5. Klik op het pictogram van de computer of server die is
aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de
gedeelde printer. Klik op Next (Volgende).
Opmerking:
De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de
computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de
gedeelde printer.
Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de
clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige
printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd,
selecteert u de betreffende printerdriver. Als de printerdriver
voor Windows XP of 2000 vooraf is geïnstalleerd, kunt u de
printerdriver voor Windows XP of 2000 selecteren als huidige
printerdriver in plaats van de driver op de server met Windows
NT 4.0.
Ga verder met de volgende stap als de extra driver voor
Windows XP of 2000 (NT 4.0) is geïnstalleerd op de
afdrukserver met Windows XP, 2000 of NT 4.0.
Ga naar "Printerdriver installeren vanaf de cd-rom" op
pagina 221 als de extra driver niet is geïnstalleerd op de
afdrukserver met Windows NT 4.0 of als het besturingssysteem
van de afdrukserver Windows Me, 98 of 95 is.
218
Printer instellen in een netwerk (EPL-6200)