3. Selecteer Share As (Gedeeld als), typ de naam in het vak
Sharename (Sharenaam) en klik op OK (OK). Voer
desgewenst opmerkingen en een wachtwoord in de
betreffende vakken in.
Opmerking:
Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders
kan er een fout optreden.
Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3
instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op
de afdrukserver. Zie "Functie voor taakbeheer gebruiken" op
pagina 103 voor meer informatie.
U moet de clientcomputers instellen zodat deze de printer in een
netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer
informatie.
"Windows ME, 98 of 95" op pagina 241
"Windows XP of 2000" op pagina 243
"Windows NT 4.0" op pagina 247
232
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200L)