3. Klik op Install (Installeer).
4. Als de installatie is voltooid, klikt u op Quit (Stop).
5. Start de computer opnieuw.
Daarmee voltooit u de installatie van de printersoftware. U moet
nu de printerdriver selecteren zoals in het volgende gedeelte
wordt beschreven.
Als u na een speciale installatie niet kunt afdrukken, voert u een
standaardinstallatie uit zodat alle noodzakelijke bestanden naar
de computer worden gekopieerd.
De PostScript-printerdriver selecteren
Als de printer is uitgerust met een optionele netwerkkaart,
selecteert u deze in de Chooser (Kiezer) op de hieronder
beschreven manier.
Opmerking:
Als de printer op uw computer is aangesloten via een USB-poort, vindt
u in het voorgaande gedeelte, "Instelling voor USB-aansluiting" op
pagina 194 informatie over de manier waarop u de printer selecteert.
1. Klik op Chooser (Kiezer) in het Apple-menu. Het
dialoogvenster Chooser (Kiezer) verschijnt.
140
De printerdriver gebruiken in Macintosh