstaande voorbeeld wordt weergegeven in de emulatiemodus LaserJet4. Macintosh-gebruikers Overzicht van het hulpprogramma Remote Control Panel...
  • Pagina 165 Volg de onderstaande instructies om Remote Control Panel te installeren: 1. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation. 2. Sleep het pictogram RCP for EPL-6100 rechtstreeks naar het bureaublad of naar een locatie op de vaste schijf. Remote Control Panel openen...
  • Pagina 166 3. Selecteer de naam van de printer en klik op OK . Als u het keuzerondje USB Port selecteert in het dialoogvenster Remote Control Panel for EPL-6100: Als u het keuzerondje AppleTalk selecteert in het dialoogvenster Remote Control Panel for EPL-6100:...
  • Pagina 167 Opmerking: ❏ AppleTalk-zones worden weergegeven wanneer de zone is ingesteld in het netwerk. Selecteer de zone waarmee de printer is verbonden. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor informatie over de zone waarmee de printer is verbonden. ❏ U kunt de printernaam wijzigen wanneer de printer is verbonden met AppleTalk.
  • Pagina 168: Printerinstellingen Opgeven

    Printerinstellingen opgeven U kunt de printerinstellingen wijzigen via het hulpprogramma Remote Control Panel. Zie “Remote Control Panel openen” op pagina 153 voor meer informatie over het openen van Remote Control Panel. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: Reset: Klik op deze knop om de standaardwaarden van de instellingen in de printer en in het...
  • Pagina 169 Opmerking: Instellingen die in Remote Control Panel zijn opgegeven, worden pas geactiveerd wanneer u op Execute klikt. Standby U kunt de opties Enable (standaard) en Disable inschakelen bij Standby. Als Standby is ingeschakeld, wordt de slaapstandmodus ingeschakeld als de printer 15 minuten niet wordt gebruikt.
  • Pagina 170 MP Tray Paper Type Hier kunt u de papiersoort opgeven wanneer u afdrukt vanuit de MP-lade. De beschikbare opties zijn Plain (standaard), Letterhead , Recycled , Color , Trnsprncy en Labels . Cassette 1 Paper Type Hier kunt u de papiersoort opgeven wanneer u afdrukt vanuit de optionele onderste papiereenheid voor 500 vellen A4.
  • Pagina 171 USB I/F Buffer Size Hier kunt u opgeven hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens via de USB-interface. Als deze optie is ingesteld op Maximum , wordt meer geheugen toegewezen voor het ontvangen van gegevens. Is deze optie ingesteld op Minimum , dan wordt meer geheugen toegewezen voor het afdrukken van gegevens.
  • Pagina 172 Avoid Error Wanneer u complexe gegevens afdrukt (gegevens met veel woorden of afbeeldingen), kan een paginafout optreden omdat de afdruksnelheid hoger is dan de verwerkingssnelheid voor afbeeldingen. Als u de paginafout wilt voorkomen, moet u Avoid Error instellen op On . Opmerking: Als voor deze instelling On is geselecteerd, kan het afdrukken veel tijd in beslag nemen.
  • Pagina 173: Tonerteller En Teller Voor De Fotogeleidingseenheid

    Tonerteller en teller voor de fotogeleidingseenheid opnieuw instellen Nadat u een ontwikkelingsrol of een fotogeleidingseenheid hebt vervangen, moet u de tonerteller of de teller van de fotogeleidingseenheid opnieuw instellen. U kunt deze tellers opnieuw instellen via het hulpprogramma Remote Control Panel. Tonerteller opnieuw instellen 1.
  • Pagina 174: Teller Van De Fotogeleidingseenheid Opnieuw Instellen

    3. Klik op S050095 als u een ontwikkelingsrol met code S050095 hebt geïnstalleerd of op S050087 als u een ontwikkelingsrol met code S050087 hebt geïnstalleerd. 4. Klik op OK . De tonerteller is opnieuw ingesteld. Teller van de fotogeleidingseenheid opnieuw instellen 1.
  • Pagina 175 3. Klik op OPC Level Clear . 4. Klik op OK . De teller van de fotogeleidingseenheid is opnieuw ingesteld. Remote Control Panel gebruiken...
  • Pagina 176 Remote Control Panel gebruiken...
  • Pagina 177: Hoofdstuk 8 Verbruiksgoederen Vervangen

    Hoofdstuk 8 Verbruiksgoederen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen: ❏ Zorg dat er rond de printer genoeg ruimte is voor het vervangen van de verbruiksgoederen. U moet sommige onderdelen van de printer, zoals de printerklep, openen wanneer u verbruiksgoederen vervangt.
  • Pagina 178 EPSON Status Monitor 3. Als het lampje Toner brandt en het lampje Fout langzaam knippert of als er een bericht in het venster EPSON Status Monitor 3 wordt weergegeven, volgt u de onderstaande instructies om de ontwikkelingsrol te vervangen: 1.
  • Pagina 179 4. Houd de ontwikkelingsrol vast bij het handvat en til deze recht omhoog uit de printer. Waarschuwing: Raak de fixeereenheid niet aan. Deze is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Let op: Zorg dat u geen tonerpoeder uit de gebruikte ontwikkelingsrol morst.
  • Pagina 180 5. Druk op de gemarkeerde positie aan de linkerzijde van het handvat om het naar binnen te duwen. Neem bij het weggooien van de oude ontwikkelingsrol de geldende milieuvoorschriften in acht. 6. Neem de nieuwe ontwikkelingsrol uit de verpakking. Houd de rol horizontaal en schud deze zachtjes van links naar rechts en van voor naar achter om de toner gelijkmatig te verdelen.
  • Pagina 181 7. Verwijder de beschermstrook van de ontwikkelingsrol en trek het handvat omhoog. Let op: Raak de ontwikkelingsrol onder de klep nooit aan. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 182 8. Houd de rol bij het handvat vast en laat deze in de printer zakken. Zorg dat de pinnen aan weerszijden van de ontwikkelingsrol in de gleuven van de printer zitten. Schuif de rol voorzichtig in de opening tot deze vastklikt. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 183 9. Druk op de printerklep totdat deze vastklikt. 10. Als u de ontwikkelingsrol (S050087) hebt geplaatst, moet u de knoppen Start/Stop en Taak annuleren ingedrukt houden terwijl u de printer inschakelt. Hebt u de ontwikkelingsrol (S050095) geplaatst, dan moet u de knop Informatie ingedrukt houden terwijl u de printer inschakelt.
  • Pagina 184: Fotogeleidingseenheid Vervangen

    Fotogeleidingseenheid vervangen 1. Zet de printer uit. 2. Zorg dat de uitvoerlade op de printer is dichtgeklapt. 3. Open de printerklep door op de vergrendeling links op de printer te drukken en de klep helemaal omhoog te tillen. Let op: Duw de printerklep helemaal omhoog als u de ontwikkelingsrol vervangt.
  • Pagina 185 4. Houd de ontwikkelingsrol vast bij het handvat en til deze recht omhoog uit de printer. Waarschuwing: Raak de fixeereenheid niet aan. Deze is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 186 5. Schuif de fotogeleidingseenheid op de onderstaande wijze voorzichtig uit de printer. 6. Neem bij het weggooien van de oude fotogeleidingseenheid de geldende milieuvoorschriften in acht. 7. Neem de nieuwe fotogeleidingseenheid uit de verpakking. Let op: Raak de lichtgevoelige rol van de fotogeleidingseenheid niet aan.
  • Pagina 187 8. Stop de pinnen aan weerszijden van de nieuwe fotogeleidingseenheid in de gleuven van de printer. Schuif de eenheid voorzichtig in de opening totdat deze vastklikt. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 188 9. Plaats de ontwikkelingsrol terug. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 189 10. Druk op de printerklep totdat deze vastklikt. 11. Houd de knoppen Start/Stop en Informatie het bedieningspaneel ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los als de lampjes Klaar (groen) en Fout (rood) branden. De tonerteller is opnieuw ingesteld. Opmerking: U kunt de tonerteller ook opnieuw instellen via de printerdriver.
  • Pagina 190 Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 191: Hoofdstuk 9 Reiniging En Transport

    Hoofdstuk 9 Reiniging en transport Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat, reinigt u het binnenwerk van de printer volgens de instructies in dit gedeelte. Reinig ook regelmatig de MP-lade en de printerbehuizing. Binnenwerk van de printer reinigen In de printer kunnen zich kleine stofdeeltjes ophopen.
  • Pagina 192: Rollen Voor Papierinvoer Reinigen

    4. Verwijder het vuil uit het binnenste van de printer met een schone, droge en pluisvrije doek. Gebruik geen perslucht. Als er zich problemen voordoen met de papierinvoer, reinigt u de papierrol door de rol schoon te maken met een schone, droge en pluisvrije doek.
  • Pagina 193 1. Zet de printer uit. 2. Open de printerklep door op de vergrendeling te drukken. Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden.
  • Pagina 194 4. Veeg het rubberen gedeelte van de papierrol voorzichtig schoon met een goed uitgewrongen doek. Let op: Raak de transferrol niet aan om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit vermindert. 5. Installeer de fotogeleidingseenheid en de ontwikkelingsrol opnieuw, zoals wordt beschreven in “Ontwikkelingsrol vervangen”...
  • Pagina 195: Printerbehuizing Reinigen

    Printerbehuizing reinigen Als de behuizing van de printer vies of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een zachte en schone doek met een neutraal reinigingsmiddel. Let op: Gebruik nooit alcohol of thinner om de printerbehuizing te reinigen.
  • Pagina 196: Printer Vervoeren

    Printer vervoeren Als u de printer over een grotere afstand moet vervoeren, verpakt u deze in de originele doos en het originele beschermmateriaal: 1. Schakel de printer uit. 2. Verwijder het netsnoer uit het stopcontact en de printer. 3. Maak alle interfacekabels los van de printer. 4.
  • Pagina 197: Hoofdstuk 10 Probleemoplossing

    In het venster Status Alert in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven welk type fout is opgetreden. Tevens wordt een mogelijke oplossing gegeven. Gebruik de informatie in dit...
  • Pagina 198 Status/Fout STATUSLAMPJES Geheugen Toner Papier Gegevens Klaar Fout Onderhoud vereist (fout met de controller) Onderhoud vereist (fout met de printer) Papierstoring bij uitvoer Storing bij papierinvoer - MP-lade of papierlade - Printer Onvoldoende geheugen voor huidige taak Handmatige invoer Fout met optionele interfacekaart Pagina bevat te veel gegevens voor...
  • Pagina 199 Status/Fout STATUSLAMPJES Geheugen Toner Papier Gegevens Klaar Fout Toner op Papierformaat controleren Papiersoort controleren Onvoldoende geheugen om alle exemplaren af te drukken Onvoldoende geheugen Verminderde afdrukkwaliteit (vanwege onvoldoende geheugen) Toner bijna op Alle afdruktaken annuleren Afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren (door host) Offline Gereed Standby...
  • Pagina 200 Onderhoud vereist (fout met de controller) Bedieningspaneel: Alle lampjes branden Er is een fout met de controller opgetreden. Zet de printer uit, wacht vijf seconden en zet de printer weer aan. Als alle lampjes opnieuw gaan branden, moet u de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
  • Pagina 201 Storing bij papierinvoer en Fout branden Bedieningspaneel: De lampjes Er heeft zich een papierstoring bij de invoersleuf voorgedaan. Zie “Papierstoringen verhelpen” op pagina 197 voor meer informatie over het verwijderen van papierstoringen. De fout wordt automatisch opgelost wanneer u het vastgelopen papier verwijdert en de printerklep opent en sluit.
  • Pagina 202 Schakel het selectievakje Manual Feed op het tabblad Basic Settings in de printerdriver uit voordat u afdrukt vanuit de MP-lade of de optionele onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 nadat u hebt afgedrukt in de modus voor handmatige invoer. Opmerking: ❏...
  • Pagina 203 Papier op knippert en het lampje Fout brandt Bedieningspaneel: Het lampje De opgegeven papierbron bevat geen papier. U moet papier met het formaat dat in de printerdriver is opgegeven, in de papierbron plaatsen. Zie “Papierbronnen” op pagina 15 en “Papier plaatsen” op pagina 15 voor meer informatie over het plaatsen van papier.
  • Pagina 204 ROM-module niet compatibel en Fout branden Bedieningspaneel: De lampjes De ROM-module in sleuf A is niet correct geïnstalleerd of is ongeldig voor deze printer. Controleer of u een goede ROM-module gebruikt of installeer de module opnieuw. Zie “ROM-module” op pagina 112 voor meer informatie over de installatie.
  • Pagina 205 Papiersoort controleren Bedieningspaneel: Het lampje knippert De instelling voor papiersoort in de printerdriver wijkt af van de papiersoort in de printer. Plaats de juiste papiersoort in de printer. Druk op Informatie op het bedieningspaneel om de waarschuwing te wissen. Onvoldoende geheugen om alle exemplaren af te drukken Bedieningspaneel: Het lampje knippert De printer heeft niet voldoende geheugen om afdruktaken te...
  • Pagina 206 Verminderde afdrukkwaliteit (vanwege onvoldoende geheugen) Bedieningspaneel: Het lampje knippert De printer kan niet afdrukken met het gewenste kwaliteitsniveau omdat er onvoldoende geheugen is. De afdrukkwaliteit is automatisch verminderd om te kunnen doorgaan met afdrukken. Controleer of de afdrukkwaliteit acceptabel is. Als dit niet het geval is, voegt u voor een definitieve oplossing meer geheugen toe.
  • Pagina 207 Afdruktaak annuleren Bedieningspaneel: De lampjes Klaar en Fout knipperen De oudste afdruktaak die in de printer is opgeslagen, wordt verwijderd. Afdruktaak annuleren (door host) Bedieningspaneel: De lampjes Klaar en Fout knipperen De opgegeven afdruktaak die vanaf de hostcomputer is verzonden, wordt verwijderd. Offline Bedieningspaneel: Het lampje Fout knippert met een langer interval dan anders...
  • Pagina 208: Statusvel Afdrukken

    Standby Bedieningspaneel: Het lampje Klaar knippert met een langer interval dan anders De energiebesparende modus van de printer is geactiveerd. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer de printer niet wordt gebruikt. Als Standby is ingeschakeld, wordt de standby-modus na 15 minuten geactiveerd. Opwarmen Bedieningspaneel: Het lampje Klaar knippert De printer wordt opgewarmd voor het verwerken en afdrukken...
  • Pagina 209: Papierstoringen Verhelpen

    Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden in EPSON Status Monitor 3 waarschuwingsberichten weergegeven. Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen. ❏ Verwijder vastgelopen papier voorzichtig. Het is vaak lastig om gescheurd papier te verwijderen.
  • Pagina 210: Problemen Met Papierinvoer En Papierstoringen Voorkomen

    Problemen met papierinvoer en papierstoringen voorkomen Als u vaak last hebt van problemen met papierinvoer of papierstoringen, gebruikt u de volgende controlelijst met oplossingen: ❏ Waaier de stapel papier los en klop deze recht voordat u de stapel plaatst. ❏ Plaats niet te veel papier in de papierlade. ❏...
  • Pagina 211 Waarschuwing: Als u de printerklep opent, wordt de fixeereenheid zichtbaar. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact . Raak de fixeereenheid nooit aan. Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Probleemoplossing...
  • Pagina 212 2. Verwijder de ontwikkelingsrol. Let op: Let er op dat u de ontwikkelingsrol bij het verwijderen niet onder de klep aanraakt. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. Probleemoplossing...
  • Pagina 213 3. Verwijder de fotogeleidingseenheid. Let op: Raak de lichtgevoelig rol van de fotogeleidingseenheid nooit aan. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. Probleemoplossing...
  • Pagina 214 4. Verwijder het papier uit het papierpad. Opmerking: ❏ Als er papier vastzit bij de fixeereenheid, pakt u de onderzijde van het papier vast en trekt u het eruit. Anders kan dit de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. ❏ Trek het vastgelopen papier niet omhoog. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
  • Pagina 215: Papierstoring - Mp-Lade

    5. Plaats de fotogeleidingseenheid en de ontwikkelingsrol terug. 6. Sluit de printerklep. 7. Klop de papierstapel recht op een vlakke ondergrond en plaats de stapel voorzichtig in de MP-lade. Gebruik geen gekruld of gekreukt papier. Het afdrukken wordt automatisch hervat vanaf de pagina waar de storing is opgetreden.
  • Pagina 216 1. Verwijder de klep van de MP-lade en de papierstapel. 2. Verwijder voorzichtig de vellen die gedeeltelijk zijn ingevoerd. 3. Sluit de uitvoerlade en open de printerklep. Verwijder de afgescheurde stukken papier die in de printer zijn blijven steken. Probleemoplossing...
  • Pagina 217: Papierstoring - Sleuf Voor Handmatige Invoer

    Verwijder zo nodig de ontwikkelingsrol en de fotogeleidingseenheid. Verwijder het papier dat in het papierpad is achtergebleven. Plaats de eenheid en de rol terug in de printer. 4. Klop de papierstapel recht op een vlakke ondergrond en plaats deze voorzichtig in de MP-lade. Gebruik geen gekruld of gekreukt papier.
  • Pagina 218 2. Plaats de papiergeleiders terug. 3. Open en sluit de printerklep totdat deze vastklikt. De gegevens van de vastgelopen pagina worden automatisch opnieuw afgedrukt. Probleemoplossing...
  • Pagina 219: Papierstoring - Optionele Papierlade

    Papierstoring - optionele papierlade Hieronder wordt een dergelijke papierstoring weergegeven: Volg de onderstaande instructies om een papierstoring in de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 te verhelpen. Probleemoplossing...
  • Pagina 220 1. Verwijder de papierlade uit de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4. Probleemoplossing...
  • Pagina 221 2. Verwijder het gevouwen of vastgelopen papier uit de papierlade en uit de papiereenheid. Gooi gekrulde en gekreukte vellen weg. 3. Verwijder het papier uit de papierlade en druk op de plaat tot deze vastklikt. 4. Klop de papierstapel recht en plaats deze in de papierlade. Zorg dat de randen van het papier goed zijn uitgelijnd en dat het bovenste vel niet boven de maximumpapiermarkering uitsteekt.
  • Pagina 222: Printer Functioneert Niet Optimaal

    5. Controleer of u het juiste papierformaat gebruikt. De lade is alleen geschikt voor A4-papier. Controleer eveneens of het papier voldoet aan de specificaties voor deze printer. 6. Plaats de papierlade in de onderste papiereenheid voor 500 vellen A4. 7. Open en sluit de printerklep. De gegevens van de vastgelopen pagina worden automatisch opnieuw afgedrukt.
  • Pagina 223: Afdrukproblemen

    Het groene lampje Klaar brandt maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet Voer de procedure uit die wordt goed aangesloten op de beschreven in het gedeelte “Printer printer. aansluiten op een computer” op het Installatievel. De interfacekabel is mogelijk Controleer of de kabel goed is niet goed aangesloten.
  • Pagina 224: Gebrekkige Afdrukkwaliteit

    Er wordt niet op de juiste positie op de pagina begonnen met afdrukken Oorzaak Oplossing De paginalengte en de marges Controleer in de toepassing de zijn niet correct opgegeven in instellingen voor paginalengte en marge. de toepassing. Afbeeldingen worden niet goed afgedrukt Oorzaak Oplossing De printer heeft wellicht te...
  • Pagina 225 U gebruikt mogelijk een Als het oppervlak van het papier te ruw papiersoort die niet geschikt is is, worden tekens vervormd of slechts voor de printer. gedeeltelijk afgedrukt. Voor het beste resultaat kunt u het beste effen kopieerpapier van hoge kwaliteit gebruiken.
  • Pagina 226 Er is mogelijk een probleem Schakel de printer uit. Verwijder de rol met de ontwikkelingsrol. en schud deze voorzichtig heen en weer. Plaats de rol terug. Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de ontwikkelingsrol vervangen zoals wordt beschreven in “Ontwikkelingsrol vervangen”...
  • Pagina 227 De toner is mogelijk op. Zie “Ontwikkelingsrol vervangen” op pagina 165 voor informatie over het vervangen van de ontwikkelingsrol als de tonerstatus in EPSON Status Monitor 3 aangeeft dat de toner bijna op is. De ontwikkelingsrol is niet Controleer of de ontwikkelingsrol is correct geïnstalleerd.
  • Pagina 228 Er is mogelijk een probleem Verwijder de ontwikkelingsrol en met de ontwikkelingsrol. schud deze voorzichtig heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Plaats de rol vervolgens terug in de printer. Als het probleem zich opnieuw voordoet, moet u de rol vervangen zoals wordt beschreven in “Ontwikkelingsrol vervangen”...
  • Pagina 229: Geheugenproblemen

    Geheugenproblemen Verminderde afdrukkwaliteit Oorzaak Oplossing Er kan niet worden afgedrukt Controleer of de afdrukkwaliteit met het gewenste acceptabel is. Als dit niet het geval is, kwaliteitsniveau omdat er voegt u voor een definitieve oplossing onvoldoende geheugen is. meer geheugen toe. Als tijdelijke De afdrukkwaliteit wordt oplossing kunt u een lagere automatisch verminderd om...
  • Pagina 230 Onvoldoende geheugen om alle exemplaren af te drukken Oorzaak Oplossing De printer heeft niet Er wordt slechts één set exemplaren voldoende geheugen om afgedrukt. Maak de afdruktaken kleiner afdruktaken te verzamelen. of voeg meer geheugen toe. Zie “Geheugenmodule” op pagina 102 voor informatie over het installeren van meer geheugen.
  • Pagina 231: Appendix A Technische Specificaties

    Appendix A Technische specificaties Papier Beschikbare papiersoorten In dit gedeelte wordt uitgelegd welke soorten papier u kunt gebruiken in de printer. Gebruik alleen papiersoorten die hier worden vermeld. Opmerking: De printer is zeer gevoelig voor vocht. Bewaar papier in een droge omgeving. Technische specificaties...
  • Pagina 232: Normaal Papier

    Opmerking: ❏ Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 233: Ongeschikt Papier

    Ongeschikt papier Het volgende papier mag niet in deze printer worden gebruikt. Het kan schade aan de printer, papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. ❏ Afdrukmaterialen die zijn bestemd voor kleurenlaserprinters, andere zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten of inkjetprinters ❏ Papier waarop eerder is afgedrukt met andere kleurenlaserprinters, zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten, inkjetprinters of thermische transferprinters...
  • Pagina 234: Specificaties

    Specificaties Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 235: Afdrukgebied

    Papierformaat: A4 (210 × 297 mm) Paper: A5 (148 × 210 mm) B5 (182 × 257 mm) Letter (216 × 279 mm) Half-Letter (140 × 216 mm) Legal (216 × 356 mm) Government Letter (203 × 267 mm) Government Legal (216 ×...
  • Pagina 236: Printer

    Printer Algemeen Afdrukmethode: Laserscannen en droog elektrofotografisch proces Resolutie: 1200 dpi, Class 1200 dpi of 600 dpi Afdruksnelheid: 600 dpi: Maximaal 16 pagina's A4 per minuut 1200 dpi: Maximaal 8 pagina's A4 per minuut (Afhankelijk van het lettertype en de hoeveelheid gegevens) Eerste afdruk: Minder dan 15 seconden voor...
  • Pagina 237: Omgevingsspecificaties

    Papieruitvoercapaciteit Maximaal 100 vellen gewoon papier (papier van 75 g/m²): (Maximaal 20 vellen gewoon papier voor de optionele afdruk-bovenlade) RAM: 8 MB, uitbreidbaar tot 136 MB Omgevingsspecificaties Temperatuur: Bij afdrukken: 10 tot 35 °C Opslag: 0 tot 35 °C 15 tot 85 % RV Vochtigheid: Bij afdrukken: 10 tot 85 % RV...
  • Pagina 238: Technische Specificaties

    EN 55022 (CISPR Pub. 22) klasse B EN 55024 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Australisch model: AS/NZS 3548 klasse B Technische specificaties Afmetingen en Hoogte: 265 mm gewicht: Breedte: 399 mm Diepte: 435 mm Gewicht: Circa 7,5 kg zonder de ontwikkelingsrol en fotogeleidingseenheid Levensduur: 5 jaar of 180.000 vellen...
  • Pagina 239: Interfaces

    Interfaces Parallelle interface Gebruik alleen een parallelle connector die voldoet aan de IEEE 1284-B-norm. USB-interface USB 1.1-compatibel. Opmerking: Alleen Macintosh-computers met een USB-connector en Mac OS 8.1 tot 9.x of Windows Me, 98, XP of 2000 ondersteunen de USB-interface. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Onderste papiereenheid voor 500 vellen A4 (C12C813791) Papierformaat:...
  • Pagina 240: Afdruk-Bovenlade (C12C813801)

    20 vellen (75 g/m Geheugenmodule Zorg dat de DIMM die u aanschaft compatibel is met EPSON-producten. Neem contact op met de leverancier van de printer of met EPSON voor meer informatie. Geheugengrootte: 16 MB, 32 MB, 64 MB of 128 MB...
  • Pagina 241: Ontwikkelingsrol (S050087)

    Ontwikkelingsrol (S050087) Temperatuur opslag: 0 tot 35 °C Vochtigheid opslag: 30 tot 85% RV Bewaartijd: 18 maanden na productiedatum Levensduur: Maximaal 6.000 pagina's onder de volgende omstandigheden: Voor A4- of Letter-papier bij ononderbroken afdrukken en een dekkingsgraad van 5% Ontwikkelingsrol (S050095) Temperatuur opslag: 0 tot 35 °C Vochtigheid opslag:...
  • Pagina 242: Fotogeleidingseenheid (S051055)

    Fotogeleidingseenheid (S051055) Temperatuur opslag: 0 tot 35 °C Vochtigheid opslag: 30 tot 85% RV Bewaartijd: 18 maanden na productiedatum Levensduur: Maximaal 20.000 pagina's onder de volgende omstandigheden: Voor A4- of Letter-papier bij ononderbroken afdrukken en een dekkingsgraad van 5% Opmerking: Het totaalaantal pagina's dat u kunt afdrukken met een ontwikkelingsrol of een fotogeleidingseenheid is afhankelijk van het type afdruk.
  • Pagina 243: Appendix B Tekensets

    Appendix B Tekensets Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Omdat lettertypen en tekens door de meeste programma’s automatisch worden verwerkt, hoeft u de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen.
  • Pagina 244: Lj4-Emulatiemodus/Epson Gl2-Modus

    LJ4-emulatiemodus/EPSON GL2-modus De volgende tekensets zijn beschikbaar in de emulatiemodus LJ4. Naam tekenset: Voor de volgende tekensets zijn 76 lettertypen + Line Printer beschikbaar: IBM-US (10U), Roman-8 (8U)* (bevat nog eens 19 sets), Roman-9 (4U), ECM94-1 (0N), 8859-2 ISO (2N), 8859-9 ISO (5N),...
  • Pagina 245 OCR A is beschikbaar voor: OCR A (0O) OCR B is beschikbaar voor: OCR B (1O), OCR B Extension (3Q) Code 39 (2 typen) is beschikbaar voor: Code 39 (0Y) EAN/UPC (2 typen) is beschikbaar voor: EAN/UPC (8Y) * De andere 19 sets zijn: ANSI ASCII, Norweg1, French, HP German, Italian, JIS ASCII, Swedis 2, Norweg 2, UK, French 2, German, HP Spanish, Chinese, Spanish, IRV, Swedish, Portuguese, IBM Portuguese en IBM Spanish.
  • Pagina 246 De 76 lettertypen verwijzen naar de lettertypen in de onderstaande lijst: Courier SWC Swiss 721 SWA Courier SWC Bold Swiss 721 SWA Bold Courier SWC Italic Swiss 721 SWA Italic Courier SWC Bold Italic Swiss 721 SWA Bold Italic Dutch 801 SWC Swiss 721 Narrow SWA Dutch 801 SWC Bold Swiss 721 Narrow SWA Bold...
  • Pagina 247: Internationale Tekensets Voor Iso

    Internationale tekensets voor ISO De volgende internationale tekensets zijn beschikbaar voor ISO. Tekensets: ANSI ASCII (0U), Norweg 1 (0D), French (0F), HP German (0G), Italian (0l), JIS ASCII (0K), Swedis 2 (0S), Norweg 2 (1D), UK (1E), French 2 (1F), German (1G), HP Spanish (1S), Chinese (2K), Spanish (2S), IRV (2U), Swedish (3S), Portuguese (4S),...
  • Pagina 248: Esc/P2- Of Fx-Modus

    Pc 863 Pc 852 (Frans-Canadees), (Oost-Europa, Pc 865 (Nordic), BpBRASCIl, Roman-8, Abicomp, ISOLatin1) 8859-15 ISO Courier beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar EPSON beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar beschikbaar niet Prestige beschikbaar EPSON beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar beschikbaar niet Roman beschikbaar...
  • Pagina 249: Internationale Tekensets

    Internationale tekensets U kunt een van de internationale tekensets selecteren via het hulpprogramma Remote Control Panel of de opdracht ESC R: Tekensets: VS, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Japan, Denemarken, Denemarken-2, Zweden, Italië, Spanje-1, Spanje-2, Noorwegen, Latijns Am., Korea*, Legal* * Uitsluitend beschikbaar voor ESC/P 2-emulatie. Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^ Als u de tekens in de onderstaande tabel wilt afdrukken, gebruikt u de opdracht ESC (^.
  • Pagina 250: Emulatiemodus I239X

    De beschikbare tekensets in de I239X-modus zijn Pc437, Pc850, Pc858, Pc860, Pc863 en Pc865. Zie “ESC/P2- of FX-modus” op pagina 236 voor meer informatie. Beschikbare lettertypen zijn EPSON Sans Serif, Courier SWC, EPSON Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script.
  • Pagina 251: Appendix C Werken Met Lettertypen

    Appendix C Werken met lettertypen Beschikbare lettertypen In de volgende tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. Wanneer u de driver gebruikt die bij de printer is geleverd, worden de namen van de lettertypen in de toepassing weergegeven in de lijst met lettertypen.
  • Pagina 252 Naam lettertype Familie HP-equivalent Audrey Two SWC Marigold Flareserif 821 SWC Medium, Extra Bold Albertus Swiss 721 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Arial Dutch 801 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times New Swiss 721 SWA Medium, Bold, Italic, Helvetica Bold Italic Swiss 721 Narrow SWA...
  • Pagina 253: Esc/P 2- En Fx-Modi

    ESC/P 2- en FX-modi Naam lettertype Familie Courier SWC Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Swiss 721 SWM* Medium, Bold Letter Gothic SWC Medium, Bold Dutch 801 SWM* Medium, Bold EPSON Script...
  • Pagina 254 EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 255: Nieuwe Lettertypen Toevoegen

    Nieuwe lettertypen toevoegen U kunt meer lettertypen installeren in Windows. De meeste pakketten met lettertypen bevatten een installatieprogramma. In Windows kunt u lettertypen ook installeren vanuit het venster Lettertypen. Open het Configuratiescherm en dubbelklik op het pictogram Lettertypen . Nadat u een lettertype hebt geïnstalleerd, kunt u dit gebruiken in al uw Windows-toepassingen.
  • Pagina 256: Epson Font Manager

    EPSON Font Manager EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. EPSON Font Manager installeren Volg de onderstaande instructies om EPSON Font Manager te installeren: 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer.
  • Pagina 257: Epson Barcode Fonts

    Start bar, Stop bar en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
  • Pagina 258 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved 2 EPSON ITF U kunt afdrukken of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF controlecijfers opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF CD Num EPSON ITF Werken met lettertypen...
  • Pagina 259: Systeemvereisten

    EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen: Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows Me, 98, 95, XP, 2000 of NT 4.0...
  • Pagina 260: Epson Barcode Fonts Installeren

    Voor andere Windows-versies geldt ongeveer dezelfde procedure. 1. Zet de computer aan en start Windows. 2. Plaats de cd-rom of de diskette met EPSON BarCode Fonts in het cd-romstation. 3. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Configuratiescherm .
  • Pagina 261: Afdrukken Met Epson Barcode Fonts

    Afdrukken met EPSON BarCode Fonts Volg de onderstaande instructies om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts. In deze instructies wordt uitgegaan van de toepassing Microsoft WordPad. Bij andere programma’s is mogelijk een andere procedure van toepassing.
  • Pagina 262 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK . Opmerking: In Windows XP, 2000 en NT 4.0 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 263 5. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Eigenschappen . Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. De EPL-6100 is een zwartwitprinter. Zie het gedeelte voor zwartwitprinters in de onderstaande tabel. Driver voor...
  • Pagina 264: Streepjescodes Invoeren En Opmaken

    Start bar en Stop bar worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. ❏ Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in “Specificaties van EPSON BarCode Fonts” op pagina 253. Streepjescodes van een ander formaat worden mogelijk niet door alle streepjescodelezers gelezen.
  • Pagina 265: Specificaties Van Epson Barcode Fonts

    Specificaties van EPSON BarCode Fonts In dit gedeelte vindt u de specificaties voor het invoeren van elk lettertype van EPSON BarCode Fonts. EPSON EAN-8 ❏ EAN-8 is een verkorte streepjescode van acht cijfers. ❏ Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 7 tekens invoeren.
  • Pagina 266 EPSON EAN-13 ❏ EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. ❏ Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 12 tekens Tekengrootte 60 tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 en NT 4.0).
  • Pagina 267 EPSON UPC-A ❏ UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). ❏ Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 11 tekens...
  • Pagina 268 EPSON UPC-E ❏ UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 6 tekens Tekengrootte 60 tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 en NT 4.0). Aanbevolen grootten zijn 60 pt, 75pt (standaard), 112,5 pt en 150 pt.
  • Pagina 269 EPSON Code39 ❏ Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
  • Pagina 270 Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 ❏ Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 271 26 tot 104 pt (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 en NT 4.0). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52pt, 78 pt en 104 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: ❏ Onbedrukte linker-/rechterzone ❏ Start-/stopteken ❏ Controlecijfer ❏ Teken voor veranderen codeset Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 Werken met lettertypen...
  • Pagina 272 EPSON ITF ❏ De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-of-5-standaard. ❏ Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Interleaved 2-of-5-standaard.
  • Pagina 273 Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num EPSON Codabar ❏ Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 274 Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Symbolen (- $ : / . +) Aantal tekens Onbeperkt Tekengrootte Als OCR-B niet wordt gebruikt: 26 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 en NT 4.0). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52 pt, 78 pt en 104 pt. Als OCR-B wordt gebruikt: 36 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 en NT 4.0).
  • Pagina 275 Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Werken met lettertypen...
  • Pagina 276 Werken met lettertypen...
  • Pagina 277: Appendix D Contact Opnemen Met De Klantenservice

    Als de printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de probleemoplossingsinformatie in deze handleiding, kunt u contact opnemen met de EPSON-klantenservice. We kunnen u sneller helpen als u ons de volgende informatie geeft: Serienummer van de printer...
  • Pagina 278: Voor Gebruikers In Noord-Amerika

    Voor gebruikers in Noord-Amerika Als u de printer hebt aangeschaft in de Verenigde Staten of Canada, biedt Epson 24 uur per dag technische ondersteuning via de elektronische ondersteuningsservices en geautomatiseerde telefoonservices die zijn opgenomen in de volgende tabel: Service Toegang...
  • Pagina 279: Voor Gebruikers In Latijns-Amerika

    Op de volgende websites is elektronische ondersteuning 24 uur per dag beschikbaar: Service Toegang Internet De website van EPSON voor Latijns-Amerika: http://www.latin.epson.com. De website van Epson voor Brazilië: http://www.epson.br. Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken, belt u naar een van de onderstaande nummers:...
  • Pagina 280: Voor Gebruikers In Europa

    Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland Als u het product in het Verenigd Koninkrijk of Ierland hebt aangeschaft, biedt EPSON (UK) Limited u een groot aantal services en technische ondersteuning. Ondersteuning via Internet ❏ Informatie over de nieuwste EPSON-producten, drivers,...
  • Pagina 281 1 800 409132. De helpdesk is ook bereikbaar via fax (01442 227271 in het Verenigd Koninkrijk en 0044 1442 227271 in Ierland) en e-mail (info@epson.co.uk). U kunt hier terecht voor: ❏ Productinformatie en brochures van nieuwe EPSON-producten (ook beschikbaar via onze website op http://www.epson.co.uk)
  • Pagina 282: Voor Gebruikers In Duitsland

    Voor gebruikers in Duitsland EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Straße 2 46569 Hünxe http://www.epson.de/support Frankrijk Support Technique EPSON France 0 821 017 017 (2,21 F la minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour...
  • Pagina 283: Italië

    Italië EPSON Italia s.p.a. Viale F.IIi Casiraghi, 427 20099 Sesto San Giovanni (MI) Tel.: 02.26.233.1 Fax: 02.2440750 Assistenza e Servizio Clienti 02.29400341 http://www.epson.it Portugal EPSON Portugal, S.A. Rua do Progresso, 471 - 1° - Perafita - Apartado 5132 4458 - 901 Perafita Codex Tel.: 0,00.5821500;...
  • Pagina 284: België & Luxemburg

    België & Luxemburg MDR (ARC) H. Dom. Saviolaan 8 1700 Dilbeek http://www.epson.be Zwitserland EXCOM Service A.G. Moosacherstrasse 6, Au, 8820 Wadenswil Tel.: 01/7822111 http://www.excom.ch Contact opnemen met de klantenservice...
  • Pagina 285 Woordenlijst afdrukstand Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. De afdrukstand is liggend of staand. bitmaplettertype De uit puntjes bestaande voorstelling van een lettertype. Bitmaplettertypen worden afgebeeld op monitoren en afgedrukt op matrixprinters. Zie contourlettertype voor meer informatie. buffer Afdrukgegevens ontvangen en opslaan in een geheugen.
  • Pagina 286 gedownload lettertype Een lettertype dat vanuit een externe bron, bijvoorbeeld een computer, in het printergeheugen wordt geladen. Wordt ook wel laadbaar lettertype genoemd. geheugen Het deel van het elektronische systeem van de printer waarin informatie wordt opgeslagen. Sommige informatie is vastgelegd en wordt gebruikt om de printer te besturen.
  • Pagina 287 printeremulatie Een reeks besturingsopdrachten waarmee kan worden bepaald hoe gegevens afkomstig uit de computer worden geïnterpreteerd en verwerkt. In printeremulaties worden bestaande printers nagebootst, zoals de HP LaserJet 4. proportioneel lettertype Een lettertype waarbij de ruimte tussen de tekens afhankelijk is van de breedte van het teken.
  • Pagina 288 tekenset Een verzameling symbolen en speciale tekens. Bepaalde codes in tekentabellen worden weergegeven met symbolen. TrueType Een contourlettertypeformaat dat door Apple Computer en Microsoft Corporation is ontwikkeld. TrueType-lettertypen zijn contourlettertypen waarvan de omvang eenvoudig kan worden aangepast voor weergave op beeldschermen of afdrukken.
  • Pagina 289 Register Opmaken, 252 Specificaties, 253 Afdruk-bovenlade Systeemvereisten, 247 Gebruiken, 101 EPSON Status Monitor 3 (Macintosh) Installeren, 100 Controlevoorkeuren, 90 Verwijderen, 101 Info, 87 Openen, 88 Printerstatus, 89 Venster met foutmeldingen, 91 Bedieningspaneel Verwijderen, 92 Beschrijving van de knoppen, 10 EPSON Status Monitor 3 (Windows)
  • Pagina 290 Handmatige invoer, 19 MP-lade, 15 Papierstoringen Lettertypen Verwijderen, 197 Beschikbare, 239 Printer Downloaden, 243 Beschikbare onderdelen, 13 EPSON BarCode Fonts, 245 Delen, 57 Selecteren, 243 Instellingen (Macintosh), 78 Toevoegen, 243 Instellingen (Windows), 26 Voorbeelden van lettertypen Onderdelen, 7 afdrukken, 152...
  • Pagina 291 Problemen Printer, 224 Afdruk, 211 Statusvel Afdrukkwaliteit, 212 Afdrukken, 196 Geheugen, 217 Papierstoringen, 197 Slecht functioneren, 210 Tekensets ESC/P2-modus, 236 FX-modus, 236 Reinigen I239X-modus, 238 Gemorst tonerpoeder Inleiding, 231 verwijderen, 183 Internationale tekensets, 237 In de printer, 179 ISO-sets, 235 Papierrol, 180 LJ4-modus, 232 Printerbehuizing, 183...
  • Pagina 292 EPSON Status Monitor 3 (Macintosh), 92 EPSON Status Monitor 3 (Windows), 52 Geheugenmodule, 108 Gemorst tonerpoeder, 183 Onderste papiereenheid voor 500 vellen A4, 98 ROM-module, 118 Voorzorgsmaatregelen Bij in- en uitschakelen, 6 Tijdens werking, 1 Verbruiksgoederen vervangen, 165 Zwaar papier, 22...

Inhoudsopgave