5. Controleer of het printermodel is geselecteerd in de Printer
Model list (lijst Printermodel).
6. Klik op Add (Voeg toe). De printer wordt automatisch
toegevoegd aan de lijst met printers.
7. Klik op de naam van de printer in de lijst en selecteer
vervolgens Show Info (Toon info) uit het Printers-menu. Het
dialoogvenster Printer Info (Printerinfo) verschijnt.
8. Selecteer Installable Options (Installatiemogelijkheden) uit
het pop-upmenu en geef de noodzakelijke instellingen op.
9. Klik op Apply Changes (Pas wijzigingen toe) en sluit
vervolgens het dialoogvenster Printer Info (Printerinfo).
10. Stop Print Center (Afdrukbeheer).
Rendezvous
U kunt de printer op twee manieren selecteren als de verbinding
tot stand wordt gebracht via Rendezvous.
Selecteren in Print Center (Afdrukbeheer)
Voer de volgende stappen uit om de printer te selecteren in het
Print Center (Afdrukbeheer):
1. Ga naar de map Utilities (Hulpprogramma's) in de map
Applications (Programma's) en dubbelklik vervolgens op
Print Center (Afdrukbeheer).
Het venster Printer List (Printerlijst) verschijnt.
164
De printerdriver gebruiken in Macintosh