Download Print deze pagina
Epson EPL-N2550 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor EPL-N2550:

Advertenties

®
Gebruikershandleiding
NPD-1968

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson EPL-N2550

  • Pagina 1 ® Gebruikershandleiding NPD-1968...
  • Pagina 2 Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als...
  • Pagina 3 Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op deze merken. Copyright © 2006 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 4 Inhoud Auteursrecht en handelsmerken Veiligheidsvoorschriften Veiligheid ..........13 Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen .
  • Pagina 5 Verschillende afdrukopties ....... . .34 Dubbelzijdig afdrukken....... .35 Aanpassen aan pagina voor afdrukken .
  • Pagina 6 EPSON Status Monitor installeren ..... . 92 EPSON Status Monitor openen ......96 Informatie over EPSON Status Monitor .
  • Pagina 7 PostScript-printerdriver installeren voor de USB-interface ........138 PostScript-printerdriver installeren voor de netwerkinterface.
  • Pagina 8 Menu PS3 ......... . 178 Menu ESC/P2 .
  • Pagina 9 Hoofdstuk 10 Printer reinigen en vervoeren Printer reinigen ......... .232 De papierinvoerrol reinigen .
  • Pagina 10 Gebrekkige afdrukkwaliteit ....... 262 De achtergrond is donker of vuil ..... . 262 Afdrukken bevatten witte plekken.
  • Pagina 11 Contact opnemen met de klantenservice .....287 Voordat u contact opneemt met Epson ....287 Bijlage B Technische specificaties Papier.
  • Pagina 12 Werken met lettertypen........299 EPSON BarCode Fonts (alleen Windows) ....299 Beschikbare lettertypen .
  • Pagina 13 Veiligheidsvoorschriften Veiligheid Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen worden aangeduid met 'Let op' en moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer.
  • Pagina 14 U moet de printer niet alleen optillen of verplaatsen, omdat de printer zonder de tonercartridge en optionele producten ongeveer 19,5 kg weegt. De printer moet door twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 15 Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HOT SURFACE (VOORZICHTIG, HEET OPPERVLAK) of CAUTION HIGH TEMPERATURE (VOORZICHTIG, HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u het apparaat eerst 40 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 16 Plaats een tonercartridge altijd op een schone, vlakke ondergrond. Haal tonercartridges niet uit elkaar en breng geen aanpassingen aan. U kunt de cartridges niet opnieuw vullen. Raak de toner niet aan. Zorg dat u geen toner in uw ogen krijgt. Gooi gebruikte tonercartridges of fixeereenheden niet in het vuur omdat ze kunnen ontploffen en letsel kunnen veroorzaken.
  • Pagina 17 Open niet het beschermende deksel van de trommel en stel een tonercartridge niet langer dan nodig is bloot aan kamerverlichting. Er kunnen door overbelichting abnormaal donkere of lichte gedeelten op de afgedrukte pagina verschijnen en de levensduur van de cartridge kan afnemen. Zet de printer niet op een plaats met extreme of snelle temperatuur- of vochtigheidsschommelingen verplaats de printer niet van een koude naar een warme omgeving om...
  • Pagina 18 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Voordat u de printer in gebruik neemt moet u alle onderstaande instructies goed lezen. Plaats en voeding voor de printer kiezen Plaats de printer in de buurt van een stopcontact, zodat u de stekker makkelijk in het stopcontact kunt steken en ook weer makkelijk kunt verwijderen.
  • Pagina 19 Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket op de printer. Neem contact op met uw leverancier of het energiebedrijf als u vragen hebt over het type netvoeding. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met een elektricien.
  • Pagina 20 Gebruik van de printer De printer weegt ongeveer 19,5 kg (43 lb). De printer moet niet worden opgetild door één persoon. De printer moet door twee personen worden opgetild. Neem alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht. Trek de stekker van de printer uit het stopcontact vóór het schoonmaken.
  • Pagina 21 ® Conformiteit met ENERGY STAR ® Als ENERGY STAR -partner heeft Epson bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het ® ENERGY STAR -programma inzake doeltreffend energieverbruik. ®...
  • Pagina 22 Veiligheidsinformatie Netsnoer VOORZICHTIG: Controleer of de voedingskabel aan de lokale veiligheidsnormen voldoet. Gebruik alleen de voedingskabel die bij dit product is geleverd. Gebruik van een andere kabel kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Deze voedingskabels mag alleen met dit product worden gebruikt. Gebruik met andere apparaten kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Pagina 23 De aanbevolen limiet voor blootstelling aan ozon bedraagt 0,1 deel per miljoen, uitgedrukt als een gemiddelde concentratie in een periode van acht (8) uur. De Epson-laserprinter genereert minder dan 0,1 deel per miljoen in een periode van acht (8) uur continu afdrukken. Risicobeperking...
  • Pagina 24 Locatie van de printer De printer moet zodanig worden geplaatst dat de geproduceerde gassen en warmte: niet rechtstreeks in het gezicht van de gebruiker worden geblazen; zo mogelijk rechtstreeks worden afgevoerd tot buiten het gebouw. Voorzorgsmaatregelen bij in- en uitschakelen In de volgende gevallen moet u de printer niet uitschakelen: Nadat u de printer hebt ingeschakeld, wacht u totdat Gereed op het LCD-scherm verschijnt.
  • Pagina 25 Hoofdstuk 1 Printeronderdelen en -functies Informatiebronnen Installatiehandleiding Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat informatie voor netwerkbeheerders over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
  • Pagina 26 Printeronderdelen Vooraanzicht a. papiersteun b. bedieningspaneel c. universele lade d. standaard onderste papiercassette e. voedingsschakelaar Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 27 Achteraanzicht a. deksel B b. optiedeksels c. duplexconnector d. wisselstroomaansluiting e. connector voor USB-interface f. connector voor parallelle interface g. interface Type B en sleufdeksel h. connector voor Ethernet-interface Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 28 Binnenzijde a. tonercartridge b. fixeereenheid c. deksel A Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 29 Bedieningspaneel a. LCD-scherm Hierop worden de statusberichten van de printer en de menu-instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. Terug (knop) Met deze knoppen kunt u de menu's van Omhoog (knop) het bedieningspaneel openen. Hierin kunt Enter (knop) u printerinstellingen opgeven en de status Omlaag (knop) van verbruiksgoederen controleren.
  • Pagina 30 g. Starten/Stoppen Wanneer de printer aan het afdrukken is, (knop) kunt u de afdruk stoppen door op deze knop te drukken. Wanneer dit foutlampje knippert, drukt u op deze knop om de fout te wissen en de printer over te schakelen naar de status Gereed.
  • Pagina 31 Opmerking: Zorg ervoor dat u een geheugenmodule (type DIMM) gebruikt die compatibel is met de producten van EPSON. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van deze printer of een officiële EPSON-onderhoudsmonteur. Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 32 Verbruiksgoederen De printer houdt de levensduur van de volgende verbruiksgoederen voor u bij. Op de printer wordt aangegeven wanneer de verbruiksgoederen moeten worden vervangen. Productnaam Productcode Tonercartridge 0290 Fixeereenheid 3023 Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 33 U kunt conceptversies afdrukken met de modus Tonus besparen om het inktverbruik tijdens het afdrukproces te beperken. RITech (Resolution Improvement Technology) RITech (Resolution Improvement Technology) is een originele Epson-printertechnologie die afgedrukte lijnen, tekst en afbeeldingen verbetert. Printerkenmerken en verschillende afdrukopties...
  • Pagina 34 Grote verscheidenheid aan lettertypen De printer wordt geleverd met 95 Laser-Jet-compatibele schaalbare lettertypen en met 5 bitmaplettertypen in de LJ4-emulatie-modus, zodat u met deze lettertypen professioneel uitziende documenten kunt maken. Adobe PostScript 3 De printer heeft een modus voor Adobe PostScript 3, die het mogelijk maakt om documenten af te drukken die zijn opgemaakt voor een PostScript-printer.
  • Pagina 35 Hieronder worden de procedures voor de verschillende afdruktypen beschreven. Kies het geschikte afdruktype. Dubbelzijdig afdrukken “Duplexeenheid” op pagina 207 “Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 70 Hiermee kunt u op beide zijden van het papier afdrukken. Opmerking: Er moet een optionele duplexeenheid op uw printer zijn geïnstalleerd om automatisch op beide kanten van het papier af te drukken.
  • Pagina 36 Aanpassen aan pagina voor afdrukken “Afdrukformaat aanpassen” op pagina 74 Hiermee wordt het formaat van een document automatisch vergroot of verkleind om op het geselecteerde papierformaat te passen. Pagina's per vel afdrukken “Afdruklay-out aanpassen” op pagina 77 Hiermee kunt u twee of vier pagina's op een enkel vel afdrukken. Printerkenmerken en verschillende afdrukopties...
  • Pagina 37 Watermerken afdrukken “Watermerken gebruiken” op pagina 79 Hiermee kunt u tekst of afbeeldingen als watermerk afdrukken. U kunt bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” op een belangrijk document zetten. Printerkenmerken en verschillende afdrukopties...
  • Pagina 38 De functie voor overlays kan niet worden gebruikt in de PostScript 3-modus. Webpagina’s afdrukken Met EPSON Web-To-Page kunt u webpagina’s tijdens het afdrukken aanpassen aan het papierformaat. U kunt vóór het afdrukken tevens een afdrukvoorbeeld weergegeven. Printerkenmerken en verschillende afdrukopties...
  • Pagina 39 Opmerking: Deze software is alleen voor Windows. Installeer EPSON Web-To-Page van de cd-rom met printersoftware om deze functie te gebruiken. EPSON Web-To-Page openen Nadat u EPSON Web-To-Page hebt geïnstalleerd, worde de menubalk weergegeven op de menubalk van Microsoft Internet Explorer. Als de menubalk niet wordt weergegeven, kiest u Werkbalken in het menu Beeld van Internet Explorer en kiest u vervolgens EPSON Web-To-Page.
  • Pagina 40 Hoofdstuk 3 Papierverwerking Papierbakken In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbakken kunnen worden gebruikt. Standaardpapierbak Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier A3, A4, A5, Maximaal 150 vel Gewicht: 60 tot Letter (LT), B4, B5, (75 g/m²) 90 g/m² Half-Letter (HLT), Maximaal 200 vel Executive (EXE), Legal (LGL),...
  • Pagina 41 Zwaar papier A3, A4, A5, Maximale en extra zwaar Letter (LT), B4, B5, stapeldikte van papier Half-Letter (HLT), 17,5 mm Gewicht: 91 tot Executive (EXE), Legal (LGL), 216 g/m² Government Letter (GLT), Government Legal (GLG), B (Ledger), F4 Papier met aangepast formaat: 76,2 ×...
  • Pagina 42 Handmatig selecteren U kunt de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer gebruiken om handmatig een papierbak te selecteren. Raadpleeg “De printerdriver openen” op pagina 62 om de printerdriver te openen. Raadpleeg “Menu's van het bedieningspaneel gebruiken” op pagina 156 over het gebruik van het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 43 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Open het menu Setup op het bedieningspaneel Papierbak, en selecteer vervolgens Automatisch. De printer zoekt naar een papierbak met het opgegeven papierformaat. Hierbij wordt de onderstaande volgorde gehanteerd. Standaardconfiguratie: standaardpapierbak Onderste cassette 1 Met één of twee optionele universele cassettes voor 550 vel papier geïnstalleerd: standaardpapierbak Onderste cassette 1...
  • Pagina 44 Papier plaatsen In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u papier plaatst in de standaardpapierbak en de standaard onderste papiercassette. Zie “Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal” op pagina 53 als u speciaal afdrukmateriaal zoals transparanten of enveloppen gebruikt. U kunt papier van verschillende formaten plaatsen door de standaardpapierbak of de standaard onderste papiercassette uit te breiden volgens de onderstaande afbeelding.
  • Pagina 45 Voor de onderste papiercassette Standaardpapierbak en standaard onderste papiercassette De standaardpapierbak is de meest flexibele papierbak waarin u papier van verschillende formaten en typen kunt plaatsen. Zie “Standaardpapierbak” op pagina 40 voor meer informatie. Raadpleeg “Standaard onderste papiercassette” op pagina 41 voor de papierformaten en afdrukmaterialen die door de optionele papierladen worden ondersteund door de standaard onderste papiercassette.
  • Pagina 46 1. Trek de standaardpapierbak uit. 2. Verwijder het deksel van de standaardpapierbak. 3. Pas het formaat van de papiercassette aan het papier aan dat u wilt plaatsen. Papierverwerking...
  • Pagina 47 Wanneer u A4, Letter (LT), B5 of A5 plaatst Schuif de zijpapiergeleider naar buiten terwijl u de knop indrukt. Schuif vervolgens de onderpapiergeleider terwijl u de knop indrukt om het papier te kunnen plaatsen. Wanneer u A3, B4, Legal (LGL) plaatst Maak de hendels los.
  • Pagina 48 Opmerking: Wanneer u papier van het formaat A3 plaatst, trekt u de papiercassette helemaal uit totdat de A3-pijl zich tegenover de pijl onder de hendel bevindt. Wanneer u papier van het formaat B4 of Legal (LGL) plaatst, trekt u de papiercassette helemaal uit totdat de B4/LG14-pijl zich tegenover de pijl onder de hendel bevindt.
  • Pagina 49 Schuif de zijpapiergeleider naar buiten terwijl u de knop indrukt. Schuif vervolgens de onderpapiergeleider terwijl u de knop indrukt om het papier te kunnen plaatsen. 4. Leg een stapel papier in het midden van de papiercassette met de afdrukzijde omhoog. Schuif vervolgens de zijpapiergeleider terwijl u de knop indrukt totdat de geleider goed tegen de rechterkant van de stapel aan ligt.
  • Pagina 50 5. Plaats het papiercassettelabel in de labelhouder aan de voorzijde van de papiercassette. 6. Plaats het deksel van de standaardpapierbak en zorg ervoor dat de voorzijde recht en zo ver mogelijk naar voren ligt. Schuif de papiercassette weer in de printer. Papierverwerking...
  • Pagina 51 Opmerking: Wanneer u papier plaatst dat breder is dan 432 mm of langer, hoeft u het deksel van de standaardpapierbak niet te plaatsen. Zie “Papier met aangepast formaat plaatsen” op pagina 60 voor meer informatie. De volgende papierformaten worden automatisch gedetecteerd. Wanneer u papier van een ander formaat plaatst of het papierformaat instelt ondanks het geplaatste papier, gebruikt u het bedieningspaneel om het papierformaat in te stellen.
  • Pagina 52 Universele papiercassette voor 550 vel De papierformaten en afdrukmaterialen die door de optionele universele papiercassette voor 550 vel wordt ondersteund, zijn gelijk aan die van de onderste standaard onderste papiercassette. Zie “Universele papiercassette voor 550 vel” op pagina 41 voor meer informatie.
  • Pagina 53 Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 54 Opmerking: U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op enveloppen. Afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de enveloppen gekreukeld zijn. Maak eerst een testafdruk voordat u gaat afdrukken op een groot aantal enveloppen. Wanneer enveloppen zijn gekreukt, opent u deksel B en drukt u de invoerhendels aan weerszijden van de fixeereenheid in totdat ze in de verticale stand staan.
  • Pagina 55 Als u enveloppen gebruikt, moet u de volgende papierinstellingen opgeven: Papierbak Standaardpapierbak (maximaal 10 enveloppen) Formaat standaardpapierbak in Mon, C10, DL, C5, C6, IB5 stellen in het menu Papierbak Printerdriverinstellingen Papierformaat: Mon, C10, DL, C5, C6, IB5 Papierbak: standaardpapierbak Opmerking: Wanneer u op enveloppen afdrukt, stelt u het enveloppeformaat in de instellingen van de standaardpapierbak in het menu Papierbak in op het bedieningspaneel.
  • Pagina 56 Houd rekening met de volgende tips wanneer u dit afdrukmateriaal gebruikt. Plaats enveloppen met gesloten flap en voorwaarts (zie onderstaande afbeelding). a. C5, IB5 b. DL, C6, C10, MON Gebruik geen enveloppen met lijm of plakstrips. Papierverwerking...
  • Pagina 57 Let op: Zorg dat de enveloppen minimaal de volgende afmetingen hebben: 1. Min. 76,20 mm 2. Min. 98,40 mm Labels (Etiketten) U kunt een stapel etiketten van maximaal 17,5 mm in de standaardpapierbak plaatsen. Bepaalde etiketten moet u echter vel voor vel invoeren of handmatig plaatsen. Opmerking: U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op etiketten.
  • Pagina 58 Als u labels gebruikt, moet u de volgende papierinstellingen opgeven: Papierbak Standaardpapierbak (maximaal 75 vellen) Formaat standaardpapierbak in Automatisch (of A4, LT) stellen in het menu Papierbak Printerdriverinstellingen Papierformaat: A4, LT Papierbak: standaardpapierbak Papiersoort: Labels (Etiketten) Opmerking: Gebruik alleen etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters of kopieerapparaten.
  • Pagina 59 Zwaar papier en extra zwaar papier Als u zwaar of extra zwaar papier gebruikt, moet u de volgende papierinstellingen opgeven: Papierbak Standaardpapierbak (maximale stapeldikte van 17,5 mm) Printerdriverinstellingen Papierformaat: A3, A4, A5, B4, B5, LT, HLT, EXE, LGL, GLG, B, GLT, F4 Papierbak: standaardpapierbak Papiersoort: Dik (voor papier van 90 tot 157 g/m²) of Extra dik (voor papier van...
  • Pagina 60 Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier van een niet-standaardformaat in de standaardpapierbak plaatsen zolang het aan de volgende formaatvereisten voldoet: 76,2 × 98,4 mm tot 304,8 × 508,0 mm Als u een aangepast papierformaat gebruikt, moet u de volgende papierinstellingen opgeven: Papierbak Standaardpapierbak (maximaal 150 vel...
  • Pagina 61 Opmerking: Open de printerdriver en selecteer Door de gebruiker ingesteld papierformaat in de lijst Papierformaat op het tabblad Basisinstellingen. In het dialoogvenster Door de gebruiker ingesteld papierformaat selecteert u de instellingen voor papierbreedte en -lengte en eenheid die overeenkomen met het aangepaste papierformaat.
  • Pagina 62 De printersoftware gebruiken met Windows Printersoftware Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. Met EPSON Status Monitor kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren met EPSON Status Monitor” op pagina 92 voor meer informatie. De printerdriver openen U kunt de printerdriver rechtstreeks openen vanuit een toepassing of vanuit Windows.
  • Pagina 63 Gebruikers van Windows XP of Server 2003 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u achtereenvolgens op Start, Printers en faxapparaten en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Gebruikers van Windows Me of 98 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start, wijst u Instellingen aan en klikt u vervolgens op Printers.
  • Pagina 64 Als Automatisch op het tabblad Basisinstellingen is geselecteerd, wordt de printer ingesteld op basis van de instellingen die u selecteert. U hoeft alleen de afdrukkwaliteit in te stellen. U kunt andere instellingen, zoals het papierformaat of de afdrukstand, wijzigen in de meeste toepassingen. Opmerking: Raadpleeg de Help bij de printerdriver voor meer informatie over de beschikbare instellingen.
  • Pagina 65 De printerdriver biedt de volgende kwaliteitsmodi: Draft Tekst en afbeelding en Foto Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een andere afdrukkwaliteit te selecteren. Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera...
  • Pagina 66 2. Selecteer Geavanceerd. De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst onder Automatisch. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. 3. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken. Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere instellingen, zoals Resolutie en Afbeeldingen, automatisch ingesteld.
  • Pagina 67 Deze printerdriver biedt de volgende voorgedefinieerde instellingen: Concept Geschikt voor het maken van een voordelige conceptafdruk. Tekst en afbeelding Geschikt voor het afdrukken van documenten die uit tekst en afbeeldingen bestaan. Foto Geschikt voor het afdrukken van foto's. Afdrukinstellingen aanpassen Als u de instellingen wilt wijzigen, moet u dit handmatig doen.
  • Pagina 68 3. Kies de gewenste afdrukresolutie met de schuifknop Resolutie en selecteer vervolgens de instelling Afbeeldingen. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. Raadpleeg de Help voor meer informatie over alle instellingen wanneer u andere instellingen opgeeft. 4.
  • Pagina 69 Instellingen opslaan Als u de aangepaste instellingen wilt opslaan, klikt u op Geavanceerd en klikt u op Bewaar instellingen op het tabblad Basisinstellingen. Het dialoogvenster Aangepaste instellingen verschijnt. Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak Naam en klik op Bewaar. De instellingen worden weergegeven in de lijst onder Automatisch in het dialoogvenster Basisinstellingen.
  • Pagina 70 Als u een instelling in het dialoogvenster Meer instellingen wijzigt en een van de aangepaste instellingen is geselecteerd in de lijst Geavanceerde instellingen op het tabblad Basisinstellingen, wordt de geselecteerde instelling in de lijst gewijzigd in Aangepaste instellingen. De aangepaste instelling die eerder was geselecteerd, wordt hierdoor niet benvloed.
  • Pagina 71 2. Schakel het selectievakje Duplex in en selecteer het keuzerondje Links, Boven of Rechts voor de inbindpositie. 3. Klik op Duplexinstellingen om het dialoogvenster Duplexinstellingen te openen. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 72 4. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. Geef vervolgens bij Start Page (Startpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 5. Wanneer u de pagina's wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Bindingmethode in en geeft u de gewenste instellingen op.
  • Pagina 73 De driver en EPSON Status Monitor gebruiken verschillende methoden om de resterende hoeveelheid toner in de cartridge te meten. Hierdoor zijn de informatie in EPSON Status Monitor en het tabblad Basisinstellingen mogelijk verschillend. Gebruik EPSON Status Monitor voor uitgebreide informatie.
  • Pagina 74 Verbruiksgoederen bestellen U kunt via internet verbruiksgoederen bestellen door te klikken op de knop Bestel online op het tabblad Basisinstellingen. Zie “Bestel online” op pagina 107 voor meer informatie. Afdrukformaat aanpassen U kunt documenten vergroot of verkleind afdrukken. Pagina's automatisch aanpassen aan het afdrukmateriaal 1.
  • Pagina 75 2. Schakel het selectievakje Zoomopties in en selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Uitvoerpapier. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 3. Selecteer bij de instelling Locatie het keuzerondje Boven links als u de afbeelding verkleind wilt afdrukken in de linkerbovenhoek van het papier of het keuzerondje Midden als u de afbeelding verkleind in het midden van het papier wilt afdrukken.
  • Pagina 76 3. Schakel het selectievakje Zoomen naar in en geef vervolgens het vergrotingspercentage op in het daarvoor bestemde vak. Opmerking: U kunt een percentage opgeven tussen 50% en 200%, in stappen van 1%. 4. Klik op OK om de instellingen toe te passen. Selecteer indien nodig het papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier).
  • Pagina 77 Afdruklay-out aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina's worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op het tabblad Geavanceerde lay-out. 2.
  • Pagina 78 3. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. 4. Schakel het selectievakje Print kader in als u de pagina's wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de afdrukstand (Staand of Liggend) die op het tabblad Basisinstellingen is geselecteerd.
  • Pagina 79 Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. Op het tabblad Geavanceerde lay-out of in het dialoogvenster Watermerk kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken of zelf een watermerk maken met tekst of een bitmap.
  • Pagina 80 3. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensiteit. 4. Selecteer bij Positie het keuzerondje Voor als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken of het keuzerondje Achter als u het watermerk in de achtergrond van het document wilt afdrukken.
  • Pagina 81 Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken: 1. Klik op het tabblad Geavanceerde lay-out. 2. Klik op Nieuw/Verwijder. Het dialoogvenster Gebruikersgedefinieerde watermerken verschijnt. Opmerking: Het dialoogvenster Gebruikersgedefinieerde watermerken verschijnt ook wanneer u in het dialoogvenster Watermerk op Nieuw/Verwijder klikt.
  • Pagina 82 4. Als u Tekst selecteert, typt u de tekst voor het watermerk in het vak Tekst. Als u BMP kiest, klikt u op Bladeren, selecteert u het gewenste BMP-bestand en klikt u vervolgens op OK. 5. Klik op Bewaar. Het watermerk wordt weergegeven in het vak Lijst.
  • Pagina 83 2. Als u het bestand wilt opslaan als overlay, kiest u Afdrukken Printerinstelling in het menu Bestand van de toepassing. Klik vervolgens op Printer, Setup, Opties, Eigenschappen of een combinatie van deze knoppen, afhankelijk van de toepassing. 3. Klik op het tabblad Geavanceerde Lay-out. 4.
  • Pagina 84 5. Selecteer Overdrukgegevens aanmaken en klik op Instellingen (Instellingen). Het dialoogvenster Formulierinstellingen verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 85 6. Schakel het selectievakje Gebruik formuliernaam in en klik op Formuliernaam toevoegen. Het dialoogvenster Formulier toevoegen verschijnt. Opmerking: Als het selectievakje Toewijzen aan papierbak is ingeschakeld, wordt de formuliernaam weergegeven in de vervolgkeuzelijst Papierbak op het tabblad Basisinstellingen. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 86 7. Typ de formuliernaam in het vak Formuliernaam en de beschrijving in het vak Beschrijving. 8. Selecteer To Front (Naar voren) of To Back (Naar achteren) om aan te geven of de overlay wordt afgedrukt in de achtergrond of in de voorgrond van het document. 9.
  • Pagina 87 Afdrukken met overlays Volg de onderstaande instructies om een document met een overlay af te drukken. 1. Open het bestand dat u met een overlay wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Open het menu File (Bestand) en kies Afdrukken of Printerinstelling. Klik vervolgens op Printer, Setup, Opties of Eigenschappen of een combinatie van deze knoppen, afhankelijk van de toepassing.
  • Pagina 88 Opmerking: Als het selectievakje Toewijzen aan papierbak is ingeschakeld, wordt de formuliernaam weergegeven in de vervolgkeuzelijst Papierbak op het tabblad Basisinstellingen. U kunt het formulier ook selecteren zonder het bovenstaande dialoogvenster te openen. 6. Klik op OK om de gegevens af te drukken. Overlays met verschillende printerinstellingen De overlay wordt gemaakt met de huidige printerinstellingen (zoals de afdrukstand: Staand).
  • Pagina 89 Afdrukmodus: Hoge kwaliteit (pc): Selecteer deze modus als u een computer gebruikt met hogere specificaties om de belasting van de printer te verlagen. In deze modus kunt u functies zoals “Formulieroverlay” en “TrueType-lettertypen met vervanging afdrukken” niet worden gebruikt. Hoge kwaliteit (printer): Selecteer deze modus als u een computer gebruikt met lagere specificaties om de belasting van de computer te verlagen.
  • Pagina 90 Geen lege pag.: De printer verwijdert automatisch blanco pagina’s uit de afdruktaak om papier te besparen. Geselecteerde Als u dit selectievakje inschakelt, wordt papierformaat negeren: er op het geplaatste papier afgedrukt, ongeacht het formaat. Snel afbeeldingen Schakel dit selectievakje in om afdrukken (selectievakje): afbeeldingen die bestaan uit lijntekeningen, zoals ronde en vierkante...
  • Pagina 91 Optionele instellingen opgeven U kunt de gegevens over geïnstalleerde onderdelen handmatig bijwerken als u onderdelen op de printer hebt geïnstalleerd. Voor Windows XP/2000: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen (Eigenschappen) van de printer. 2. Klik op het tabblad Optionele instellingen en klik op Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken.
  • Pagina 92 Statusvel. Er wordt een statusvel afgedrukt. Printer controleren met EPSON Status Monitor EPSON Status Monitor installeren Volg de onderstaande instructies om EPSON Status Monitor te installeren. 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer.
  • Pagina 93 4. Klik op Aangepaste installatie. Opmerking: Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over de installatie van EPSON Status Monitor in een netwerk. 5. Klik op EPSON Status Monitor. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 94 6. Controleer in het dialoogvenster of het pictogram van de printer is geselecteerd en klik op OK. 7. Als het venster met de licentieovereenkomst verschijnt, leest u de overeenkomst en klikt u op Akkoord. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 95 8. Selecteer uw land of regio in het dialoogvenster dat verschijnt. Selecteer ook de URL van de website van EPSON voor dat land of die regio. Klik vervolgens op OK. Opmerking: In dit dialoogvenster kunt u de URL opgeven voor de site waar u verbruiksgoederen kunt bestellen.
  • Pagina 96 2. Selecteer de naam van uw printer gevolgd door Eenvoudige status. Het venster Eenvoudige status verschijnt. Opmerking: U kunt EPSON Status Monitor ook openen door te klikken op de knop Eenvoudige status op het tabblad Optionele instellingen. Zie “Informatie over EPSON Status Monitor” op pagina 97, “Eenvoudige status”...
  • Pagina 97 NDS. Controle van NDPS-printers (Novell Distributed Print Services) is niet mogelijk. Informatie over EPSON Status Monitor U kunt informatie over EPSON Status Monitor weergegeven, zoals de versie van de software zelf of van de interface. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 98 U opent dit venster door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Info te selecteren. Eenvoudige status In het venster Simple Status (Eenvoudige status) worden de printerstatus, foutmeldingen en waarschuwingen weergegeven. U opent dit venster door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Eenvoudige status te selecteren.
  • Pagina 99 Gedetailleerde status U kunt de gedetailleerde printerstatus in het oog houden door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Gedetailleerde status te selecteren. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer.
  • Pagina 100 Informatie verbruiksmaterialen U kunt informatie over de papierbakken en verbruiksgoederen weergeven door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Informatie verbruiksmaterialen te selecteren. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 101 Papier: Toont het papierformaat, de papiersoort en een schatting van de hoeveelheid papier die in de papierbak overblijft. Informatie over de optionele papierladen wordt alleen weergegeven als deze zijn geïnstalleerd. Het pictogram van de papierlade knippert wanneer het papier in de papierlade bijna op is.* Toner: Hier wordt de resterende hoeveelheid...
  • Pagina 102 Taakinformatie U kunt de taakinformatie controleren door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Taakinformatie te selecteren. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 103 Taaknaam: Hier worden de namen van de afdruktaken van de gebruiker weergegeven. Afdruktaken van andere gebruikers worden weergegeven als --------. Status: Wachten: De afdruktaak staat in de afdrukwachtrij. Bezig met De afdruktaak die in de wachtrij spoolen: wordt geplaatst op uw computer. Bezig met De afdruktaak die wordt verwijderd.
  • Pagina 104 De functie Taakinformatie kan worden gebruikt voor de volgende verbindingen: Omgevingen met server en clients: Gedeelde LPR-verbinding van Windows 2000 of Server 2003 met Windows XP-, Me-, 98- of 2000-clients. Gedeelde standaard-TCP/IP-verbinding van Windows 2000 of Server 2003 met Windows XP-, Me-, 98- of 2000-clients. Gedeelde EpsonNet Print TCP/IP-verbinding van Windows 2000 of Server 2003 met Windows XP-, Me-, 98- of 2000-clients.
  • Pagina 105 Opmerking over het verwijderen van afdruktaken: U kunt geen afdrukwachtrijen verwijderen op clientcomputers met Windows Me of 98 en EPSON Status Monitor wanneer de volgende verbindingen worden gebruikt: Gedeelde LPR-verbinding van Windows 2000 of Server 2003. Gedeelde standaard-TCP/IP-verbinding van Windows 2000 of Server 2003.
  • Pagina 106 Mededelingsinstellingen U kunt specifieke controle-instellingen opgeven door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in de taakbalk en vervolgens uw printer gevolgd door Mededelingsinstellingen te selecteren. Het dialoogvenster Mededelingsinstellingen verschijnt. Afdrukstatus Wanneer dit selectievakje is bewaken: ingeschakeld, wordt de printerstatus gecontroleerd tijdens het verwerken van een afdruktaak.
  • Pagina 107 Klik op deze knop om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. Bestel online U kunt via internet verbruiksgoederen bestellen door te klikken op de knop Bestel online in het dialoogvenster EPSON Status Monitor. Het dialoogvenster Bestel online verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 108 Opmerking Het dialoogvenster Bestel online verschijnt ook wanneer u op de knop Bestel online klikt op het tabblad Basisinstellingen van de printerdriver. Tekstvak: Hier worden de verbruiksgoederen en codes weergegeven. Nu bestellen/Dealer Hiermee gaat u naar de URL waar u een zoeken: order kunt plaatsen en de dichtstbijzijnde leverancier kunt zoeken.
  • Pagina 109 Tray Icon Instellingen (Instellingen taakbalkpictogram) U kunt EPSON Status Monitor openen door te dubbelklikken op het pictogram in de taakbalk. Het hangt van de geselecteerde instellingen af welk menu verschijnt wanneer u op het taakbalkpictogram dubbelklikt en er geen afdruktaak wordt verwerkt.
  • Pagina 110 Weer te geven informatie. Klik vervolgens op OK. Opmerking: U kunt EPSON Status Monitor ook openen door met de rechtermuisknop op het pictogram in de taakbalk te klikken en vervolgens de naam van uw printer te selecteren.
  • Pagina 111 USB 2.0 wordt gebruikt voor Windows XP, 2000 en Server 2003. Als u werkt met Windows Me of 98, gebruik dan USB 1.1. 1. Open de printerdriver. 2. Klik in Windows Me of 98 op het tabblad Details. Klik in Windows XP, 2000 of Server 2003 op het tabblad Poorten.
  • Pagina 112 Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Volg de onderstaande instructies om het afdrukken te annuleren als het printerpictogram wordt weergegeven in de taakbalk. Dubbelklik op het pictogram van uw printer in de taakbalk.
  • Pagina 113 Installatie van de printersoftware ongedaan maken Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of wilt bijwerken, moet u eerst de installatie van de huidige printersoftware ongedaan maken. Installatie van de printerdriver ongedaan maken 1. Sluit alle toepassingen. 2. Klik op Start en kies Instellingen Configuratiescherm. Klik in Windows XP of Server 2003 achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Software.
  • Pagina 114 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Toevoegen/Verwijderen. Selecteer EPSON Printer Software in Windows XP, 2000 of Server 2003 en klik vervolgens op Toevoegen/Verwijderen. 5. Klik op het tabblad Printermodel en selecteer het pictogram van uw printer. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 115 Opmerking: Als u alleen EPSON Status Monitor wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor in. 7. Klik op OK om de software te verwijderen. Opmerking: U kunt ook alleen het hulpprogramma Gecontroleerde printers van EPSON Status Monitor verwijderen.
  • Pagina 116 U moet de printerdriver verwijderen voordat u de USB-apparaatdriver verwijdert. Als u de USB-apparaatdriver hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot andere Epson-printers die zijn aangesloten via een USB-interfacekabel. 1. Voer stap 1 tot en met 3 uit van “Installatie van de printerdriver ongedaan maken”...
  • Pagina 117 Opmerking: EPSON USB Printer Devices wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices wellicht niet weergegeven. Volg de onderstaande stappen om het bestand “Epusbun.exe”...
  • Pagina 118 Zie “Windows XP of 2000” op pagina 128 voor Windows XP of 2000. Opmerking: Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Mededelingsinstellingen” op pagina 106 voor meer informatie.
  • Pagina 119 3. Klik op Bestands- en printerdeling op het tabblad Configuratie. 4. Schakel het selectievakje Ik wil anderen toegang kunnen geven tot mijn printer(s) in en klik op OK. 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen. Opmerking: Als het bericht Schijf plaatsen verschijnt, plaatst u de cd-rom met Windows Me of 98 in de computer.
  • Pagina 120 Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Mededelingsinstellingen” op pagina 106 voor meer informatie. U moet de clientcomputers instellen zodat ze de printer in een netwerk kunnen gebruiken.
  • Pagina 121 Als het volgende menu verschijnt in Windows XP of Server 2003, klikt u op Wizard Netwerk instellen of Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder gebruik te maken van de wizard wilt delen. Volg in beide gevallen de instructies op het scherm. 3.
  • Pagina 122 Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. 4. Selecteer de extra drivers. Opmerking: Als de server- en clientcomputers hetzelfde besturingssysteem gebruiken, hoeft u geen extra drivers te installeren. Na stap 3 klikt u op OK.
  • Pagina 123 Clients met Windows Me of 98 Intel Windows 95 of 98 (Windows 2000), Intel Windows 95, 98 en Me (Windows XP), x86 Windows 95, Windows 98 en Windows Millennium Edition (Windows Server 2003) Clients met Windows 2000 of XP Intel Windows 2000 (Windows 2000), Intel Windows 2000 of XP (Windows XP), x86 Windows 2000, Windows XP en...
  • Pagina 124 Selecteer geen andere extra drivers dan de drivers die in de bovenstaande tabel staan vermeld. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar. 5. Wanneer u hierom wordt gevraagd, plaatst u de cd-rom die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station en klikt u op OK.
  • Pagina 125 Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld: U moet EPSON Status Monitor instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie voor meer informatie. Stel de beveiliging in voor de gedeelde printer (toegangsrecht voor clients). Clients zonder rechten kunnen de gedeelde printer niet gebruiken.
  • Pagina 126 U kunt de extra driver niet gebruiken voor het besturingssysteem van het serversysteem. Wanneer u EPSON Status Monitor wilt gebruiken voor clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor vanaf de cd-rom installeren op elke client. Windows Me of 98 Volg de onderstaande instructies om clients met Windows Me of 98 in te stellen.
  • Pagina 127 5. Klik op de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer.
  • Pagina 128 Ga naar “Printerdriver installeren vanaf de cd-rom” op pagina 132 als de extra driver voor Windows Me of 98 niet is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000 of Server 2003. 7. Controleer de naam van de gedeelde printer en geef aan of de printer als standaardprinter wordt gebruikt.
  • Pagina 129 2. Dubbelklik in Windows 2000 op het pictogram Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende. Klik in Windows XP op Printer toevoegen in het menu Printertaken. 3. Kies in Windows 2000 Netwerkprinter en klik vervolgens op Volgende. Kies in Windows XP Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden en klik vervolgens op Volgende.
  • Pagina 130 Opmerking: U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of de wachtrijnaam. U hoeft de naam van de gedeelde printer niet in te voeren. In Windows XP selecteert u Een printer zoeken. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 131 5. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op Volgende. Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 132 6. Selecteer voor Windows 2000 of u de printer als de standaardprinter wilt gebruiken en klik op Volgende. 7. Controleer de instellingen en klik op Voltooien. Printerdriver installeren vanaf de cd-rom In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printerdriver op de clients kunt installeren als u het netwerk als volgt instelt: De extra drivers zijn niet geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000 of Server 2003.
  • Pagina 133 Als de extra drivers zijn geïnstalleerd of wanneer de server en clients hetzelfde besturingssysteem gebruiken, hoeft u de printerdrivers niet vanaf de cd-rom te installeren. 1. Als u toegang krijgt tot de gedeelde printer, kan er een vraag worden weergegeven. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om de printerdriver vanaf de cd-rom te installeren.
  • Pagina 134 Hoofdstuk 5 De PostScript-printerdriver gebruiken PostScript 3 Systeemvereisten Om de PostScript 3-printerdriver te kunnen gebruiken moet uw computer aan de volgende systeemvereisten voldoen. Voor Windows Voor het gebruik van de Adobe PostScript 3-printerdriver moet Microsoft Windows XP, Me, 98 of 2000 op uw computer zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 135 4 MB 32 MB Opmerking: Voor binaire gegevens raadt Epson u aan om AppleTalk te gebruiken voor de netwerkverbinding van de printer. Als u een lokale verbinding of een netwerkverbinding met een ander protocol dan AppleTalk gebruikt, kunnen geen binaire gegevens worden gebruikt.
  • Pagina 136 Volg de onderstaande instructies om de PostScript-printerdriver te installeren voor de parallelle interface. Let op: Gebruik nooit EPSON Status Monitor wanneer de printer via een parallelle poort is aangesloten. Hierdoor kan uw systeem schade oplopen. Opmerking: Voor de installatie van de printersoftware voor Windows XP of 2000 kunnen beheerdersrechten noodzakelijk zijn.
  • Pagina 137 1. Zet de printer uit. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 2. Klik in Windows 2000, Me of 98 op Start en kies Instellingen en Printers. Dubbelklik vervolgens op het pictogram Printer toevoegen. Klik in Windows XP op Start, wijs Printers en faxapparaten aan en klik op Printer toevoegen in het menu printertaken.
  • Pagina 138 USB-interface Volg de onderstaande instructies om de PostScript-printerdriver te installeren voor de USB-interface. Let op: Gebruik nooit EPSON Status Monitor wanneer de printer via een USB-poort is aangesloten. Hierdoor kan uw systeem schade oplopen. Opmerking: Bij gebruik van Windows Me en 98: als de Windows-driver en de Adobe PS-driver voor Epson-printers met een USB-verbinding al op uw computer zijn geïnstalleerd, volgt...
  • Pagina 139 1. Zet de printer uit. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 2. Sluit uw computer met een USB-kabel aan op de printer en zet de printer vervolgens aan. 3. Installeer de USB-apparaatdriver. Windows Me: selecteer Automatisch zoeken naar een beter stuurprogramma (aanbevolen), klik op Volgende en ga naar stap 6.
  • Pagina 140 6. Als de installatie van de USB-driver is voltooid, klikt u op Voltooien. 7. Installeer de printerdriver aan de hand van de instructies op het scherm. Zie “PostScript-printerdriver installeren voor de parallelle interface” op pagina 136 voor meer informatie. PostScript-printerdriver installeren voor de netwerkinterface Zie het desbetreffende gedeelte hierna voor uw besturingssysteem en volg de instructies om de...
  • Pagina 141 4. Selecteer Lokale printer en klik op Volgende. Opmerking: U mag het selectievakje Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren niet inschakelen. 5. Selecteer Een nieuwe poort maken en selecteer Standaard TCP/IP-poort in de vervolgkeuzelijst. Klik op Volgende. 6. Klik op Volgende om door te gaan. 7.
  • Pagina 142 3. Stel de printerpoort in op EpsonNet Print Port. Raadpleeg “De printerpoort configureren” in de Netwerkhandleiding voor instructies. Opmerking: Afdrukken op hoge snelheid (RAW) wordt niet ondersteund. De PostScript-printerdriver openen U kunt de PostScript-printerdriver rechtstreeks openen vanuit een toepassing of vanuit Windows. Doorgaans krijgen de printerinstellingen die worden opgegeven vanuit Windows-toepassingen de voorkeur boven instellingen die worden opgegeven wanneer de printerdriver is geopend...
  • Pagina 143 Voor gebruikers van Windows 2000 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start, wijst u Instellingen aan en klikt u vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken. PostScript-printerinstellingen wijzigen U kunt de PostScript-printerinstellingen wijzigen in de PostScript-printerdriver.
  • Pagina 144 AppleTalk gebruiken onder Windows 2000 Gebruik de volgende instellingen als Windows 2000 op uw computer is geïnstalleerd en de printer is aangesloten via een netwerkinterface waarvoor AppleTalk wordt gebruikt als protocol: Gebruik SelecType om het Emulatiemodusnetwerkitem in te stellen op PS3. Als u de standaardinstelling Automatisch gebruikt, wordt onnodig een extra pagina afgedrukt.
  • Pagina 145 Mac OS X 10.2: als het venster voor de controle van uw identiteit verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder in. 5. Klik op Doorgaan wanneer het venster EPSON PostScript-software installeren verschijnt en volg verder de instructies op het scherm.
  • Pagina 146 6. Selecteer Snelle installatie en klik op Installeren. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op Stoppen. Opmerking: Als u twee of meer EPSON-printers van hetzelfde model aansluit met behulp van AppleTalk en u wilt de printer een andere naam geven, raadpleeg dan de Netwerkhandleiding.
  • Pagina 147 Opmerking: Wanneer wordt afgedrukt via de USB-poort van een Power Macintosh met Mac 0S 9, moet de printer worden ingesteld op het gebruik van ASCII-gegevens. U doet dit door Print te selecteren in het menu Archief van het programma dat u gebruikt en vervolgens selecteert u de naam van het programma in de beschikbare opties van het afdrukvenster.
  • Pagina 148 2. Klik op Voeg toe in het venster Printers. 3. Selecteer het protocol of de interface die u gebruikt in de keuzelijst. Gebruikers van AppleTalk: Zorg ervoor dat u AppleTalk selecteert. Selecteer niet EPSON AppleTalk omdat dit niet kan worden gebruikt met de PostScript 3-printerdriver. De PostScript-printerdriver gebruiken...
  • Pagina 149 Schakel vervolgens ook het selectievakje Gebruik standaardwachtrij op server in. Gebruikers van USB: Zorg ervoor dat u USB selecteert. Selecteer niet EPSON USB omdat dit niet kan worden gebruikt met de PostScript 3-printerdriver. 4. Volg de onderstaande instructies die op uw situatie van toepassing zijn om de printer te selecteren.
  • Pagina 150 Gebruikers van USB (voor Mac OS X 10.2) of Rendezvous: Als uw model printer niet automatisch wordt geselecteerd in de lijst met modellen, moet u de PostScript-printerdriver opnieuw installeren. Zie “De PostScript-printerdriver installeren” op pagina 144 voor meer informatie. 5. Klik op Voeg toe. Gebruikers van Afdrukken via IP, USB of Rendezvous: Selecteer uw printer in de lijst met printers en selecteer Toon info bij Printers.
  • Pagina 151 4. Klik op uw printer. De knop Create (Maak aan) verschijnt. Opmerking: Als uw computer met meer dan één AppleTalk-zone is verbonden, moet u in de lijst AppleTalk-zones op de AppleTalk-zone klikken waarmee uw printer is verbonden. 5. Klik op Create (Maak aan). De PostScrip-printerdriver openen Met de printerdriver kunt u de printer beheren en printerinstellingen wijzigen.
  • Pagina 152 Helpballonnen gebruiken Volg de onderstaande instructies om helpballonnen te gebruiken. 1. Klik op het menu Help en selecteer Helpballonnen. 2. Plaats de muisaanwijzer op het item waarover u meer informatie wilt. Informatie over dat item wordt weergegeven in een aparte tekstballon. Printerinstellingen wijzigen U kunt de printerinstellingen wijzigen wanneer andere opties worden geïnstalleerd in uw printer.
  • Pagina 153 Hoofdstuk 6 De PCL6-printerdriver gebruiken Over de modus PCL6 Hardwarevereisten Om de PCL6-printerdriver te kunnen gebruiken moet uw printer aan de volgende vereisten voldoen. De geheugenvereisten voor het gebruik van de PCL6-printerdriver staan hieronder. Installeer extra geheugenmodules in uw printer als de geïnstalleerde hoeveelheid ontoereikend blijkt.
  • Pagina 154 Voor Windows XP of 2000 Minimaal Aanbevolen Computer IBM-computer of vergelijkbare IBM-computer of computer met een vergelijkbare computer Pentium-processor of hoger met een Pentium II-processor of hoger Vaste schijf 10 à 25 MB vrije ruimte(voor installatie van driver) Geheugen 128 MB (256 MB voor Server 2003) 256 MB Voor Windows Me, 98 of 95 Minimaal...
  • Pagina 155 Als u wilt afdrukken in PCL6-modus, moet u de printerdriver eerst installeren. Raadpleeg de klantenservice in uw regio voor informatie over het verkrijgen van de printerdriver. Opmerking: De PCL6-printerdriver en EPSON Status Monitor kunnen niet tegelijk worden gebruik. De PCL6-printerdriver gebruiken...
  • Pagina 156 Hoofdstuk 7 Bedieningspaneel gebruiken Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Met het bedieningspaneel van de printer kunt u verschillende menu's openen waarmee u de status van verbruiksgoederen controleert, statusvellen afdrukt en printerinstellingen opgeeft. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de menu's van het bedieningspaneel kunt gebruiken en wanneer u het beste de printerinstellingen kunt opgeven via het bedieningspaneel.
  • Pagina 157 Menu's van het bedieningspaneel openen Zie “Menu's van het bedieningspaneel” op pagina 158 voor een volledige beschrijving van de items en instellingen die beschikbaar zijn in de menu's van het bedieningspaneel. 1. Wanneer het lampje brandt dat aangeeft dat de printer gereed is, drukt u op de knop Enter om de menu's van het bedieningspaneel te openen.
  • Pagina 158 Gebruik u Omhoog en d Omlaag om door de beschikbare items te bladeren en druk op Enter om een instelling te selecteren en terug te keren naar het vorige niveau. Druk op l Terug om terug te keren naar het vorige niveau zonder de instelling te wijzigen.
  • Pagina 159 Item Instellingen Statusvel Netwerkstatusvel AUX-statusvel Statusvel externe USB-interface PS3-statusvel PS3-lettertypelijst LJ4-lettertypevoorbeeld ESPC2-lettertypevoorbeeld FX-lettertypevoorbeeld I239X-lettertypevoorbeeld Toner E******F, E***** F, E**** F, E*** F, E** F, E* F, Totaal aantal pagina's 0 tot 99999999 Alleen beschikbaar wanneer een optionele interfacekaart (type B) is geïnstalleerd.
  • Pagina 160 PS3-lettertypelijst, LJ4-lettertypevoorbeeld, ESCP2-lettertypevoorbeeld, FX-lettertypevoorbeeld, I239X-lettertypevoorbeeld Hiermee drukt u een voorbeeld af van de lettertypen die beschikbaar zijn voor de geselecteerde printeremulatie. Toner Hiermee wordt de hoeveelheid toner in de tonercartridges aangegeven, zie illustratie: (100 tot 83%) E******F (83 tot 66%) E***** F (66 tot 50%) E**** F...
  • Pagina 161 De instellingen van het papiertype in dit menu kunt u ook in de printerdriver wijzigen. Instellingen in de printerdriver hebben prioriteit boven deze instellingen. Gebruik zo mogelijk dus altijd de printerdriver. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Formaten voor Automatisch, A4, A3, A5, B4, B5, LT, HLT standaardpapierbak LGL, GLT , GLG...
  • Pagina 162 LC1-type/LC2-type/LC3-type Hier selecteert u het papiertype dat in de standaardpapierlade en optionele onderste papierladen is geplaatst. Menu Emulatie In dit menu kunt u de emulatiemodus van de printer selecteren. U kunt verschillende emulaties opgeven voor elke interface, dus voor elke computer waarop u de printer aansluit. Aangezien elke emulatiemodus specifieke opties heeft, moet u de gewenste instellingen opgeven in het menu LJ4, ESCP2, FX, I239X of PS3.
  • Pagina 163 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Paginaformaat , A3, A5, B4, B5, LT, HLT, LGL, GLT, GLG, B, EXE, F4, MON, C10, DL, C5, C6, IB5, CTM Breed A4 Uit, Aan Afdrukstand Staand, Liggend Resolutie 600, 300 RITech Aan, Uit Toner sparen Uit, Aan Dichtheid 1, 2, 3, 4, 5...
  • Pagina 164 RITech Als u RITech inschakelt, krijgt u vloeiender en scherpere regels, tekst en afbeeldingen. Toner sparen Wanneer deze instelling is geselecteerd, bespaart de printer toner door een grijstint in plaats van zwart te gebruiken als vulkleur voor tekens. De rechterrand en onderrand van de omtrek van de tekens zijn geheel zwart.
  • Pagina 165 Let op: Zorg ervoor dat de afgedrukte afbeelding niet groter is dan het papier. Otherwise, you may damage the printer. B-offset A Hiermee kunt u de verticale afdrukpositie aanpassen op de achterzijde van het papier wanneer u dubbelzijdig afdrukt. Gebruik deze optie wanneer de afdruk op de achterzijde niet op de verwachte plaats wordt afgedrukt.
  • Pagina 166 Duplex Uit, Aan Bindzijde Lange kant, Korte kant Startpagina Voor, Achter Papiertype Normaal, Dik, Extra dik, Transparant Lege pagina Uit, Aan overslaan Pagina automatisch Uit, Aan uitvoeren Formaat negeren Uit, Aan Automatisch Uit, Aan doorgaan Paginabescherming Automatisch, Aan Toner op Stoppen, Doorgaan LCD-contrast 0 tot 7 tot 15...
  • Pagina 167 Papierbak Hiermee bepaalt u of papier wordt ingevoerd vanuit de standaardpapierbak of de optionele onderste papierlade. Als u Automatisch selecteert, wordt het papier ingevoerd uit de papierbak met het papier dat overeenkomt met de instelling voor papierformaat. Als een enveloppeformaat (IB5, C10, C6, DL, MON, C5) als papierformaat is geselecteerd, wordt het papier altijd ingevoerd uit de standaardpapierbak.
  • Pagina 168 Exemplaren Hier kunt u het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken, van 1 tot en met 999. Duplex Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdrukken in of uit. Hiermee kunt u op beide kanten van het papier afdrukken. Bindzijde Hier geeft u de inbindrichting van de afdruk op. Startpagina Hier geeft u op of eerst op de voor- of op de achterzijde van de pagina moet worden afgedrukt.
  • Pagina 169 Formaat negeren Als u een fout met een papierformaat wilt negeren, selecteert u Aan. Wanneer u deze optie inschakelt, gaat de printer door met afdrukken, zelfs wanneer de afbeelding groter is dan het opgegeven papierformaat. Dit kan vlekken veroorzaken vanwege de toner die niet correct op het papier wordt overgebracht.
  • Pagina 170 Toner op Als u dit item instelt op Stoppen, wordt door de printer het foutbericht Toner vervangen weergegeven om u te informeren dat de toner op is. Zie “Status- en foutberichten” op pagina 188 voor meer informatie. Als u deze functie wilt uitschakelen, stelt u dit item in op Doorgaan.
  • Pagina 171 Alle waarschuwingen wissen Hiermee wist u alle waarschuwingen die worden weergegeven op het LCD-scherm. Reset Hiermee onderbreekt u het afdrukken en wist u de huidige taak die uit de actieve interface is ontvangen. U wilt de printer wellicht opnieuw instellen wanneer er een probleem met de afdruktaak is opgetreden en de printer niet kan afdrukken.
  • Pagina 172 Menu Parallel Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer en de computer beheerd wanneer u de parallelle interface gebruikt. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Parallelle interface Aan, Uit Snelheid Snel, Normaal Bidirectioneel Nibble, ECP, Uit Buffergrootte Normaal, Maximaal, Minimaal Een wijziging van dit item is pas van toepassing nadat de printer via de menu’s opnieuw is gestart of nadat de printer uit- en opnieuw is ingeschakeld.
  • Pagina 173 Buffergrootte Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens. Als Maximaal is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het ontvangen van gegevens. Als Minimaal is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het afdrukken van gegevens. Opmerking: Als u de instellingen bij Buffergrootte wilt activeren, moet u de printer uitschakelen, minstens vijf seconden wachten en de printer...
  • Pagina 174 MS Network Aan, Uit Rendezvous Aan, Uit Externe USB-interface initialiseren Buffergrootte Normaal, Maximaal, Minimaal Een wijziging van dit item is pas van toepassing nadat de printer via de menu’s opnieuw is gestart of nadat de printer uit- en opnieuw is ingeschakeld.
  • Pagina 175 Opmerking: Als u de instellingen bij Buffergrootte wilt activeren, moet u de printer uitschakelen, minstens vijf seconden wachten en de printer weer inschakelen. U kunt ook de bewerking Alles resetten uitvoeren, zoals wordt beschreven in “Menu Reset” op pagina 170. Wanneer u de standaardwaarden van de printer herstelt, worden alle afdruktaken verwijderd.
  • Pagina 176 Symbolenset IBM-US, Roman-8, Roman-9, ECM94-1, 8859-2 ISO, 8859-9 ISO, 8859-10ISO, 8859-15ISO, PcBlt775, IBM-DN, PcMultiling, PcE.Europe, PcTk437, PcEur858, Pc1004, WiAnsi, WiE.Europe, WiTurkish, WiBALT, DeskTop, PsText, VeInternati, VeUS, MsPublishin, Math-8, PsMath, VeMath, PiFont, Legal, UK, ANSI ASCII, Swedis2, Italian, Spanish, German, Norweg1, French2, Windows, McText, Hebrew7, 8859-8 ISO, Hebrew8, Arabic8, OCR A, OCR B, Pc866Cyr, Pc866Ukr, WinCyr, ISOCyr, Pc8Grk, Pc851Grk, WinGrk,...
  • Pagina 177 Tekenbreedte Hier geeft u de standaardtekenbreedte voor het lettertype op als het lettertype schaalbaar is en een vaste tekenbreedte heeft. U kunt een waarde selecteren van 0,44 tot 99,99 cpi (tekens per inch) in stappen van 0,01 inch. Dit item wordt wellicht niet weergegeven, afhankelijk van de instellingen van Lettertypebron of Lettertypenummer.
  • Pagina 178 Ladetoewijzing Hiermee kunt u de toewijzing wijzigen voor de opdracht om een papierbak te selecteren. Wanneer 4 is geselecteerd, zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4. Is 4K geselecteerd, dan zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4000, 5000 en 8000. Als 5S is geselecteerd, zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 5Si.
  • Pagina 179 Binair Hiermee geeft u de gegevensindeling op. Selecteer Aan voor binaire gegevens en selecteer Uit voor ASCII-gegevens. Opmerking: Binair is alleen mogelijk bij een netwerkverbinding. Wanneer u AppleTalk gebruikt, hoeft u Aan niet te selecteren. Zorg ervoor dat uw toepassing overweg kan met binaire gegevens en dat zowel CTRL-D verzenden voor elke taak als CTRL-D verzenden na elke taak op Nee staat als u binaire gegevens wilt gebruiken.
  • Pagina 180 Bovenmarge 0,40 ... 0,50 ... 1,50 inch in stappen van 0,05 inch Tekst 1... 62/66*... 117 regels Tekentabel PcUSA, Italic, PcMultilin, PcPortugue, PcCanFrenc, PcNordic, PcTurkish2, PcIcelandic, PcE.Europe, BpBRASCII, BpAbicomp, Roman-8, PcEur858, ISO Latin1, 8859-15ISO, PcSI437, PcTurkish1, 8859-9 ISO, Mazowia, CodeMJK, PcGk437, PcGk851, PcGk869, 8859-7 ISO, PcCy855, PcCy866, PcUkr866, PcLit771, Bulgarian, Hebrew7, Hebrew8, PcHe862, PcAr864,...
  • Pagina 181 Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven. De afstand wordt aangegeven in inches. Hoe kleiner de waarde, des te dichter bevindt de afdrukbare regel zich bij de bovenzijde. Tekst Hier geeft u de lengte van de pagina op in regels.
  • Pagina 182 Automatische regelinvoer Als u Uit selecteert, verzendt de printer geen opdracht voor een automatische regelinvoer (LF) voor elke regelterugloop (CR). Als Aan is geselecteerd, wordt een opdracht voor een regelinvoer verzonden voor elke regelterugloop. Selecteer Aan als de tekstregels elkaar overlappen. Bitafbeelding De printer kan de grafische dichtheden emuleren die zijn ingesteld met de printeropdrachten.
  • Pagina 183 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Lettertype Courier, Prestige, Roman, Sans Serif, Script, Orator S, OCR A, OCR B Tekenbreedte 10, 12, 15 cpi, proportioneel Versmald Uit, Aan Bovenmarge 0,40 ... 0,50 ... 1,50 inch in stappen van 0,05 inch Tekst 1...
  • Pagina 184 Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven. De afstand wordt aangegeven in inches. Hoe kleiner de waarde, des te dichter bevindt de afdrukbare regel zich bij de bovenzijde. Tekst Hier geeft u de lengte van de pagina op in regels.
  • Pagina 185 Automatische regelinvoer Als u Uit selecteert, verzendt de printer geen opdracht voor een automatische regelinvoer (LF) voor elke regelterugloop (CR). Als Aan is geselecteerd, wordt een opdracht voor een regelinvoer verzonden voor elke regelterugloop. Selecteer Aan als de tekstregels elkaar overlappen. Bitafbeelding De printer kan de grafische dichtheden emuleren die zijn ingesteld met de printeropdrachten.
  • Pagina 186 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Lettertype Courier, Prestige, Gothic, Orator, Script, Presentor, Sans Serif Tekenbreedte 10, 12, 15, 17, 20, 24 cpi, proportioneel Codepagina 437, 850, 858, 860, 863, 865 Bovenmarge 0,30 ... 0,40 ...1,50 inch in stappen van 0,05 inch Tekst 1 ...
  • Pagina 187 Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven. De afstand wordt aangegeven in inches. Hoe kleiner de waarde, des te dichter bevindt de afdrukbare regel zich bij de bovenzijde. Tekst Hier geeft u de lengte van de pagina op in regels.
  • Pagina 188 Bitafbeelding De printer kan de grafische dichtheden emuleren die zijn ingesteld met de printeropdrachten. Als u Donker selecteert, is de dichtheid van de bitafbeelding hoog. Als u Licht selecteert, is de dichtheid van de bitafbeelding laag. Als u Barcode selecteert, zet de printer bitafbeeldingen om in streepjescodes door automatisch verticale ruimten tussen punten in te vullen.
  • Pagina 189 Kan niet afdrukken De afdrukgegevens zijn verwijderd omdat deze onjuist zijn. Controleer of het juiste papierformaat is ingesteld en een juiste printerdriver voor EPSON EPL-N2550 wordt gebruikt. Duplex niet mogelijk Er hebben zich problemen voorgedaan tijdens het dubbelzijdig afdrukken. Controleer of het papiertype en het papierformaat geschikt zijn voor de duplexeenheid.
  • Pagina 190 Papierformaat in duplexeenheid controleren Het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst, is niet geschikt voor de optionele duplexeenheid. Plaats papier van een correct formaat en druk op de knop N Starten/Stoppen om door te gaan met afdrukken. Papierformaat controleren Het ingestelde papierformaat verschilt van het formaat van het papier in de printer.
  • Pagina 191 Bezig met afkoelen De printer verlaagt de temperatuur om de fixeertoner te optimaliseren. Wacht even totdat Gereed op het LCD-scherm wordt weergegeven. DM-fout 001 De duplexeenheid is niet meer aan de printer bevestigd. Schakel de printer uit, bevestig de duplexeenheid opnieuw en schakel de printer weer in.
  • Pagina 192 Optimale afbeelding Er is onvoldoende geheugen om de pagina af te drukken met de opgegeven afdrukkwaliteit. De afdrukkwaliteit wordt automatisch verminderd zodat het afdrukken kan worden voortgezet. Als de afdrukkwaliteit niet acceptabel is, kunt u de pagina vereenvoudigen door het aantal afbeeldingen te beperken of door het aantal en de grootte van lettertypen te verminderen.
  • Pagina 193 Ongeldige netwerkmodule Er is geen netwerkprogramma aanwezig of het netwerkprogramma kan niet worden gebruikt in combinatie met uw printer. Neem contact op met een ervaren onderhoudsmonteur. Ongeldige PS3 De PostScript3 ROM-module is defect. Schakel de printer uit en neem contact op met de leverancier. Druk op N Starten/Stoppen om het bericht te wissen of schakel de printer uit en verwijder de ROM-module en installeer de ROM-module opnieuw.
  • Pagina 194 Geen originele toner) De geïnstalleerde tonercartridge is geen origineel product van Epson. Het wordt aanbevolen alleen originele tonercartridges te installeren. Het gebruik van een niet-originele tonercartridge kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Epson is niet verantwoordelijk voor enige schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van verbruiksgoederen die niet gemaakt of goedgekeurd zijn door Epson.
  • Pagina 195 Het papier is vastgelopen bij klep A. Zie “Vast A Storing A (deksel A)” op pagina 242 voor meer informatie over het verwijderen van papier dat daar is vastgelopen. Het papier is vastgelopen in het uitvoerbaandeksel Storing A B (deksel A of B) of de fuseereenheid. Zie “Vast A B (deksel A of B)”...
  • Pagina 196 Afdrukoverloop Er is te veel tijd nodig voor de verwerking van een ingewikkelde pagina waardoor er niet verder kan worden gegaan met afdrukken. Druk op de knop N Starten/Stoppen om door te gaan met afdrukken. Of druk op de knop + Taak annuleren om de afdruktaak te annuleren.
  • Pagina 197 Reset De huidige interface van de printer is opnieuw ingesteld en de buffer is leeggemaakt. Er zijn echter nog andere interfaces actief waarvoor de instellingen en gegevens behouden zijn gebleven. Alles resetten Alle printerinstellingen zijn teruggezet op de standaardwaarden of op de laatst opgeslagen waarden. Reset om op te slaan Tijdens het afdrukken is een instelling in een menu op het bedieningspaneel gewijzigd.
  • Pagina 198 Toner bijna op De toner in de tonercartridge is bijna op. Als de afdruk te licht of te vaag is, vervangt u de tonercartridge volgens de aanwijzingen in “Tonercartridge” op pagina 222. U kunt blijven afdrukken totdat het foutbericht Toner vervangen wordt weergegeven.
  • Pagina 199 Fixeereenheid op Dit bericht geeft aan dat de fixeereenheid is versleten. Mogelijk kunt u niet meer afdrukken nadat dit bericht is verschenen. Zet de printer uit en plaats de eenheid opnieuw (nadat u de printer 40 minuten hebt laten afkoelen). Vervang de fixeereenheid vervolgens door een nieuwe.
  • Pagina 200 Statusvel afdrukken Druk via het bedieningspaneel van de printer een statusvel af om de huidige status van de printer te controleren en om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd. Volg de onderstaande instructies om een statusvel af te drukken. 1.
  • Pagina 201 Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken vanaf de computer annuleren met de printerdriver. Zie “Afdrukken annuleren” op pagina 112 als u een afdruktaak wilt annuleren voordat deze vanaf de computer wordt verzonden. Afdrukken annuleren met de knop Taak annuleren De knop + Taak annuleren op de printer biedt de snelste en eenvoudigste manier om het afdrukken te annuleren.
  • Pagina 202 3. Druk een aantal keren op d Omlaag totdat Reset wordt weergegeven. 4. Druk op Enter. Het afdrukken wordt geannuleerd. De printer is gereed om een nieuwe afdruktaak te ontvangen. Bedieningspaneel gebruiken...
  • Pagina 203 Hoofdstuk 8 Optionele onderdelen installeren Universele papiercassette voor 550 vel Opmerking: U kunt maximaal twee eenheden installeren. Zie “Universele papiercassette voor 550 vel” op pagina 41 voor informatie over de papiersoorten en -formaten die u in de optionele papiercassette kunt gebruiken. Zie “Universele papiercassette voor 550 vel”...
  • Pagina 204 Waarschuwing: Als u de printer verkeerd optilt, laat u wellicht de printer laten en loopt u letsel op. De universele papiercassette voor 550 vel installeren Volg de onderstaande instructies om de optionele papierlade voor 550 vel te installeren. 1. Schakel de printer uit en maak het netsnoer en de interfacekabels los.
  • Pagina 205 2. Zet de printer op de universele papiercassette van 550 vel. Houd de hoeken van de printer boven die van de eenheid en laat vervolgens de printer zakken totdat deze stevig op de eenheid staat. Opmerking: De printer moet door ten minste twee personen worden gedragen en de printer moet met de handen op de aangegeven plaatsen worden vastgehouden.
  • Pagina 206 3. Haal de universele lade en de onderste papiercassette uit te printer, en haal vervolgens de optionele onderste papiercassette van de eenheid. Maak vervolgens de printer aan de eenheid vast met de vier daarvoor aanwezige montagestukken. Installeer twee van de vier montagestukken aan weerszijden aan de binnenkant van de printer.
  • Pagina 207 5. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan, en schakel de printer vervolgens in. 6. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 256 voor meer informatie. De universele papiercassette voor 550 vel verwijderen Voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde.
  • Pagina 208 1. Schakel de printer uit en maak het netsnoer en de interfacekabels los. Let op: Voorkom elektrische schokken en trek het netsnoer uit de printer. 2. Knijp de drie haken in op het bovenste optiedeksel om het van deksel B te verwijderen. Trek vervolgens aan de lipjes op het onderste optiedeksel om het te verwijderen.
  • Pagina 209 3. Installeer de duplexeenheid zoals hieronder wordt aangegeven. Zorg ervoor dat de haakjes van de eenheid op de lipjes van de printer en de duplexconnector in de sleuf gaan. 4. Maak de eenheid vast met de twee bijgeleverde schroeven. 5. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan, en schakel de printer vervolgens in.
  • Pagina 210 De duplexeenheid verwijderen Volg deze stappen om de optionele duplexeenheid te verwijderen. 1. Schakel de printer uit en maak het netsnoer en de interfacekabels los. 2. Draai de twee schroeven aan de onderkant van de duplexeenheid los. 3. Druk op de ontgrendelknop om de haakjes te ontgrendelen en haal vervolgens de eenheid van de printer.
  • Pagina 211 4. Maak het bovenste optiedeksel en het onderste optiedeksel vast. 5. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan, en schakel de printer vervolgens in. Geheugenmodule Wanneer u een DIMM (Dual In-line Memory Module) installeert, kunt u het printergeheugen verhogen tot 320 MB (de printer heeft standaard 64 MB plus optioneel 64, 128 of 256 MB).
  • Pagina 212 1. Schakel de printer uit en maak het netsnoer en de interfacekabels los. 2. Verwijder het deksel aan de rechterkant van de printer door de schroef aan de achterkant van de printer los te draaien en het deksel naar achteren te schuiven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 213 3. Draai de twee schroeven los met een schroevendraaier. Houd vervolgens het lipje aan de bovenkant van de beschermkap vast en verwijder het deksel. 4. Bepaal de locatie van de RAM-sleuf. * RAM-sleuf (grijs) Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 214 5. Steek de geheugenmodule in de sleuf totdat de klem op de geheugenmodule vastklikt. Zorg ervoor dat in de linkersleuf (wit) te allen tijde een module aanwezig is. Let op: Forceer de geheugenmodule niet in de sleuf. De geheugenmodule moet in de juiste richting in de sleuf worden geplaatst.
  • Pagina 215 6. Maak de beschermkap weer vast met de twee schroeven (zie onderstaande afbeelding). 7. Sluit het rechterdeksel weer aan op de printer (zie onderstaande afbeelding). Draai vervolgens de schroef aan de achterkant van de printer los. Waarschuwing: Draai de schroef goed aan om te voorkomen dat het rechterdeksel van de printer valt wanneer u deze verplaatst.
  • Pagina 216 8. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan, en schakel de printer vervolgens in. 9. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 256 voor meer informatie. Geheugenmodule verwijderen Voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde.
  • Pagina 217 Interfacekaart Uw printer wordt standaard geleverd met een interfacesleuf type B. Uw printer kan worden uitgebreid met diverse apart verkrijgbare interfacekaarten. Interfacekaart installeren Volg deze instructies om een optionele interfacekaart te installeren. Let op: Voordat u de interfacekaart installeert, moet u zich van alle statische elektriciteit ontdoen door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 218 2. Verwijder de schroeven en het klepje van de ruimte waar u de interfacekaart type B moet installeren (zie onderstaande afbeelding). Waarschuwing: Als u schroeven en deksels verwijdert die niet in de volgende instructies zijn beschreven, wordt u blootgesteld aan een hoog voltage.
  • Pagina 219 3. Schuif de interfacekaart stevig naar binnen en zet de kaart vervolgens vast met behulp van de schroef, zoals hieronder wordt weergegeven. 4. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan, en schakel de printer vervolgens in. 5. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd.
  • Pagina 220 Interfacekaart verwijderen Let op: Voordat u de interfacekaart verwijdert, moet u zich van alle statische elektriciteit ontdoen door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 221 Verbruiksgoederen vervangen Vervangingsberichten Wanneer de volgende berichten op het LCD-scherm of in het venster van de EPSON Status Monitor worden weergegeven, moet het aangegeven product worden vervangen. U kunt nog even doorgaan met afdrukken nadat er een bericht is weergegeven. EPSON raadt echter aan de betreffende eenheid...
  • Pagina 222 Tonercartridge Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van tonercartridges altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Plaats tonercartridges altijd op een schone, vlakke ondergrond. Installeer geen gebruikte tonercartridges in de printer. Als u een tonercartridge van een koude naar een warme ruimte hebt verplaatst, moet u vóór installatie minstens een uur wachten om schade als gevolg van condensvocht te voorkomen.
  • Pagina 223 Waarschuwing: Raak de toner niet aan. Zorg dat u geen toner in uw ogen krijgt. Wanneer er toner op uw huid of kleding valt, wast u dit direct af met water en zeep. Houd verbruiksgoederen buiten het bereik van kinderen. Verbrand gebruikte verbruiksgoederen niet.
  • Pagina 224 2. Houd de hendel van de tonercartridge vast en trek deze uit te printer. 3. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en schud voorzichtig de tonercartridge (zie afbeelding). Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 225 4. Zet de nieuwe tonercartridge op een plat oppervlak en trek het beschermende cartridgezegel eruit (zie afbeelding). 5. Steek de nieuwe tonercartridge in de printer totdat de cartridge niet verder kan. Opmerking: Steek de cartridge met het pijlteken aan de bovenkant van de tonercartridge in de richting van deksel A.
  • Pagina 226 6. Sluit deksel A totdat dit vastklikt. Gebruikers van Windows: Als EPSON Status Monitor is geïnstalleerd, wordt de informatie over de hoeveelheid resterende toner mogelijk niet bijgewerkt in het scherm Basisinstellingen. Druk in dit geval op de knop Nu informatie ophalen in het dialoogvenster Instellingen voor informatie over verbruiksartikelen.
  • Pagina 227 Waarschuwing: Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Schakel de printer uit en laat hem 40 minuten afkoelen voordat u de fixeereenheid vervangt. Verbrand gebruikte verbruiksgoederen niet. Ze kunnen exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien de geldende milieuvoorschriften in acht.
  • Pagina 228 2. Open klep B. 3. Trek de twee hendels aan weerszijden van de fixeereenheid omlaag. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 229 4. Verwijder langzaam de fixeereenheid. 5. Plaats langzaam de nieuwe fixeereenheid. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 230 6. Zorg ervoor dat de twee hendels aan weerszijden van de fixeereenheid weer omhoog staan. 7. Sluit klep B. 8. Sluit het netsnoer en de interfacekabels weer aan en schakel de printer vervolgens in. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 231 9. Als het lampje brandt dat aangeeft dat de printer gereed is, drukt u op de knop Enter om de menu's van het bedieningspaneel te openen. 10. Druk herhaaldelijk op u Omhoog of d Omlaag totdat het menu Reset wordt weergegeven op het LCD-scherm. Druk vervolgens op Enter.
  • Pagina 232 Hoofdstuk 10 Printer reinigen en vervoeren Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel.
  • Pagina 233 De papierinvoerrol reinigen Als het papier regelmatig vastloopt, veegt u de papierinvoerrol af met een schone, vochtige doek. Volg de onderstaande stappen. 1. Schakel de printer uit en open langzaam deksel A. 2. Houd de hendel van de tonercartridge vast en trek deze eruit. Opmerking: Zet de cartridge op een schoon, plat oppervlak.
  • Pagina 234 3. Verwijder de twee papierinvoerrrollen door hun lipjes enigszins naar buiten te buigen en van de as te schuiven. 4. Maak de rubberen onderdelen van de papierinvoerrol schoon met een schone, vochtige doek. * rubberen onderdelen Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 235 5. Bevestig de invoerrollen weer volgens de onderstaande afbeelding. Bevestig vervolgens de haak in het concave deel onder de assen om ze vast te zetten. Opmerking: Plaats de convexe delen van de invoerrollen in de concave delen van de as. 6.
  • Pagina 236 Printer vervoeren Grote afstanden Als u de printer over een grotere afstand moet vervoeren, verpakt u het apparaat in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal. Volg deze instructies om de printer in te pakken. 1. Schakel de printer uit. 2.
  • Pagina 237 Printer verplaatsen Volg deze instructies om de printer over een korte afstand te vervoeren. 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: Netsnoer Interfacekabel 2. De printer moet worden opgetild op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. 3.
  • Pagina 238 De printer verplaatsen als de optionele onderste papiercassette is geïnstalleerd Volg deze stappen om de printer samen met de optionele universele papiercassette voor 550 vel te verplaatsen: 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: Netsnoer Interfacekabel 2. Til de printer samen met de optionele eenheid op. Let op: Verplaats de printer niet over hoekige of oneffen oppervlakken.
  • Pagina 239 Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden. Bepaal de benodigde ruimte voor een goede bediening van de printer aan de hand van de volgende afbeelding. De afmetingen in onderstaande afbeelding worden in millimeters weergegeven.
  • Pagina 240 Houd ook rekening met het volgende als u een geschikte plaats zoekt voor de printer. Plaats de printer zo dat u de stekker makkelijk uit het stopcontact kunt trekken. Plaats computer en printer niet in de buurt van mogelijke bronnen van elektromagnetische storingen, zoals luidsprekers en basisstations van draadloze telefoons.
  • Pagina 241 Hoofdstuk 11 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden op het LCD-scherm van de printer en in EPSON Status Monitor waarschuwingsberichten weergegeven. Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen.
  • Pagina 242 Waarschuwing: Tenzij dit wordt vermeld in deze handleiding moet voorkomen dat u de fixeereenheid aanraakt. Deze eenheid of de ruimte eromheen zijn aangegeven met CAUTION HOT SURFACE (VOORZICHTIG, HEET OPPERVLAK) en CAUTION HIGH TEMPERATURE (VOORZICHTIG, HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden.
  • Pagina 243 2. Houd de hendel van de tonercartridge vast en trek deze eruit. Opmerking: Zet de cartridge op een schoon, plat oppervlak. 3. Draai aan het groene deel op de invoerrol om het vastgelopen papier uit te voeren. Opmerking: Raak alleen het groene deel van de invoerrol aan. Als u andere delen aanraakt, kan het papier vastlopen.
  • Pagina 244 4. Trek voorzichtig eventuele andere deels ingevoerde vellen uit de printer. 5. Plaats de tonercartridge weer. Opmerking: Steek de cartridge met het pijlteken aan de bovenkant van de tonercartridge in de richting van deksel A. Probleemoplossing...
  • Pagina 245 6. Sluit deksel A totdat dit vastklikt. Vast A B (deksel A of B) Wanneer papier vastloopt op de plaats die in de onderstaande afbeelding wordt weergegeven, wordt op het LCD-scherm van de printer het bericht Vast A B weergegeven. Probleemoplossing...
  • Pagina 246 Volg deze stappen om vastgelopen papier uit deksel A of B te verwijderen. Waarschuwing: Tenzij dit wordt vermeld in deze handleiding moet voorkomen dat u de fixeereenheid aanraakt. Deze eenheid of de ruimte eromheen zijn aangegeven met CAUTION HOT SURFACE (VOORZICHTIG, HEET OPPERVLAK) en CAUTION HIGH TEMPERATURE (VOORZICHTIG, HOGE TEMPERATUUR).
  • Pagina 247 2. Houd de hendel van de tonercartridge vast en trek deze eruit. Opmerking: Zet de cartridge op een schoon, plat oppervlak. 3. Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het voorzichtig met beide handen. Zorg ervoor dat u het vastgelopen papier niet afscheurt.
  • Pagina 248 Opmerking: Als het papier zich niet gemakkelijk laat verwijderen, draait u aan de rol om de spanning van het papier te halen en trekt u het er recht uit. 4. Open deksel B. Opmerking: Wanneer de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd, opent u het deksel van de duplexeenheid voordat u deksel B opent.
  • Pagina 249 5. Open de papierhouder door de hendel waaraan een groen label is bevestigd omlaag te trekken (zie onderstaande afbeelding). Waarschuwing: Zorg ervoor dat u de rollen in de fixeereenheid niet aanraakt omdat deze zeer heet kunnen zijn. 6. Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het voorzichtig. Zorg ervoor dat u het vastgelopen papier niet afscheurt.
  • Pagina 250 7. Sluit de papierhouder en sluit deksel B. Opmerking: Als u de duplexeenheid hebt geïnstalleerd, sluit u het deksel van de duplexeenheid nadat u deksel B hebt gesloten. 8. Plaats de tonercartridge weer. Opmerking: Steek de cartridge met het pijlteken aan de bovenkant van de tonercartridge in de richting van deksel A.
  • Pagina 251 9. Sluit deksel A totdat dit vastklikt. Vast DM (deksel DM) Wanneer papier vastloopt op de plaats die in de onderstaande afbeelding wordt weergegeven, wordt op het LCD-scherm van de printer het bericht Vast DM weergegeven. Probleemoplossing...
  • Pagina 252 Volg deze stappen om vastgelopen papier uit het deksel van de duplexeenheid te verwijderen. 1. Druk op de ontgrendelknop om de haakjes te ontgrendelen. Open vervolgens het deksel van de duplexeenheid. 2. Verwijder voorzichtig het papier dat in het deksel is vastgelopen.
  • Pagina 253 3. Sluit het deksel van de duplexeenheid. Opmerking: Als de fout niet wordt gewist nadat u de bovenstaande procedure hebt uitgevoerd, verwijdert u de duplexeenheid van de printer en controleert u of het papier is vastgelopen in de opening van het onderste gedeelte aan de achterkant van de printer.
  • Pagina 254 1. standaardpapierbak 2. onderste papiercassette 1 (C1) 3. onderste papiercassette 2 (C2) 4. onderste papiercassette 3 (C3) Volg deze stappen om vastgelopen papier uit papiercassettes te verwijderen. 1. Haal de papiercassette uit de printer. 2. Verwijder het deksel van de papiercassette en gooi verkreukeld papier weg.
  • Pagina 255 3. Verwijder met beide handen voorzichtig het papier dat in het deksel is vastgelopen. Zorg ervoor dat u het vastgelopen papier niet afscheurt. Opmerking: Controleer of er diep in de printer geen papier meer vastzit. 4. Bevestig de papiercassette weer. Probleemoplossing...
  • Pagina 256 5. Open deksel A en sluit dit vervolgens weer. Opmerking: Nadat u deksel A hebt geopend en gesloten, wordt het foutbericht gewist. Statusvel afdrukken Druk via het bedieningspaneel van de printer of via de printerdriver een statusvel af om de huidige status van de printer te controleren en om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 257 Printer functioneert niet optimaal Het lampje Ready (Gereed) gaat niet branden Oorzaak Oplossing De stekker van het netsnoer Schakel de printer uit en controleer of het zit wellicht niet goed in het netsnoer goed is aangesloten op de printer en stopcontact.
  • Pagina 258 Het optionele onderdeel is niet beschikbaar Oorzaak Oplossing EPSON Status Monitor is niet U moet EPSON Status Monitor installeren geïnstalleerd. of de instellingen handmatig in de printerdriver instellen. Zie “EPSON Status Monitor installeren” op pagina 92 of “Optionele instellingen opgeven”...
  • Pagina 259 Het dialoogvenster Eigenschappen wordt niet weergegeven of het duurt erg lang voordat het wordt geopend (alleen voor Windows) Oorzaak Oplossing Bidirectionele communicatie is Controleer of de printer is ingeschakeld uitgeschakeld. en met de juiste kabel is aangesloten. Schakel het selectievakje Bidirectionele ondersteuning inschakelen in het menu Poorten van het dialoogvenster Eigenschappen in (voor Windows XP,...
  • Pagina 260 Problemen met afgedrukte documenten Het lettertype kan niet worden afgedrukt Oorzaak Oplossing Mogelijk gebruikt u Selecteer in de printerdriver het keuzerondje printerlettertypen die bepaalde TrueType-lettertypen als bitmap afdrukken in TrueType-lettertypen het dialoogvenster Geavanceerde vervangen. instellingen. Het geselecteerde lettertype Controleer of u het juiste lettertype hebt wordt niet ondersteund door geselecteerd.
  • Pagina 261 De afdrukpositie klopt niet Oorzaak Oplossing De paginalengte en marges zijn Zorg ervoor dat u in uw toepassing misschien verkeerd ingesteld in de de juiste instellingen opgeeft voor toepassing waarmee u werkt. de paginalengte en marges. De instelling Paper Size Controleer of het juiste papierformaat (Papierformaat) is mogelijk verkeerd.
  • Pagina 262 Als het oppervlak van het papier te ruw is, papiersoort die niet geschikt is worden tekens vervormd of slechts gedeeltelijk voor de printer. afgedrukt. Gebruik speciaal EPSON-papier of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 289 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 263 De tonercartridge kan leeg zijn. Zie “Een tonercartridge vervangen” op pagina 223 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor wordt aangegeven dat de toner bijna op is. U kunt de resterende toner ook controleren aan de hand van de volgende symbolen op het tabblad Basisinstellingen van de printerdriver.
  • Pagina 264 Bewaar het papier in een droge of vochtig. omgeving. U gebruikt mogelijk een papiersoort Gebruik speciaal EPSON-papier of effen die niet geschikt is voor de printer. kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 289 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 265 De tonercartridge kan leeg zijn. Zie “Een tonercartridge vervangen” op pagina 223 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor wordt aangegeven dat de toner bijna op is. U kunt de resterende toner ook controleren aan de hand van de volgende symbolen op het tabblad Basisinstellingen van de printerdriver.
  • Pagina 266 De tonercartridge kan leeg zijn. Zie “Een tonercartridge vervangen” op pagina 223 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor wordt aangegeven dat de toner bijna op is. U kunt de resterende toner ook controleren aan de hand van de volgende symbolen op het tabblad Basisinstellingen van de printerdriver.
  • Pagina 267 Geheugenproblemen Verminderde afdrukkwaliteit Oorzaak Oplossing Er kan niet worden afgedrukt met Controleer of de afdrukkwaliteit het gewenste kwaliteitsniveau acceptabel is. Als dit niet het geval is, omdat er onvoldoende geheugen voegt u voor een definitieve oplossing is. De afdrukkwaliteit wordt meer geheugen toe.
  • Pagina 268 Problemen met de papierverwerking Het papier wordt niet op de juiste wijze ingevoerd Oorzaak Oplossing De papiergeleiders zijn niet Controleer of de papiergeleiders in alle correct ingesteld. papiercassettes zijn ingesteld op de juiste papierformaten. De instelling voor de papierbak is Controleer of u in de toepassing de juiste mogelijk verkeerd.
  • Pagina 269 Het bericht Verkeerd opt. int. wordt op het LCD-scherm weergegeven Oorzaak Oplossing De printer kan de geïnstalleerde Schakel de printer uit en verwijder de optionele interfacekaart niet lezen. kaart. Controleer of de interfacekaart wordt ondersteund. Het papier wordt niet vanuit de juiste papierlade ingevoerd Oorzaak Oplossing...
  • Pagina 270 Invoerprobleem bij gebruik van de optionele papierlade Oorzaak Oplossing Het papier is vastgelopen bij de Zie “Papierstoringen verhelpen” optionele papierlade. op pagina 241 om de papierstoring te verhelpen. Een geïnstalleerd onderdeel kan niet worden gebruikt Oorzaak Oplossing Het geïnstalleerde onderdeel kan U moet de instellingen handmatig in niet worden opgegeven in de de printerdriver maken.
  • Pagina 271 Besturingssysteem Windows Gebruik een computer met Windows XP, Me, 98, 2000 of Server 2003, een Windows 98-computer die is bijgewerkt naar Windows Me of een computer met Windows Me, 98, 2000 of Server 2003 die is bijgewerkt naar Windows XP. U kunt wellicht de USB-printerdriver niet installeren of uitvoeren op een computer die niet voldoet aan deze specificaties of niet is voorzien van een ingebouwde USB-poort.
  • Pagina 272 Klik op About (Info) in het snelmenu dat verschijnt. Als een berichtvenster met de mededeling “Unidrv-printerstuurprogramma” wordt weergegeven, moet u de printersoftware opnieuw installeren zoals wordt aangegeven in de Installatiehandleiding. Als Info niet wordt weergegeven, is de printersoftware correct geïnstalleerd. Opmerking: Als tijdens de installatieprocedure in Windows 2000 het dialoogvenster Digital Kan digitale handtekening niet vinden verschijnt, klikt u op Ja.
  • Pagina 273 1. Open de printerdriver, zie “De printerdriver openen” op pagina 62 en klik vervolgens op het tabblad Details. Probleemoplossing...
  • Pagina 274 Als EPUSBX: (uw printer) wordt weergegeven in de lijst “Afdrukken naar de volgende poort”, zijn de USB-printerdriver en de printersoftware correct geïnstalleerd. Als de juiste poort niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op het bureaublad en kies Eigenschappen.
  • Pagina 275 Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, moet USB-afdrukapparaten van EPSON worden weergegeven in het menu Apparaatbeheer. Probleemoplossing...
  • Pagina 276 Als USB-afdrukapparaten van EPSON niet wordt weergegeven in het menu Apparaatbeheer, klikt u op het plusteken (+) bij Overige apparaten om alle geïnstalleerde apparaten weer te geven. Als USB-printer of de naam van uw printer wordt weergegeven bij Overige apparaten, is de printersoftware niet correct geïnstalleerd.
  • Pagina 277 4. Selecteer bij Overige apparaten USB-printer of klik op uw printernaam, klik op Verwijderen en klik vervolgens op OK. Wanneer het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK en nogmaals op OK om het dialoogvenster Systeemeigenschappen te sluiten. Probleemoplossing...
  • Pagina 278 5. Verwijder de printersoftware zoals wordt uitgelegd bij “Installatie van de printersoftware ongedaan maken” op pagina 113. Schakel de printer uit, start de computer opnieuw op en installeer de printersoftware opnieuw zoals wordt aangegeven in de Installatiehandleiding. Status- en foutberichten De printerstatus en foutberichten worden weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
  • Pagina 279 De printer drukt niet goed af in PostScript-modus Oorzaak Oplossing De emulatiemodus van De printer staat standaard op Automatisch, zodat de printer is niet goed de codering van de ontvangen afdruktaak ingesteld. automatisch kan worden bepaald, waarna de juiste emulatiemodus wordt geselecteerd. In sommige gevallen is de printer echter niet in staat om de juiste emulatiemodus te selecteren.
  • Pagina 280 Alleen voor gebruikers van Mac OS 9 Schakel het selectievakje Onbeperkt aantal Het selectievakje Onbeperkt aantal downloadbare fonts uit. downloadbare fonts is ingeschakeld op het tabblad met PostScript-opties van het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Via het bedieningspaneel van de Wijzig deze instelling in Automatisch printer is een andere emulatiemodus of PS3.
  • Pagina 281 Het lettertype op de afdruk is anders dan het lettertype op het scherm Oorzaak Oplossing De PostScript-schermlettertypen zijn niet De PostScript-schermlettertypen geïnstalleerd. moeten worden geïnstalleerd op de computer die u gebruikt. Anders wordt het geselecteerde lettertype op het scherm vervangen door een ander lettertype.
  • Pagina 282 Tekst en afbeeldingen hebben geen strakke randen Oorzaak Oplossing De afdrukkwaliteit staat op Snel. Wijzig de afdrukkwaliteit in Kwaliteit. De printer heeft onvoldoende geheugen. Installeer extra geheugen. De printer drukt niet normaal af via de parallelle interface (alleen Windows 98) Oorzaak Oplossing De computer is via de parallelle interface...
  • Pagina 283 Alleen voor gebruikers van Als de printer via de USB-interface op de Macintosh computer is aangesloten, kunnen geen binaire gegevens worden afgedrukt. Zorg ervoor dat In de printereigenschappen is de instelling Gegevensindeling, die u kunt de gegevensstructuur niet op openen door in het menu Bestand op ASCII gezet.
  • Pagina 284 Alleen voor gebruikers van Windows Klik op Geavanceerd op het tabblad PostScript van de De afdrukgegevens zijn te groot. printereigenschappen en wijzig de gegevensindeling van ASCII-gegevens (standaard) in TBCP. TBCP kan niet worden gebruikt wanneer Binair op Aan staat. Gebruik het binaire protocol.
  • Pagina 285 Onvoldoende geheugen voor het afdrukken van gegevens (alleen Macintosh) Oorzaak Oplossing De printerdriver voor Maak op een van de volgende manieren geheugen Macintosh gebruikt vrij voor het afdrukken: beschikbaar Verlaag de instelling voor de systeemgeheugen voor hoeveelheid RAM-cache in het het verwerken van de afdrukgegevens.
  • Pagina 286 Het lettertype op de afdruk is anders dan het lettertype op het scherm Oorzaak Oplossing De EPSON Font De EPSON Font Manager-lettertypen Manager-lettertypen zijn moeten worden geïnstalleerd op de niet geïnstalleerd. computer die u gebruikt. Anders wordt het geselecteerde lettertype op het scherm vervangen door een ander lettertype.
  • Pagina 287 Deze website van Epson biedt u technische ondersteuning bij problemen die u niet kunt oplossen met de informatie in de productdocumentatie. Als u een webbrowser hebt en verbinding met internet kunt maken, kunt u de volgende site bezoeken: http://support.epson.net/...
  • Pagina 288 De medewerkers van de klantenservice kunnen u sneller helpen als u de volgende gegevens bij de hand hebt: Serienummer van het product (Het serienummer vindt u meestal op een etiket aan de achterzijde van het product.) model van het product; Softwareversie van het product (Klik op Info, Versie-info of soortgelijke knop in de productsoftware.)
  • Pagina 289 Papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 290 Ongeschikt papier Het volgende papier mag niet in deze printer worden gebruikt. Het kan schade aan de printer, papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. Afdrukmaterialen die zijn bestemd voor andere kleurenlaserprinters, zwart-witlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwart-witkopieerapparaten of inkjetprinters Papier waarop eerder is afgedrukt met kleurenlaserprinters, zwart-witlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwart-witkopieerapparaten, inkjetprinters of thermische transferprinters...
  • Pagina 291 Papier met een verschillende voor- en achterzijde Gevouwen, gekreukeld, golvend of gescheurd papier Papier met een onregelmatige vorm, of papier waarvan de hoeken niet recht zijn Afdrukgebied Minimale marge van 4 mm aan elke zijde. Opmerking: Het afdrukgebied is afhankelijk van de gebruikte emulatiemodus. Bij gebruik van de taal ESC/Page bedraagt de minimale marge 5 mm rondom.
  • Pagina 292 Printer Algemeen Afdrukmethode: Laserscannen en droog elektrofotografisch proces Afdrukkwaliteit: 1200 RIT Resolutie: 600 dpi Afdruksnelheid (met A4/Letter): 30 pagina’s per minuut of minder Papierinvoer: Automatische of handmatige invoer Uitlijning papierinvoer: Centreren voor alle papierformaten Laadvermogen papierladen: Standaardpapierbak: Maximaal 150 vellen gewoon papier (75 g/m²) Maximaal 10 enveloppen Maximaal 100 vel transparanten...
  • Pagina 293 Beschikbare lettertypen: 99 schaalbare lettertypen en 5 bitmaplettertypen RAM: 64 MB, uitbreidbaar tot 320 MB Resolution Improvement Technology De precieze afdruksnelheid hangt af van de papierbak en andere omstandigheden. Omgevingsspecificaties Temperatuur: In gebruik: 5 tot 35°C (41 tot 95°F) Niet in gebruik: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F) Vochtigheid: In gebruik:...
  • Pagina 294 Elektrische specificaties 220 V-model Voltage 220 V-240 V ± 10% Nominale frequentie 50 Hz / 60 Hz ± 3 Hz Stroomsterkte Minder dan 5.5 A Stroomverbruik Tijdens Gemiddelde 500 W afdrukken Max. 970 W In de Gemiddelde 85 W stand-bymodus In de rustmodus* Maximaal 9 W * Volledig in rust.
  • Pagina 295 Laserbeveiliging Deze printer is een laserproduct van klasse 1 dat voldoet aan de normen die zijn opgelegd door het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services), overeenkomstig de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Dit betekent dat de laser geen straling voortbrengt die schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid.
  • Pagina 296 Ethernet-interface U kunt een rechtstreekse, afgeschermde IEEE 802.3 100BASE-TX/10 BASE-T-interfacekabel (twisted-pair) met een RJ45-connector gebruiken. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Universele papiercassette voor 550 vel Productcode: C12C802002 Papierformaat: A5, A4, A3, B5, B4, Letter (LT), Legal (LGL) Papiergewicht: 60 tot 90 g/m² (16 tot 24 lb) Papierinvoer: Automatisch papierinvoersysteem Capaciteit van papiercassette maximaal 550...
  • Pagina 297 Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEG. Geheugenmodule Zorg ervoor dat u een geheugenmodule (type DIMM) gebruikt die compatibel is met de producten van EPSON. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van deze printer of de EPSON-verkoper. Geheugengrootte:...
  • Pagina 298 Tonercartridges Productcode: 0290 Opslagtemperatuur: 0 tot 35°C (32 tot 95°F) Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Fixeereenheid Productcode: 3023 Opslagtemperatuur: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F) Vochtigheid opslag: 5 tot 85% RV Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEG.
  • Pagina 299 Startbalk, Stopbalk en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
  • Pagina 300 EPSON Code39 CD Num EPSON Code39 Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved 2 EPSON ITF U kunt afdrukken of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF (Interleaved controlecijfers 2 van 5 (ITF)) opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF CD Num...
  • Pagina 301 Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows XP, Me, 98, 2000 of Server 2003 Vaste schijf: 15 tot 30 KB vrije ruimte, afhankelijk van...
  • Pagina 302 3. Klik op Gebruikersinstallatie. 4. Klik op Aangepaste installatie. 5. Klik op EPSON BarCode Font. Lettertypen...
  • Pagina 303 Afdrukken met EPSON BarCode Fonts Volg de onderstaande instructies om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts. In deze instructies wordt uitgegaan van de toepassing Microsoft WordPad. Bij andere programma's is mogelijk een andere procedure van toepassing.
  • Pagina 304 1. Open een document in de toepassing en typ de tekens die u in een streepjescode wilt omzetten. 2. Selecteer de getypte tekens en klik op Lettertype in het menu Opmaak. Lettertypen...
  • Pagina 305 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK. Opmerking: In Windows XP, 2000 en Server 2003 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 306 5. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Klik met de rechter- muisknop op de EPSON-printer en kies Eigenschappen. Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. Uw printer is een zwart-witprinter. Raadpleeg het gedeelte Driver voor zwart-witprinters in de onderstaande tabel.
  • Pagina 307 Afdrukmo- (niet be- Hoge kwali- (niet be- (niet be- dus in het schikbaar) teit (printer) schikbaar) schikbaar) dialoogven- ster Geavan- ceerde instellingen dat u opent via het tabblad Optionele instellingen. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer het selectievakje Automatisch is ingeschakeld op het tabblad Basisinstellingen. Wanneer het selectievakje Geavanceerd is ingeschakeld, klikt u op de knop Meer instellingen en zet u de resolutie of de afdrukkwaliteit vervolgens op 600dpi.
  • Pagina 308 Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals Startbalk en Stopbalk worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegroot- ten die worden aanbevolen in “Specificaties BarCode Fonts”...
  • Pagina 309 EPSON EAN-8 EAN-8 is een verkorte streepjescode van acht cijfers. Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 7 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 7 tekens Lettertypegrootte 52 pt tot 130 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/Server 2003).
  • Pagina 310 EPSON EAN-13 EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 12 tekens Lettertypegrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/Server 2003).
  • Pagina 311 EPSON UPC-A UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 11 tekens Lettertypegrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/Server 2003).
  • Pagina 312 EPSON UPC-E UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 6 tekens Lettertypegrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/Server 2003). Aanbevolen grootten zijn 60 pt, 75 pt (standaard), 112,5 pt en 150 pt.
  • Pagina 313 EPSON Code39 Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard. Daarom is het belangrijk ten minste één spatie tussen de streepjescode en de omringende tekst in...
  • Pagina 314 Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 315 26 pt tot 104 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/Server 2003). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52 pt, 78 pt en 104 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Onbedrukte linker-/rechterzone Start-/stopteken Controlecijfer Teken voor wijzigen codeset Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 Lettertypen...
  • Pagina 316 EPSON ITF De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-van-5-standaard. Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Interleaved 2-van-5-standaard.
  • Pagina 317 Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num EPSON Codabar Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 318 Als u een start- of stopteken invoegt, wordt bij gebruik van een Codabar-lettertype automatisch het bijbehorende tegenovergestelde teken ingevoegd. Als er geen start- of stopteken wordt ingevoerd, worden deze tekens automatisch ingevoegd als de letter A. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Symbolen (- $ : / .
  • Pagina 319 Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num EPSON EAN128 EAN128 -lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 320 In sommige toepassingen worden spaties aan het einde van een regel automatisch verwijderd of worden meerdere, opeenvolgende spaties omgezet in tabs. In dit soort toepassingen worden streepjescodes met spaties mogelijk niet goed afgedrukt. Als u twee of meer streepjescodesop één regel wilt afdrukken, scheidt u ze met een tab of selecteert u een ander lettertype en typt u een spatie.
  • Pagina 321 Controlecijfer Teken voor wijzigen codeset Afdrukvoorbeeld EPSON EAN128 Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. De namen van alle lettertypen worden weergegeven in de lettertypenlijst van de toepassing als u de driver gebruikt die bij de printer wordt geleverd.
  • Pagina 322 Modus LJ4 Lettertype Familie HP-equivalent Courier Medium, Bold, Italic, Courier Bold Italic ITC Zapf Dingbats ITC Zapf Dingbats CG Times Medium, Bold, Italic, CG Times Bold Italic CG Omega Medium, Bold, Italic, CG Omega Bold Italic Coronet Coronet Clarendon Clarendon Condensed Condensed Univers...
  • Pagina 323 Helvetica Medium, Bold, Helvetica Oblique, Bold Oblique Helvetica Narrow Medium, Bold, Helvetica Narrow Oblique, Bold Oblique Palatino Roman, Bold, Italic, Palatino Bold Italic ITC Avant Garde Book, Demi, Book ITC Avant Garde Oblique, Demi Gothic Oblique ITC Bookman Light, Demi, Light ITC Bookman Italic, Demi Italic New Century...
  • Pagina 324 Modi ESC/P 2- en FX Lettertype Familie Courier Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Arial Medium, Bold Letter Gothic Medium, Bold Times New Roman Medium, Bold EPSON Script OCR A OCR B * Uitsluitend beschikbaar in de modus ESC/P2.
  • Pagina 325 EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 326 Schaalbaar lettertype Lettertype Tekenset Courier Courier Bold Courier Italic Courier Bold Italic Letter Gothic Letter Gothic Bold Letter Gothic Italic CourierPS CourierPS Bold CourierPS Oblique CourierPS Bold Oblique CG Times CG Times Bold CG Times Italic CG Times Bold Italic CG Omega CG Omega Bold CG Omega Italic...
  • Pagina 327 Univers Medium Condensed Univers Bold Condensed Univers Medium Condensed Italic Univers Bold Condensed Italic Antique Olive Antique Olive Bold Antique Olive Italic Garamond Antiqua Garamond Halbfett Garamond Kursiv Garamond Kursiv Halbfett Marigold Albertus Medium Albertus Extra Bold Arial Arial Bold Arial Italic Arial Bold Italic Times New Roman...
  • Pagina 328 Helvetica Narrow Oblique Helvetica Narrow Bold Oblique Palatino Roman Palatino Bold Palatino Italic Palatino Bold Italic ITC Avant Garde Gothic Book ITC Avant Garde Gothic Demi ITC Avant Garde Gothic Book Oblique ITC Avant Garde Demi Oblique ITC Bookman Light ITC Bookman Demi ITC Bookman Light Italic ITC Bookman Demi Italic...
  • Pagina 329 Bitmaplettertype Lettertype Tekenset Line Printer Voorbeelden van lettertypen afdrukken Met het Information Menu (Menu Informatie) op het bedieningspaneel van de printer kunt u voorbeelden afdrukken van de beschikbare lettertypen in elke modus. Volg de onderstaande instructies om voorbeelden van lettertypen af te drukken.
  • Pagina 330 In het installatieprogramma kunt u opgeven dat lettertypen automatisch moeten worden gedownload wanneer u de computer start of wanneer u met een bepaald lettertype afdrukt. EPSON Font Manager (alleen Windows) EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. Lettertypen...
  • Pagina 331 Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON Font Manager moet de computer aan de volgende vereisten voldoen: Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een 486-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows XP, Me, 98, 2000 of Server 2003 Internet Explorer 4.0 of hoger...
  • Pagina 332 4. Klik op Aangepaste installatie. 5. Klik op EPSON Font Manager. Volg de instructies op het scherm. 6. Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Voltooien. EPSON Font Manager is nu op de computer geïnstalleerd. Lettertypen...
  • Pagina 333 Tekensets Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Lettertypen en tekens worden door de meeste programma's automatisch verwerkt, u hoeft de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen. Als u echter zelf de beheerprogramma's voor de printer schrijft of oudere software gebruikt waarmee u lettertypen niet kunt beheren, vindt u in het volgende gedeelte relevante informatie over tekensets.
  • Pagina 334 19 lettertypen PcBlt775 (26U) Pc1004 (9J) Courier WiBALT (19L) DeskTop (7J) CG Times Universe PsText (10J) Windows (9U) Letter Gothic McText (12J) MsPublishi (6J) PiFont (15U) VeMath (6M) VeInternational (13J) VeUS (14J) PcE.Europe (17U) PcTk437 (9T) WiAnsi (19U) WiE.Europe (9E) WiTurkish (5T) UK (1E) Swedis2 (0S)
  • Pagina 335 Courier Letter Gothic Hebrew7 (0H) ISO 8859/8 Hebrew (7H) Dorit Hebrew8 (8H) PC-862, Hebrew (15H) Naamit Malka Koufi Arabic8 (8V) HPWARA (9V) Naasskh PC-864, Arabic (10V) Ryadh Symbol Symbol (19M) Wingdings Wingdings (579L) Zapf Digbats ZapfDigbats (14L) OCR A OCR A (0O) OCR B OCR B (1O) OCR B Extension (3Q)
  • Pagina 336 In de modi ESC/P 2 of FX Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Letter Gothic Roman Arial Times EPSON Sans serif EPSON Prestige EPSON Script PcUSA beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcMultilingual niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcPortuguese niet beschikbaar...
  • Pagina 337 8859-15ISO niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcSl437* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcTurk1* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar 8859-9 ISO* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar Mazowia* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar CodeMJK* niet beschikbaar niet...
  • Pagina 338 PcLit771* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcLit774* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar Estonia* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar ISO Latin 2* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcLat866* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcAr864Ara*...
  • Pagina 339 In de modus 1239X zijn de volgende tekensets beschikbaar: PcUSA, PcMultilingual, PcEur858, PcPortuguese, PcCanFrench, PcNordic. Zie “In de modi ESC/P 2 of FX” op pagina 336 voor meer informatie. Beschikbare lettertypen zijn EPSON Sans Serif, Courier, EPSON Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script. Lettertypen...
  • Pagina 340 In de modus PCL6 Naam Kenmerk Classificatie tekenset ISO 60: Deens/Noors ISO-15: Italiaans ISO 8859/1 Latijn 1 ISO-11: Zweeds ISO-6: ASCII ISO-4: Verenigd Koninkrijk ISO-69: Frans ISO-29: Duits Legal ISO 8859/2 Latijn 2 ISO-17: Spaans Roman-9 Ps Math ISO 8859/9 Latijn 5 Windows 3.1 Latin 5...
  • Pagina 341 Roman-8 Windows 3.1 Latin 2 Pc1004 ISO 8859/15 Latijn 9 PC-8 Turks Windows 3.0 Latin 1 PS Text PC-8, codepagina PC-8, D/N, Deens/Noors MC Text PC-850, Meertalig PcEur858 Pi Font PC852, Latijn 2 Unicode 3.0 Windows Baltisch Windows 3.1 Latijn/Arabisch PC-755 Wingdings 18540...
  • Pagina 342 Bedieningspaneel instellingen, 156 overzicht, 29 bedieningspaneel, instellingen wanneer gebruiken, 156 Beschikbaar papier, 289 Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^, 339 Contact opnemen met Epson, 287 Duplexeenheid installeren, 207 specificaties, 297 verwijderen, 210 Emulatiemodus I239X, 339 Emulatiemodus LJ4, 333 Enveloppen...
  • Pagina 343 Info over EPSON Status Monitor (Windows), 97 Informatie over de printerstatus weergeven (Windows), 99 Informatie verbruiksmaterialen (Windows), 100 Instellingen taakbalkpictogram, 109 Mededelingsinstellingen (Windows), 106 On line bestellen, 107 Printer controleren met EPSON Status Monitor (Windows), 92 Taakinformatie (Windows), 102 Ethernet, 296 Fixeereenheid specificaties, 298 vervangen, 227...
  • Pagina 344 Labels (Etiketten) driverinstellingen, 58 printerinstellingen, 57 Lettertypen beschikbare lettertypen, 321 EPSON BarCode Fonts (afdrukken), 303 EPSON BarCode Fonts (info), 299 EPSON BarCode Fonts (installeren), 301 EPSON BarCode Fonts (specificaties), 308 EPSON BarCode Fonts (systeemvereisten), 301 EPSON Font Manager (info), 330...
  • Pagina 345 Modus LJ4, 322 Modus PCL6, 325 Modus PS 3, 325 voorbeelden afdrukken, 329 Menu's van bedieningspaneel afdrukken, 162 AUX, 175 emulatie, 162 ESCP2, 179 FX, 182 I239X, 185 info, 156 informatie, 158 lade, 160 LJ4, 175 netwerk, 175 openen, 157 parallel, 172 PS3, 178 resetten, 170...
  • Pagina 346 Onderhoud verbruiksgoederen, 226 Ongeschikt papier, 290 Optionele onderdelen Duplexeenheid, 207 geheugenmodules, 211 specificaties (duplexeenheid), 297 specificaties (fixeereenheid), 298 specificaties (geheugenmodule), 297 specificaties (tonercartridges), 298 Universele papiercassette voor 550 vel, 204 Optionele onderdelen installeren interfacekaarten, 217 Overlay afdrukken (Windows), 87 gebruiken (Windows), 82 maken (Windows), 82 verschillende afdrukinstellingen (Windows), 88 Pagina’s aanpassen...
  • Pagina 347 Papier plaatsen enveloppen, 56 papier met aangepast formaat, 60 Standaardpapierbak, 45 Papierstoringen Alle papiercassettes en deksel A, 253 Deksel A, 242 Deksel A of B, 246 Deksel DM, 252 verhelpen, 241 Parallel, 295 PCL6-printerdriver hardwarevereisten, 153 Over de modus PCL6, 153 systeemvereisten, 153 PostScript-printerdriver De PostScript-printerdriver openen (Macintosh), 151...
  • Pagina 348 Probleemoplossing, 188, 200, 241, 256, 278 gebrekkige afdrukkwaliteit, 262 geheugenproblemen, 267 Modus PCL6, 285 opties, 268 PostScript 3, 278 printer functioneert niet optimaal, 257 problemen met de papierverwerking, 268 Status- en foutberichten, 278 USB-problemen, 270 Problemen, oplossen contact opnemen met Epson, 287 Index...
  • Pagina 349 Service, 287 standaardpapierbak beschikbaar papier, 40 Status- en foutberichten, 188 Status Sheet (Statusvel) afdrukken, 256 Statusvel afdrukken, 200 Technische ondersteuning, 287 Tekensets Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^, 339 Emulatiemodus I239X, 339 Emulatiemodus LJ4, 333 inleiding, 333 Internationale tekensets, 338 Modus ESC/P 2 of FX, 336 Modus PCL6, 340 Tonercartridges...
  • Pagina 350 Verwijderen Duplexeenheid, 210 geheugenmodules, 216 interfacekaarten, 220 Universele papiercassette voor 550 vel, 207 Voorgedefinieerde afdrukinstellingen Voorgedefinieerde instellingen gebruiken (Windows), 65 Watermerk (Windows) gebruiken, 79 maken, 81 Zwaar papier driverinstellingen, 59 Index...