5. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst).
Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK.
6. Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak
Name (Naam) en klik op Save (Bewaar).
Opmerking:
Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, moet u dit
selecteren in de keuzelijst en op Edit Text (Bewerk tekst) klikken.
Klik na het bewerken op OK om het dialoogvenster te sluiten.
7. Klik op OK in het dialoogvenster Layout (Lay-out).
Opmerking:
Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, moet u dit selecteren
in de keuzelijst en bij stap 4 hiervoor op Edit Text (Bewerk tekst) klikken.
134
De printerdriver gebruiken in Macintosh
1
2
1
2